LTO Nederland
LTO verwijt kabinet gebrek aan visie en cöordinatie bij uitbreiding
van Europese Unie
Dinsdag 9 april 2002 - De coördinatie tussen de ministeries van
Buitenlandse Zaken, Economisch Zaken, en Landbouw over de Nederlandse
inzet bij uitbreiding van de Europese Unie is onvoldoende. Er zitten
niet alleen grote verschillen in benadering, maar er spreekt soms ook
een beeld uit van de land- en tuinbouw dat ver af staat van de
werkelijkheid op de bedrijven.
Bovendien speelt de Nederlandse overheid te weinig in op mogelijkheden
die Brussel biedt om veranderingen te stimuleren in de sfeer van
natuur, landschap, milieu en dierenwelzijn. Met de invulling van dat
beleid is Nederland jaren achter, terwijl ons land met de
liberalisering van het handelsverkeer juist voorop wil lopen. Er is
behoefte aan een eensluidende visie op het toekomstige Europese en
internationale handelsbeleid.
Deze boodschappen heeft LTO-voorzitter Doornbos vanmiddag op het
bordje gelegd van staatssecretaris Benschop (Buitenlandse Zaken). De
bewindsman gaf voor het LTO-bestuur in Den Haag een toelichting op de
stand van zaken van de onderhandelingen over de uitbreiding van de EU
en het beleid in deze van het kabinet. Hij maakte duidelijk, dat er
wat het kabinet betreft niet valt te ontkomen aan een hervorming van
het gemeenschappelijk landbouwbeleid. De uitbreiding van de EU zet
volgens hem de zaak op scherp: niet alleen de financiële kant van de
toetreding is aanleiding voor hervorming, ook vanuit de WTO en bij de
zogenoemde mid-term review zal de druk toenemen.
De noodzaak van hervorming van het EU-beleid wordt door
LTO-bestuurders niet bestreden, al wordt door politici meestal alleen
een koppeling gelegd met mogelijke financiële problemen van de Unie.
Volgens LTO doen die zich tot 2006 niet voor omdat de voorstellen van
de Europese Commissie passen in de eerder gemaakte afspraken (Berlijn,
Agenda 2000). Benschop voegde hier wel aan toe, dat Nederland na 2006
wel rekening moet houden met extra lasten van maximaal 1 miljard euro
per jaar.
De staatssecretaris gaf een schets van de lopende onderhandelingen met
kandidaat-lidstaten. Hij zei er vanuit te gaan, dat aan het eind van
dit jaar waarschijnlijk tien nieuwe lidstaten groen licht krijgen om
tot de Unie toe te treden, al kunnen overgangstermijnen nodig zijn.
Dit houdt in dat dan ook besluiten vallen over lagere
inkomenstoeslagen, omvang van quota, verplichte modulatie
(overheveling van EU-geld van markt- en prijsbeleid naar
plattelandsbeleid) en vormgeving van het toekomstig plattelandsbeleid.
Het LTO-bestuur vroeg opnieuw aandacht voor het hoofdstuk veterinaire
en fyto-sanitaire zaken en de relatie met voedselveiligheid. Er moet
nadrukkelijk voor worden gewaakt, dat deze onderwerpen niet naar de
achtergrond worden geschoven. De meeste kandidaat-lidstaten lopen fors
achter en met pas enkele landen zijn heldere afspraken gemaakt. Ook
moet duidelijkheid bestaan over de betrouwbaarheid van gegevens,
toegepaste kwaliteitssystemen en grenscontroles. Staatssecretaris
Benschop verzekerde het bestuur, dat de Nederlandse regering daar
bovenop zit; indien zaken niet degelijk zijn geregeld, zal de grens
voor bepaalde producten niet opengaan.
Ondernemers in sectoren als de glastuinbouw, varkens- en
pluimveehouderij, bollen- en boomteelt krijgen geen subsidies en
produceren voor de vrije markt. Een grotere Europese Unie biedt dus
volop kansen voor deze sectoren. Staatssecretaris Benschop gaf aan,
dat het kabinet zich sterk zal maken in de Europese Unie voor een zo
vrij mogelijk verkeer van werknemers waardoor problemen met de
arbeidsvoorziening in met name de tuinbouw kunnen worden opgelost.
Nadere informatie: Reinout Wijbenga (tel. 070 3382761) en Martin van Driel, LTO Bureau Brussel (tel. 0032 2 230 7500)
Wilt u hierop reageren? Stuur dan uw e-mail naar: info@lto.nl
(Auteur: LTO- Nederland)