Ministerie van Buitenlandse Zaken


---

Aan de Voorzitter van de VasteCommissie voor BuitenlandseZaken van de TweedeKamerderStaten-Generaal Binnenhof4 Den Haag Directie Veiligheidsbeleid Bezuidenhoutseweg 67 Postbus 20061 2500 EB Den Haag
Datum 16 april 2002 Behandeld H.W. van Santen
Kenmerk DVB/VD67/02 Telefoon 3485241

Blad /4 Fax 3485479

Bijlage(n) - E-Mail hw-vansanten@minbuza.nl

Betreft Toekomst van de NAVO
Zeer geachte Voorzitter,

Tijdens het Algemeen Overleg van 28 maart jl. over de trans-atlantische betrekkingen en wapenbeheersing heeft het lid Blaauw een notitie gevraagd waarin de regering haar standpunt uiteenzet over de toekomst van de NAVO. Hierbij is tevens een reactie verzocht op de opvattingen van Senator Lugar, zoals neergelegd in een speech van 18 januari jl. (zie: www.senate.gov/-lugar/011702.html). Graag voldoe ik, mede namens de Minister van Defensie, aan dat verzoek.

Hierbij zal ik mij concentreren op de agenda voor de NAVO-Top van Praag in november a.s., aangezien de discussie over de toekomst van de NAVO de komende maanden vooral in het kader van de voorbereiding van deze Top zal worden gevoerd.

De bestaande taken van de NAVO zijn neergelegd in het Strategische Concept van 1999. Deze taken blijven alle onverminderd relevant. De NAVO vormt het fundament voor een stabiele veiligheidsstructuur in Europa en is daarnaast het belangrijkste forum voor het transatlantische veiligheidsdebat en als zodanig van wezenlijk belang voor zowel Europa als de VS. De Alliantie bewijst zijn militaire waarde door de succesvolle vredesoperaties op de Balkan, waaraan op dit moment bijna 60.000 militairen deelnemen. Daarnaast projecteert het Bondgenootschap stabiliteit door intensieve samenwerking met partners en door het voortgaande proces van uitbreiding. Met Rusland wordt thans gewerkt aan een verdergaande vorm van samenwerking, zonder dat zulks overigens de eigen vrijheid van handelen van de NAVO zal aantasten. Indien voldoende voortgang wordt gemaakt in die besprekingen, zal vermoedelijk eind mei een speciale NAVO-Rusland Top worden gehouden om de afspraken te bezegelen.

De strijd tegen het terrorisme vormt een nieuwe uitdaging. Zoals ik onder meer in mijn rede op 5 april ter gelegenheid van de viering van 50-jaar Atlantische Commissie heb gezegd, zal de Top in Praag zich zeker ook moeten richten op de rol van de NAVO bij de bestrijding van terrorisme en de aanpassingen die daarvoor nodig zijn. De Alliantie heeft zich de afgelopen jaren voortdurend aangepast aan de ontwikkelingen op veiligheidsgebied en zal dat ook in dit opzicht moeten doen.

Thans wordt gesproken over een groot aantal praktische voorstellen, die de NAVO in staat moeten stellen betere bescherming te bieden tegen terroristische aanvallen en de gevolgen ervan ('consequence management'), in het bijzonder die waarbij gebruik wordt gemaakt van massavernietigingswapens. Afgelopen december heeft Nederland de discussie hierover al aangezwengeld in de vorm van concrete voorstellen die thans worden besproken en uitgewerkt. Deze omvatten:


· betere samenwerking van de inlichtingendiensten,

· de versterking van het Weapons of Mass Destruction Centre,

· de versterking van capaciteiten ter bescherming van de civiele bevolkingin geval van een aanval met massavernietigingswapens en de


· vergelijking van maatregelen die na 11 september in verschillende NAVO-landen zijn genomen, zodat uitwisseling plaatsvindt over 'best practises'.

Andere landen hebben voorstellen gedaan over onder meer een reactie-eenheid bij een biologische (terroristische) aanval, een snel inzetbare diagnostisch en forensisch laboratorium, en een gemeenschappelijke opleiding inzake de bestrijding van de gevolgen van biologische en chemische aanvallen. Over een (hopelijk groot) deel van deze voorstellen zal de komende maanden overeenstemming kunnen worden bereikt.

Naast deze specifieke maatregelen staat de versterking van militaire capaciteiten van de NAVO-landen in het algemeen ter discussie. Het Defence Capabilities Initiative-proces heeft weliswaar geleid tot verbetering van een aantal capaciteiten, maar bepaald niet alle. De uitkomst van Praag moet zijn een meer toegespitste lijst van tekortkomingen, betere prioriteitsstelling en, indien mogelijk, meer committering van alle bondgenoten de doelstellingen binnen een bepaalde termijn daadwerkelijk te halen.

In het bijzonder de Europese landen zullen hun tekorten op het gebied van de militaire capaciteiten, zowel in NAVO- als in EU-kader, moeten aanpakken. Er kan en moet meer gebeuren door betere samenwerking, meer nadruk op modules, poolvorming en taakspecialisatie en, in sommige gevallen, door hogere defensiebudgetten. Op zijn beurt zal de VS zich moeten committeren meer defensietechnologie over te dragen.

DCI in NAVO-kader en het European Capabilities Action Plan in EU-kader vormen twee kanten van dezelfde medaille en versterken elkaar. In de EU heeft Nederland het voortouw genomen door de lancering van het European Capabilities Action Plan. Dit moet evenzeer op korte termijn tot (eerste) resultaten leiden.

Een ander onderwerp van aandacht is de interne aanpassing van de NAVO, mede in het licht van de verwachtbare NAVO-uitbreiding. De NAVO commandostructuur zal nog eens kritisch bekeken moeten worden en de methodiek van de defensieplanning zal opnieuw tegen het licht moeten worden gehouden, teneinde grotere politieke aandacht te realiseren. Ook de interne organisatiestructuur van het NAVO-hoofdkwartier zal verder aangepast moeten worden. Uitgangspunt hierbij is dat de NAVO zowel haar politieke slagvaardigheid als haar militaire slagkracht vergroot.

Wat de ideeën van Senator Lugar betreft, ben ik het eens met zijn analyse dat de zowel Amerikanen als Europeanen kwetsbaar zijn voor terroristische aanvallen, inclusief die waarbij gebruik wordt gemaakt van massavernietigingswapens. De dreiging van terroristische aanvallen op de VS en Europa is bepaald nog niet voorbij. De strijd tegen het terrorisme is er één van de lange duur. De opdracht is de meest gevaarlijke technologieën uit handen van de meest gevaarlijke personen ter wereld te houden - mede omdat de terroristen 'beyond deterrence' zijn, zoals hij terecht stelt.

Ik acht in dat licht het pleidooi van Senator Lugar voor een verbreding van het Nunn-Lugar Cooperative Threat Reduction Program interessant. Het is overduidelijk dat nu en in de toekomst nog meer energie en geld gestoken zal moeten worden in het tegengaan van proliferatie van nucleaire, biologische, chemische en/of radiologische wapens. Het programma van Nunn-Lugar in de landen van de voormalige Sowjet-Unie vervult in dit verband een zeer nuttige functie en het idee dit te verbreden verdient in principe alle steun. De NAVO, en met name het aangepaste WMD-Centre, kan hierbij een belangrijke rol spelen.

Een ander punt, dat eveneens door Senator Lugar is opgeworpen, betreft het geografische bereik van de NAVO. Het Verdrag van Washington sluit optreden buiten het Euro-Atlantische gebied in het geheel niet uit. Artikel 5 van het Verdrag heeft betrekking op 'het herstellen en instandhouden van de veiligheid in het Noord-Atlantische gebied' in geval van agressie, maar beperkt de handelingen die daartoe nodig zijn niet toe. Gezien het feit dat de bedreiging van terrorisme vooral van buiten het Euro-Atlantische gebied afkomstig kan zijn, komt een geografische inperking ook niet zinvol voor - integendeel. Ik ben het dus met Senator Lugar eens dat 'old distinctions between 'in' and 'out' of area have become utterly meaningless.'

Ik ben het verder volledig eens met Lugars bezwaren tegen de theorie van sommigen dat er zich een arbeidsverdeling zou aftekenen tussen de VS die de grote conflicten buiten Europa voor zijn rekening neemt, terwijl Europa zich concentreert op de kleinere conflicten binnen Europa. Dat gaat, zoals Lugar terecht stelt, van de verkeerde veronderstelling uit dat de VS minder belangen heeft in Europa en de Europeanen minder belangen in de rest van de wereld. Beide hebben wereldwijde - en vaak ook identieke - belangen en dienen zo veel mogelijk gezamenlijk op te trekken om effectief te zijn. Het feit dat Europa qua capaciteiten achterloopt, zo stelt hij terecht, is geen reden om de NAVO om te vormen tot een puur politieke organisatie, maar juist een extra reden die tekorten aan te pakken.

Samenvattend: de agenda tot aan Praag is ambitieus. Waar aanvankelijk werd gedacht dat het uitsluitend een 'uitbreidingtop' zou zijn, is daar na 11 september de aanpassing van de NAVO in het licht van de nieuwe dreigingen bijgekomen, alsmede, hierop aansluitend, veel meer aandacht voor de aanpak van de militaire tekortkomingen. De inzet van de Regering is er energiek en voluit toe bij te dragen dat de NAVO de nieuwe uitdagingen aangaat, aangezien dit essentieel is voor onze veiligheid.

De Minister van Buitenlandse Zaken


Kenmerk

Blad /1

===