Universiteit van Amsterdam
Particuliere verzamelaars stille macht van de Nederlandse kunstwereld
Gepubliceerd op dinsdag 16 april 2002
Nederland kent nog altijd een rijke verzameltraditie, maar deze is
sinds de Tweede Wereldoorlog gedeeltelijk onzichtbaargeworden: de
subsidiërende overheid verdrong particuliere kunstverzamelaars van het
podium. Maar sinds het begin van de jaren negentig, de Gouden Eeuw van
de privévermogens, komen de particuliere kunstverzamelaars weer terug
in de schijnwerpers. Kunstsociologe Renée Steenbergen, sinds 1987
kunstcriticus voor NRC Handelsblad, onderzocht de motieven,
achtergronden en keuzes van zestig Nederlandse kunstverzamelaars, een
groep die niet eerder is onderzocht. In haar proefschrift toont
Steenbergen aan dat in Nederland een groeiende groep kopers van
hedendaagse kunst actief is. Daarmee weerlegt zij de mythe van het
ontbrekende verzamelklimaat in Nederland.
Industriëlen, fiscalisten, advocaten, ondernemers, studenten én mensen
met een uitkering leggen collecties van uiteenlopende signatuur aan.
Steenbergen ontdekte dat een meerderheid van de verzamelaars, die vaak
op gespannen voet staan met professionele kunstkopers en
museumdirecteuren, belangstelling voor kunst meekreeg in het ouderlijk
huis. Maar ook toevallige ontmoetingen met kunstenaars of verzamelaars
zijn vaak van doorslaggevend belang. Een veeleisende of eenzijdige
baan is vaak een reden om kunst te gaan verzamelen. De verzamelaars
blijken gretige consumenten als het om kunst gaat, kritisch in
dagelijkse uitgaven maar juist weer bijzonder bedreven in het
verzinnen van alibis om geld uit te geven. Bijna tweederde van de
geïnterviewden acht verzamelen verslavend.
Museumdirecties lijken de particuliere verzamelaars vooral als rivalen
te zien (en vice versa), wat de samenwerking bemoeilijkt. Enkele grote
particuliere verzamelaars hebben wel zitting in adviescommissies, maar
ook voor hen blijkt het moeilijk om hun kunstbezit onder te brengen in
een museum. De promovenda concludeert zelfs dat er voor wat betreft de
overdracht van particulier naar openbaar kunstbezit sprake is van een
ontmoedigingsbeleid van museum- en overheidszijde. Niettemin hebben de
particuliere verzamelaars zich volgens Steenbergen ontwikkeld tot een
invloedrijke 'stille macht' van de kunstwereld. Zij vervullen in
economisch en cultureel opzicht een sleutelpositie die zij zelden
opeisen en waarvoor zij geen erkenning genieten.
Reneé Steenbergen promoveert op woensdag 8 mei 12.00 uur op haar
proefschrift Iets wat zo veel kost, is alles waard. Verzamelaars van
moderne kunst in Nederland. Promotor is prof. dr. Bram Kempers. Haar
proefschrift verschijnt in een handelseditie bij uitgeverij
Vassalucci. Na de promotie is er een boekpresentatie in de aula van
het Stedelijk Museum (15.00 uur), waar artistiek directeur Rudi Fuchs
het boek van Steenbergen in ontvangst zal nemen. Bij die gelegenheid
spreekt bioloog en schrijver Tijs Goldschmidt over de anatomie van het
verzamelen, econoom Evert Schoorl over het huishoudboekje van de
verzamelaar, Henk Hofland over de amorele verzamelaar en Matthijs van
Boxsel (hoofdredacteur van De encyclopedie van de domheid) over het
verzamelen van teksten en theorieën over de domheid.
Bron: UvA Persvoorlichting
fstravers@bdu.uva.nl