Partij van de Arbeid
Den Haag, 14 april 2002
Geweld in en rond een voetbalstadion drukt steeds vaker een stempel op een
voetbalwedstrijd. Op deze manier wordt voor een grote groep
voetballiefhebbers het plezier om een wedstrijd te bezoeken ontnomen. Reden
voor de burgemeester van Amsterdam, Job Cohen, om deze week aan te geven dat
de maat vol is. De PvdA-fractie deelt deze mening. Ten behoeve van het
radioprogramma Langs de lijn heeft PvdA-lijsttrekker Ad Melkert elf
maatregelen aangegeven om het voetbalvandalisme aan te pakken.
STOP GEWELD EN HUFTERIGHEID IN EN ROND DE STADIONS:
EEN ELFTAL AAN MAATREGELEN
Wij zijn het geweld en de hufterigheid in en rond de voetbalstadions meer dan zat.
De burgemeester van Amsterdam, Job Cohen, heeft deze week laten zien dat ook voor hem de maat vol is en dat hij de verantwoordelijkheid legt waar die thuis hoort: bij de club en het stadion, die ervoor moeten zorgen dat ze geweld en hufterigheid effectief tegenhouden en bestrijden. Vanzelfsprekend moet ook de overheid optreden als zaken uit de hand lopen of dreigen te lopen.
Voor ons geld een duidelijke en heldere norm: ouders moeten met hun kinderen veilig naar een voetbalwedstrijd kunnen en durven gaan. Een kleine groep vandalen en voetbalcriminelen mag niet het plezier van een steeds grotere groep voetballiefhebbers vergallen. Helaas leveren een aantal maatregelen ongemak op voor de gewone voetballiefhebbers. Maar wij zijn ervan overtuigd dat mensen een beetje ongemak voor lief willen nemen als ze kunnen rekenen op een leuke en veilig middag uit.
Dit zijn de elf maatregelen waar de PvdA voor gaat:
1. De toegangscontrole bij de ingang van het stadion wordt verscherpt. Clubs vragen mensen om een identiteitsbewijs om te controleren wie er binnenkomen, zodat relschoppers en vandalen worden geweerd.
2. Er wordt onderzocht of een fraude-ongevoelige persoonsgebonden clubcard met iris-herkenning is te ontwikkelen.
3. Als de supporters van de uitspelende club voor problemen zorgen treedt een verbod in om de daarop volgende uitwedstrijden supporters mee te nemen.
4. Er wordt een meldingsplicht ingevoerd zodat vandalen met een stadionverbod zich tijdens wedstrijden van hun club een aantal keren bij de politie moeten melden. Wie zich aan dit verbod onttrekt riskeert gevangenisstraf.
5. Het verhalen van aangebrachte schade wordt regel ook als de daarmee gemoeide kosten naar verhouding hoog zijn.
6. Het stil leggen van wedstrijden bij racistische of beledigende spreekkoren wordt regel als duidelijk is wie zich daaraan schuldig maken.
7. Er komt een systeem waarbij clubs straf- en bonuspunten krijgen voor incidenten in het stadion. Vanaf een bepaald aantal strafpunten worden de kosten van politie-inzet in rekening gebracht. Bonuspunten worden verdiend met wedstrijden die in het stadion zonder problemen zijn verlopen.
8. We willen de verkoop van alcoholische drank in en rond het stadion uitbannen en personen tegenhouden die kennelijk onder invloed zijn van drank en/of drugs. In een aantal gevallen is alleen de verkoop van evenementenbier toegestaan.
9. Burgemeester besluiten na ernstige problemen of om ernstige problemen te voorkomen eerder om wedstrijden te laten spelen zonder publiek. Dit is op zijn zachtst gezegd buitengewoon vervelend voor de trouwe supporters. Maar juist daarom zullen club en stadion er alles aan doen om het niet zo ver te laten komen.
10. De overheid gaat op kosten van de clubs- security audits houden en voor elke risicowedstrijd leveren club en stadion een veiligheidsplan in bij de lokale driehoek van burgemeester, officier van justitie en korpschef.
11. De NS heeft niet langer de plicht voor het treinvervoer van supporters zorg te dragen. Deze verplichting wordt bij de clubs gelegd.