Ingezonden persbericht

www.utwente.nl/nieuws/wetenschapsnieuws

Wetenschapsnieuws 02/02 21-03-2002

SAMENVATTINGEN PROMOTIES EN ORATIES

Toename hoogwater Maas door klimaatveranderingen omgeven met onzekerheden

WN 02/19 * 12 april 2002, 13.15 uur

promotie Martijn J. Booij, faculteit Construerende Technische Wetenschappen: 'Appropriate modelling of climate change impacts on river flooding'

Ten gevolge van globale klimaatveranderingen zullen temperaturen toenemen en regenpatronen veranderen. De effecten van deze klimaatveranderingen op hoogwater in rivieren kunnen aanzienlijk zijn en enorme economische, sociale en ecologische schade veroorzaken. Dit maakt het noodzakelijk om goed-gefundeerde en nauwkeurige hoogwatervoorspellingen te doen, die als basis kunnen dienen voor investeringen in beschermingsmaatregelen bij klimaatveranderingen.
In het proefschrift van Booij zijn de klimaatveranderingen en de effecten op hoogwater voor het stroomgebied van de Maas bepaald. Klimaatveranderingen zullen zich met name voordoen in de vorm van een verhoogde kans op extremen. Heviger regenbuien en meer dagen zonder neerslag zijn daar voorbeelden van. De onzekerheden in deze voorspellingen zijn echter aanzienlijk. Deze worden onder meer veroorzaakt door onzekerheden omtrent toekomstige CO2-uitstoot en de grote verschillen tussen voorspellingen van klimaatmodellen. De omvang van hoogwaters in de Maas zal door de verwachte klimaatveranderingen toenemen met ongeveer 10 %. De onzekerheden hierin zijn echter nog groter, omdat er naast onzekerheden in de klimaatveranderingen, ook onzekerheden met betrekking tot de transformatie van neerslag naar afvoer in het stroomgebied bestaan. Toch zijn de voorspellingen met enige zekerheid omgeven vanwege het trendmatige karakter van de klimaatveranderingen.
De toename in extreme afvoeren wordt door Booij voorspeld met een zogenaamd geschikt hydrologisch rekenmodel. Een geschikt model is enerzijds voldoende gedetailleerd om de dominante processen en natuurlijke variabiliteit te beschrijven, maar is anderzijds niet zo verfijnd dat overbodige onderzoekskosten worden gemaakt. De mate van detail is afhankelijk van het te onderzoeken probleem en gebied. Booij heeft een methodologie ontwikkeld, waarin de componenten van zo'n geschikt model worden bepaald op basis van een balans in de verschillende onzekerheden. De uitkomsten van het geschikte model en twee andere modellen zijn vergeleken om de gevoeligheid van de voldoende complex te zijn voor de simulatie van het beschreven probleem.

promotor: prof. dr. ir. C.B. Vreugdenhil
informatie: drs. B. Meijering, telefoon (053) 489 43 85 e-mail: b.meijering@utwente.nl

drs. Berend Meijering
Corporate Communicatie
Bureau Communicatie, Universiteit Twente
Postbus 217, 7500 AE Enschede
telefoon: (053) 489 4385
fax: (053) 489 2000
e-mail: b.meijering@utwente.nl
info: www.utwente.nl