Ingezonden persbericht
www.utwente.nl/nieuws/wetenschapsnieuws
Bio-engineering van bloedvaten
WN 02/21 *11 april 2002, 16.00 uur
Oratie prof. dr. I. Vermes over cel- en weefseltechnologie
Een bloedvatprothese moet de functies van een echt bloedvat kunnen overnemen. Daarom wordt zo'n prothese zoveel mogelijk van biologische materialen gemaakt. Volgens professor Vermes houden weefseltechnologen zich teveel bezig met de ontwikkeling van stamcellen, nodig voor de opbouw van het bloedvat, en te weinig met het vaatskelet waar de cellen op groeien. Prof. dr. István Vermes geeft tijdens zijn rede ter aanvaarding van het ambt van hoogleraar Moleculaire aspecten van cel- en weefseltechnologie aan de Universiteit Twente (UT) zijn visie op de bio-engineering van bloedvaten.
Bloedvatprothesen werken het beste als de biochemische en mechanische
eigenschappen zo goed mogelijk overeenkomen met de werkelijkheid en als ze
uit biologisch afbreekbaar materiaal bestaan. Om dit te bereiken kweken
weefseltechnologen onder speciale stromingscondities natuurlijke
vaatwandcellen, de endotheelcellen, in een biologisch afbreekbaar buisje van
collageen. Volgens Professor István Vermes is de sleutel van het succesvol
ontwikkelen van een bloedvatprothese het poreuze vaatskelet dat als raamwerk
dient voor de stamcellen.
Ontwikkeling van echt bloedvat
Vermes: "De traditionele methode gaat uit van de ontwikkeling van een
prothese gemaakt van kunststof materialen. Ik houd me bezig met de
bio-engineering van een bloedvat, uitgaande van biologische materialen.
Daarvoor moeten we alle natuurlijke functies van een vat nabootsen, ook die
van het vaatskelet met alle functionele biologische materialen zoals
groeifactoren. Het skelet heeft veel meer functies dan enkel en alleen het
aanhechten en bijeenhouden van cellen. Het bezit informatie in de vorm van
groeifactoren, cytokinen en oppervlakte-eigenschappen voor de groei en
ontwikkeling van cellen. De chemie, de vorm en de wijze waarop het beweegt
onder invloed van stress zijn van wezenlijk belang voor het beïnvloeden van
het gedrag van cellen. Het skelet geeft signalen af, die naar de binnenzijde
van de cel worden doorgegeven via receptoren op het celoppervlak." De
toekomst van een stamcel, hoe deze zich ontwikkelt of juist ten gronde gaat
door apoptose (celdood), is afhankelijk van de informatie die door het
vaatskelet wordt afgegeven.
Illustratie bijschrift: Opbouw van de vaatwand. Een monolaag van
endotheelcellen (A) en het subendotheel (B) vormen de binnenkant. De
elastische tussenlagen bestaan uit de lamina elastica interna (C), gladde
spiercellen (D), een matrix, en de lamina elastica externa (E). Aan de
buitenkant is er een dunne laag van fibreus bindweefsel (F) en de vasa
vasorum (G), de lymfevaten en zenuwen.
Een bloedvat is vanuit de binnenkant opgebouwd uit zes verschillende lagen
van achtereenvolgens endotheelcellen, elastische lagen van onder andere
gladde spiercellen met daaromheen bindweefsel met lymfevaten en zenuwen.
Vermes: "Endotheelcellen zijn belangrijk bij het vertalen van veranderingen
in het bloed via de productie van stoffen die op hun beurt zorgen voor het
evenwicht tussen bloed en de omliggende weefsels. Om zicht te krijgen op de
functie van deze cellen in het bloedvat en voor de productie van een
kunstvat, bestuderen wij dit proces door ons te richten op de proliferatie
(celdeling, red.) en apoptose van endotheelcellen." Vermes' strategie is het
kweken van stamcellen die zich selectief differentiëren tot gladde
spiercellen en endotheelcellen, en het ontwikkelen van een vaatskelet in de
vorm van een poreuze buis van biologisch afbreekbare en flexibele polymeren.
De stamcellen worden gezaaid in het skelet in de aanwezigheid van onder meer
groeifactoren.
Kostenbeheersing in industrie kan efficiënter
WN02/22 * 3 mei 2002, 15.00 uur
promotie ir. E. ten Brinke, faculteit Construerende Technische
Wetenschappen: 'Costing support and cost control in manufacturing - A cost
estimation tool applied in the sheet metal domain'
De plaatverwerkende industrie is een van de 'maakindustrieën', waarbij er op
het gebied van de kleinseriefabricage een trend merkbaar is van afnemende
seriegrootten en toenemende druk op levertijden en prijzen. Daarom is het
voor de 'maakindustrie' (de industrie voor fabrieksgoederen) van
levensbelang om snel en nauwkeurig kostprijzen te bepalen. De huidige
'kostprijscalculatiesystemen' voldoen niet aan deze hoge eisen, omdat ze
niet alle ontwerp- en planningstaken in de ontwikkelingscyclus van een
product ondersteunen. Promovendus Erik ten Brinke ontwikkelde een
geïntegreerd calculatiesysteem dat dat wel kan. Het systeem is universeel
inzetbaar in de hele 'maakindustrie'.
In de ontwikkelingscyclus van een product worden tijdens de ontwerp- en
planningsfasen beslissingen genomen, die gevolgen hebben voor de kosten. Met
het calculatiesysteem van Ten Brinke zijn die gevolgen tijdig zichtbaar te
maken. Je kunt er kostenmodellen mee definiëren, kosten berekenen, rapporten
maken, de nauwkeurigheid van kostenschattingen bepalen, en data analyseren
en afstemmen.
Het systeem maakt gebruik van een 'informatie management kern' die de
toegang tot relevante informatie voor de ontwerp- en planningstaken regelt.
Met deze informatiestructuur ontwikkelde Ten Brinke vervolgens een structuur
voor kostenmodellen en dus kosteninformatie. Op basis van deze
kostenstructuur kunnen voor iedere taak in de ontwikkelingscyclus van een
product de kosten gedifferentieerd weergegeven worden. Ten Brinkes systeem
is gedeeltelijk in een prototype programma geïmplementeerd.
Dit promotieproject is uitgevoerd in het kader van het IOP onderzoeksprogramma gericht op de plaatwerkproductie.
promotor prof. dr. ir. H.J.J. Kals
informatie mw.drs. B. Koopmans, telefoon (053) 489 43 66
e-mail b.j.m.koopmans@bc.utwente.nl
drs. Berend Meijering
Corporate Communicatie
Bureau Communicatie, Universiteit Twente
Postbus 217, 7500 AE Enschede
telefoon: (053) 489 4385
fax: (053) 489 2000
e-mail: b.meijering@utwente.nl
info: www.utwente.nl