Partij van de Arbeid
Den Haag, 11 april 2002
BIJDRAGE VAN JAAP JELLE FEENSTRA (PVDA) AAN HET ALGEMEEN OVERLEG OVER DE
TUNNELVARIANT IJSSELPASSAGE HANZELIJN
Het kabinetsvoorstel voor de Hanzelijn is goed en evenwichtig en bevat tal
van elementen die voor de regio kwalitatief, economisch en wat betreft
inpassing van belang zijn - uitbreiding van het station Lelystad, aanleg van
een nieuw station Dronten, een nieuw station Kampen, een tunnel onder het
Drontermeer, bundeling met N50, ongelijkvloerse kruisingen. Deze integrale
en kwalitatieve aanpak spreekt de PvdA aan. In het debat van 6 december 2001
hebben we dat ook aangegeven en we hechten er aan dat hier vandaag te
herhalen: een goed voorstel, een breed draagvlak, snel uitvoeren.
In december 2001is ook aangegeven dat er één discussiepunt resteert: het voorstel om de huidige, lage spoorbrug te vervangen door een vaste, hoge spoorbrug op Rijnvaarthoogte. De gemeente Hattem heeft ernstige bezwaren tegen deze oplossing en presenteert een eigen voorstel voor een tunnel. De PvdA waardeert deze inzet en inventiviteit vanuit Hattem. Een tunnel heeft ook voordelen, zowel landschappelijk als visueel en wat betreft leefbaarheid. Maar er zijn ook beperkingen, zoals de financiën, het tracé en de opleverdatum voor de totale Hanzelijn. Maar binnen deze voorwaarden van kosten/baten en de gestelde opleveringstermijn heeft de Kamer bij motie een serieus onderzoek naar het "spiegelen" van de brug bepleit: wat betekent het spiegelen van de hoge IJsselkruising naar een lage IJsselkruising?
Over het spiegelen van de IJsselkruising ligt nu de brief voor van de
minister met het RIB-rapport en de brief van de gemeente Hattem met het
Haskoning-rapport. Uitgaande van de beide varianten van de hoge brug en de
aangepaste tunnelvariant, waarbij het bedrijventerrein Netelhorst en de
rioolwaterzuivering niet worden aangetast, kan de discussie zich nu beperken
tot enkele vragen:
* Moet uit oogpunt van de beleidslijn Ruimte voor de Rivier aan een
tunnel de voorkeur worden gegeven vanwege een vergroting van het
doorstroomprofiel?
* Past een tunnel ook beter bij grondwaterbescherming en de
drinkwater-voorziening, zoals WMO aangeeft?
* Sluit een tunnel ook beter aan bij toekomstige verdiepte
aanpassingen aan de stationsomgeving van Zwolle, waarvan ook het nieuwe
College de tunnelkruising bepleit?
En dan de hoofdvraag: de financiën - een herkenbaar discussiepunt bij de
inpassing van infraprojecten. De tunnel is volgens Haskoning zo'n 100
miljoen EUR duurder, ook omdat men de kosten voor een brug 20 miljoen EUR
hoger inschat. Maar daar staat kwaliteitsverbetering m.b.t. landschappelijke
inpassing, leefbaarheid en duurzaamheid tegenover. De minister merkt - niet
ten onrechte - op dat de kwantitatieve winst in termen van geluid en
soortenbescherming beperkt is, verwijzend naar het Alterra-onderzoek. Tegen
deze achtergrond vindt de PvdA het billijk dat alleen een 100% financiering
door het Rijk niet verlangd mag worden.
De minister biedt de regio ook de mogelijkheid over de meerkosten
voorstellen te doen. De gemeente Hattem heeft ons gisteren laten weten
daartoe bereid te zijn, maar - laten we reëel wezen - de mogelijkheden
daartoe overstijgen de financiële ruimte van deze gemeente. De PvdA vindt
dat je dat deze "grootse kleine gemeente" ook niet mag aandoen. Dan kijken
wij naar de regio, daar ligt nog een laatste mogelijkheid: laat de
provincies Gelderland en Overijssel nog één keer én op korte termijn samen
kijken naar de mogelijkheden, zoals:
* verschuivingen binnen hun infrapakket;
* plus eigen provinciale prioriteitstellingen en bijdragen;
* plus gemeentelijke bijdragen vanuit bijv het alsnog overnemen van
nutsaandelen (water) door de provincie van de gemeente;
* plus het inventief werken met voorfinanciering.
Het regionale aanbod moet dan het karakter krijgen van een "offer you can't
refuse". Aansluitend bij de brief van de minister bepleit de PvdA de
gezamenlijke regionale partners de ruimte te bieden om zo'n ultiem bod
alsnog te doen.
Tot slot een algemene opmerking.
Ik gaf al aan dat dit type discussies over inpassing van infraprojecten niet
uniek zijn. Ze hebben inmiddels een permanent karakter en vergen dan ook een
permanente oplossing. De PvdA bepleit een dubbelslag: het Rijk stelt een
duidelijk en hoogwaardig inpassingskader op én de regio krijgt voldoende
eigen inframiddelen om in onderling overleg aanvullende kwaliteitseisen te
kunnen honoreren. Zolang de financiële speelruimte voor de regio te beperkt
is, zo beperkt dat het IPO het overleg daarover zelfs heeft afgebroken,
blijven we deze discussies houden en ministers van V&W die permanent met
dergelijke inpassingsvragen worden geconfronteerd. Ook ook hier moet een
doorbraak komen, een dubbelslag!