Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018
2500 EA Den Haag
uw brief van

uw kenmerk

ons kenmerk
DN. 2002/1255
datum
16-04-2002

onderwerp
Onderzoek predatie door vossen van weidevogels
TRC 2002/3339

bijlagen
1

Geachte Voorzitter,

Hierbij ontvangt u de antwoorden op de vragen gesteld door het lid mevrouw M.B. Vos (GroenLinks) over onderzoek naar predatie van weidevogels.

datum
16-04-2002

kenmerk
DN. 2002/1255

bijlage

1
Ja.

2
Ja, Landschapsbeheer Nederland heeft mij medio vorig jaar een verzoek gestuurd voor een financiële bijdrage voor onderzoek naar de relatie tussen weidevogels en predatie.

3 en 4
Ja, ik heb het Expertisecentrum van het ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij opdracht gegeven een quick-scan uit te voeren van lopende en op te starten onderzoeken naar weidevogels en bestaande kennislacunes over dit onderwerp. Het betreffende onder-zoek van Landschapsbeheer Nederland wordt hierbij betrokken.

5
Toen ik het verzoek voor een financiële bijdrage ontving was dit nog niet bekend.

6
Op basis van de resultaten van de quick-scan door het Expertisecentrum neem ik een besluit over mijn bijdrage in het onderzoek.

De staatssecretaris van Landbouw, Natuurbeheer
en Visserij,

G.H. Faber

datum

kenmerk

bijlage
Vragen

Vragen van het lid M. B. Vos (GroenLinks) aan de staatssecretaris van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij over onderzoek naar predatie van weidevogels.(Ingezonden 2 april 2002)

1
Bent u bekend met het onderzoek van SOVON en Alterra naar 'Weidevogels en predatie'? 1

2
Bent u bekend met het verzoek aan u van initiatiefnemer Landschapsbeheer Nederland om een financiële bijdrage aan het onderzoek? Zo ja, wanneer heeft dit verzoek u bereikt?

3
Deelt u de mening, mede gezien uw opmerking in uw brief over de vossenpopulatie van 19 maart jl. 2 dat er momenteel onvoldoende kennis beschikbaar is over de dynamiek van ecosystemen, waarin vossen en weidevogels functioneren, dat onderzoek op korte termijn in gang gezet moet worden naar de invloed van predatie van vossen op de weidevogelstand? Zo nee, waarom niet?

4
Bent u van mening, dat uitgevoerde en lopende onderzoeken naar weidevogelpredatie en -sterfte onvoldoende zijn om vast te stellen wat de oorzaken zijn van de (lokale) achteruitgang van weidevogelpopulaties in invloed van de predatie door vossen en andere predatoren hierop? Zo nee, waarom niet?

5
Is het u bekend, dat zeven provincies en vier
natuurbeschermingsorganisaties reeds een financiële bijdrage leverden aan het SOVON/Alterra-onderzoek, maar dat hiermee het onderzoek nog niet volledig bekostigd is?

6
In hoeverre bent u bereid om uw verantwoordelijkheid te nemen om een substantiële bijdrage te leveren aan het SOVON/Alterra-onderzoek? Indien u hier niet toe bereid bent, welke inspanningen zult u dan leveren om de u gesignaleerde kennisleemte in te vullen?

1 Metro, d.d. 28 maart jl.
2 Kamerstuk 28000 XIV nr. 75.

up Reageren
Homepage

---