Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij
De Voorzitter van de Vaste Commissie voor Landbouw, Natuurbeheer en
Visserij
Postbus 20018
2500 EA Den Haag
uw brief van
uw kenmerk
ons kenmerk
DL. 2002/990
datum
15-04-2002
onderwerp
Brief van CDA Tweede Kamerfractie: problematiek prei- en
aardbeienteelt
TRC 2002/2292
bijlagen
2
Geachte Voorzitter,
Naar aanleiding van het verzoek reactie te geven op de brief van de CDA Tweede Kamer-fractie d.d. 5 maart 2002 inzake de problematiek rond de preiteelt bericht ik u, mede namens de minister van Volkhuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, als volgt.
De signalen die recent zijn afgegeven vanuit de preiteelt en ook de aardbeienteelt zijn mij bekend. Mijn reactie op de brieven van Timmermans Agriservice uit America-Veulen en Laarakker Groenteverwerking uit Well treft u bijgaand aan.
datum
15-04-2002
kenmerk
DL. 2002/990
bijlage
Meer in het algemeen wil ik ten aanzien van knelpunten in het
toelatingsbeleid, in aan-vulling op mijn brief van 5 april 2002 (DL.
2002/747), het volgende opmerken. In mijn brief van 5 april jl. maak
ik melding van een verbrede knelpuntenanalyse naar alle sectoren en
bedrijven, uitgevoerd door LTO Nederland. De knelpunten en mogelijke
oplossingen die nu door prei- en aardbeientelers worden gesignaleerd
behoren uiteraard integraal onderdeel uit te maken van deze analyse.
Om die reden roep ik betrokken telers, voorzover zij dit niet al
gedaan hebben, dan ook op om de knelpunten en oplossingen onder de
aandacht van LTO Nederland te brengen.
Naast deze analyse van knelpunten zijn vervolgens oplossingsrichtingen
geformuleerd die kunnen leiden tot het sneller beschikbaar komen van
gewasbeschermingsmiddelen die voor bepaalde teelten essentieel zijn.
Dit alles uiteraard binnen de huidige kaders van wet- en regelgeving,
en zonder in te leveren op het beschermingsniveau voor mens, dier en
milieu. Met de inzet en medewerking van het College voor de Toelating
van Bestrijdings-middelen (CTB) en de Nederlandse Stichting voor
Fytofarmacie (Nefyto), spreek ik de intentie uit dat een aantal
knelpunten sneller dan oorspronkelijk was voorzien kan worden
opgelost. Het is de bedoeling om de bestaande werkvoorraad van het CTB
nog eens tegen het licht te houden en in goed overleg met de chemische
industrie en het landbouw-bedrijfsleven een zodanige volgorde van
aanvraagbehandeling te kiezen dat de grootste knelpunten het eerst, en
zo mogelijk in de loop van dit jaar, opgelost worden.
Dit veronderstelt wel medewerking van alle betrokken partijen.
Met betrekking tot de problemen waar ook voorlopers zoals
Milieukeurtelers tegenaan lopen het volgende. Een gecertificeerde
plantaardige productie biedt aanknopingspunten voor een meer op
verschillende teelten gericht toelatingsbeleid. Bij de
toelatingsbeoor-deling van een bestrijdingsmiddel wordt doorgaans
namelijk uitgegaan van één algemeen toepassingskader voor heel
Nederland. Het opnemen van aanvullende specifieke
toepas-singsvoorschriften en de borging daarvan in
certificeringssystemen biedt mogelijkheden voor meer maatwerk in het
toelatingsbeleid. Uitwerking van een certificeringsstelsel, waaronder
het zogenoemde kader van de overheid, is daarvoor echter noodzakelijk.
Rekeninghoudend met dit uitwerkingstraject behoort een oplossing die
gezocht wordt in maatwerk voor gecertificeerde bedrijven op termijn in
principe tot de mogelijkheden. Om bij de toelating van middelen op een
verantwoorde wijze aan te kunnen sluiten bij certifi-ce-rings-systemen
is een wettelijke verankering van de certificering vereist, waarin de
Bestrijdingsmiddelenwet 1962 thans nog niet voorziet. Ter uitvoering
van de nota 'Zicht op Gezonde Teelt' wordt hiertoe een wijziging van
de Bestrijdingsmiddelenwet 1962 voor-bereid.
De staatssecretaris van Landbouw, Natuurbeheer
en Visserij,
G.H. Faber
datum
kenmerk
bijlage
Brieven
Bijlage 1
Laarakker Groenteverwerking B.V.
De heer J. Gielen
Veenweg 4
5855 ES - WELL
Uw brief van: 28-2-2002
Uw kenmerk:
Kenmerk: DL. 2002/961
Datum: 15 april 2002
Onderwerp: Onkruidbestrijding in zaaiprei.(TRC 2002/3641)
Geachte heer Gielen,
In uw bovengenoemde brief brengt u mij het probleem van de
onkruidbestrijding in zaaiprei onder de aandacht. U beschikt over
onvoldoende onkruidbestrijdingsmiddelen om de teelt van zaaiprei tot
een goed einde te brengen. Daarnaast doet u mij een suggestie voor een
alternatief bestrijdingsmiddel. Het spreekt mij bijzonder aan dat u
niet alleen de knelpunten signaleert maar ook uw bijdrage levert aan
het ontwikkelen van een systeem van mechanische onkruidbestrijding.
Ik weet dat in de land- en tuinbouw knelpunten zijn met het
beschikbare bestrijdings-middelenpakket. Dat is mede een gevolg van de
keuze die in Nederland is gemaakt om bij de toelating van
bestrijdingsmiddelen vooruit te lopen op de regelgeving van de EU. Ik
heb met LTO Nederland afgesproken dat zij inventariseert wat de
knelpunten en welke oplos-singen er zijn. Met die inventarisatie is
zij in een gevorderd stadium. De volgende stap is dat LTO Nederland,
het College voor de Toelating van Bestrijdingsmiddelen (CTB) en de
agrochemische-industrie met behulp van deze inventarisatie nagaan
welke concrete oplossingen gewenst en binnen de huidige regelgeving
mogelijk zijn.
Ik adviseer u daarom om het door u genoemde alternatieve
bestrijdingsmiddel eveneens onder de aandacht te brengen van LTO
Nederland, voorzover u dat nog niet heeft gedaan.
De staatssecretaris van Landbouw, Natuurbeheer
en Visserij,
G.H. Faber
Bijlage 2
Timmermans Agri-Service
T.a.v. de heren G. en H. Timmermans
Lorbaan 23a
5966 PG - AMERICA-VEULEN
Uw brief van: 13-2-2002
Uw kenmerk:
Kenmerk: DL. 2002/803
Datum: 8 maart 2002
Onderwerp: Onkruidbestrijding in zaaiprei.(TRC 2002/1563)
Geachte heren Timmermans,
In uw bovengenoemde brief brengt u mij het probleem van de
onkruidbestrijding in zaaiprei onder de aandacht. U beschikt over
onvoldoende onkruidbestrijdingsmiddelen om de teelt van zaaiprei tot
een goed einde te brengen. Daarnaast doet u mij enige suggesties om
dit probleem op te lossen. Het spreekt mij bijzonder aan dat u niet
alleen de knel-punten signaleert maar ook de oplossingen.
Ik weet dat in de land- en tuinbouw knelpunten zijn met het
beschikbare bestrijdings-middelen-pakket. Dat is mede een gevolg van
de keuze die in Nederland is gemaakt om bij de toelating van
bestrijdingsmiddelen vooruit te lopen op de regelgeving van de EU. Ik
heb met LTO Nederland afgesproken dat zij inventariseert wat de
knelpunten zijn, en welke oplossingen er zijn. Met die inventarisatie
is zij in een gevorderd stadium. De volgende stap is dat LTO
Nederland, het College voor de Toelating van Bestrijdingsmiddelen
(CTB) en de agrochemischeindustrie met behulp van deze inventarisatie
nagaan welke concrete oplossingen gewenst en binnen de huidige
regelgeving mogelijk zijn.
Ik adviseer u daarom uw suggesties voor de oplossingen onder de
aandacht te brengen bij LTO Nederland, voorzover u dat nog niet heeft
gedaan.
De staatssecretaris van Landbouw, Natuurbeheer
en Visserij,
G.H. Faber
up Reageren
Homepage
---