European Commission
ip/02/556
Brussel, 12 april 2002
De Commissie brengt het raadplegingsproces over staatssteun voor de
werkgelegenheid op gang
De Commissie heeft in het Publicatieblad van de Europese
Gemeenschappen(1)
een ontwerpverordening betreffende staatssteun voor de bevordering van
de werkgelegenheid bekendgemaakt. Steun die aan bepaalde voorwaarden
voldoet, zal worden vrijgesteld van de verplichte voorafgaande
aanmelding bij de Commissie. De Commissie verwacht de komende maand
opmerkingen van belanghebbenden en met name van de sociale partners
over de tekst.
De ontwerpverordening betreffende werkgelegenheidssteun zou in de
plaats komen van de huidige EU-richtsnoeren betreffende
werkgelegenheidssteun. Voorgesteld wordt bepaalde soorten steun die
bij die richtsnoeren zijn toegestaan, vrij te stellen, namelijk steun
voor de schepping van nieuwe banen en steun om werkgevers aan te
moedigen benadeelde categorieën werknemers, zoals langdurig werklozen
en gehandicapten, in dienst te nemen. De voorwaarden waaronder de
steun is vrijgesteld, zijn verduidelijkt in vergelijking met de
huidige richtsnoeren, en zijn in overeenstemming met de reeds
bestaande voorwaarden in geval van steun voor de schepping van banen
bij nieuwe investeringsprojecten. Ook steun om de blijvende kosten van
tewerkstelling van gehandicapten te dekken, wordt volgens de
ontwerpverordening vrijgesteld.
Opgemerkt zij dat vele arbeidsmarktmaatregelen die door de lidstaten
worden genomen om de schepping van werkgelegenheid of de
indienstneming van benadeelde werknemers te bevorderen, absoluut niet
onder de definitie van staatssteun vallen. Met name algemene
maatregelen zoals verminderingen van de loonbelasting of de sociale
lasten die automatisch van toepassing zijn op alle ondernemingen in
een lidstaat die bijvoorbeeld langdurig werklozen in dienst nemen,
vormen geen staatssteun. De ontwerpverordening zou uitsluitend van
toepassing zijn op maatregelen die wel onder de definitie van
staatssteun overeenkomstig artikel 87, lid 1, van het EG-Verdrag
vallen omdat zij bepaalde ondernemingen begunstigen ten opzichte van
andere.
"Ik zie de opmerkingen over dit voorstel vol verwachting tegemoet",
aldus Mario Monti. "De schepping van banen en de integratie van
benadeelde werknemers in het arbeidsproces zijn gewettigde
doelstellingen van staatssteun. Tegelijkertijd is het duidelijk dat
dergelijke steun de gemeenschappelijke markt kan verstoren. Wij hebben
getracht het juiste evenwicht te vinden en hebben daarbij vooral de
behoeften van kleine en middelgrote ondernemingen en de doelstelling
van economische en sociale samenhang voor ogen gehouden."
Op grond van Verordening nr. 994/98 van 7 mei 1988 betreffende de
toepassing van de artikelen 87 en 88 van het EG-Verdrag kan de
Commissie groepsvrijstellingsverordeningen voor staatssteun
vaststellen. Bij deze verordeningen kunnen bepaalde categorieën
staatssteun verenigbaar met de regels van de Europese Unie (EU) worden
verklaard indien zij aan bepaalde voorwaarden voldoen, en derhalve
worden vrijgesteld van de verplichte voorafgaande aanmelding en van de
goedkeuring door de Commissie. De hoofddoelstelling van de Commissie
bestaat erin middelen vrij te maken doordat talrijke standaardzaken
waarvan de verenigbaarheid met de EU-regels normaliter niet
problematisch is, niet meer behoeven te worden beoordeeld. De eerste
drie dergelijke vrijstellingsverordeningen op het gebied van
staatssteun (betreffende steun aan kleine en middelgrote
ondernemingen, steun voor opleiding en steun die aan de zogenoemde de
minimis-regel voldoet) werden vastgesteld en traden in werking in
januari 2001.
Over de tekst betreffende werkgelegenheidssteun heeft reeds één
raadpleging van de 15 lidstaten van de EU plaatsgevonden. Alvorens de
tekst definitief goed te keuren, zal de Commissie de lidstaten nog
eenmaal moeten raadplegen.
(1)
PB C 88 van 12.04.2002.