BROOMCHEMIE

Broomchemie eist intrekking verbod productie brandvertrager..

Broomchemie eist intrekking verbod op de productie van brandvertrager FR-720

Het ministerie van VROM moet het tijdelijke verbod op de productie van de gebromeerde brandvertrager FR-720 bij Broomchemie in Terneuzen intrekken. Het verbod mist iedere grondslag. Het is vooral gebaseerd op een vergelijking met de eigenschappen van een andere brandvertrager, te weten TBBPA. Beide stoffen zijn echter volstrekt onvergelijkbaar en worden in geheel verschillende toepassingen ingezet. Voorts bestaat er volgens het bedrijf op dit moment geen enkele dringende reden die de spoedeisende maatregel via een ministeriële regeling rechtvaardigt. Dit heeft Broomchemie gesteld in het kort geding tegen het ministerie van VROM, dat vandaag bij de rechtbank in Den Haag heeft plaatsgevonden. De president van de rechtbank doet op vrijdag 19 april a.s. uitspraak om 10.00 uur.

Het ministerie van VROM besloot in februari van dit jaar de productie van de gebromeerde brandvertrager FR-720 tijdelijk te verbieden wegens een ontoereikende invulling van de zorgplicht op grond van artikel 2 van de Wet Milieugevaarlijke Stoffen (WMS). Daarnaast veronderstelde het departement een ernstig vermoeden van gevaar voor mens en milieu, waardoor een spoedeisende maatregel op grond van de artikelen 24 en 31 WMS noodzakelijk werd geacht.

Broomchemie heeft tijdens het kort geding nogmaals aangevoerd, dat er op dit moment geen enkele dringende reden aanwezig is, die de spoedeisende maatregel via een ministeriële regeling rechtvaardigt. Het bedrijf ziet zich hierin gesteund door de conclusies van het onafhankelijke, wetenschappelijke onderzoeksinstituut NOTOX van begin dit jaar. Dit bureau stelde na bestudering van gegevens van verschillende producenten en verrichte onderzoeken van de FR-720 vast, dat er 'geen directe aanleiding is tot bezorgdheid voor het milieu, de indirecte blootstelling voor de mens en de blootstelling van werknemers tijdens het productieproces, de formulering van en de verwerking in plastic producten'
Voorts is de ter onderbouwing van het verbod aangevoerde vergelijking van de stof FR-720 met de stof TBBPA wetenschappelijk onjuist en in de tijd onverklaarbaar. Wetenschappelijk gezien gaat het om twee stoffen met totaal verschillende, onvergelijkbare eigenschappen en toepassingen. Daarbij is de stof TBBPA vrij produceerbaar en verhandelbaar op de markt. Voor deze stof staat eind 2002 een Europese risicobeoordeling gepland. Een besluit dat overigens door alle ministers van milieu, waaronder Nederland, is genomen.

Verder acht Broomchemie de verbodsmaatregel in strijd met de artikelen 28 t/m 30 van het EG-verdrag en niet gerechtvaardigd in het licht van dringende redenen zoals de bescherming van de menselijke gezondheid en het milieu. Het bedrijf ziet zich hierin gesteund door de Europese Commissie, die eerder dit jaar heeft gesignaleerd dat het ministerie van VROM geen enkele wetenschappelijk fundering heeft aangevoerd voor de maatregel, maar slechts heeft verwezen naar wetenschappelijke gegevens omtrent andere middelen. De Europese Commissie beslist half mei over het starten van een inbreukprocedure.

Broomchemie in Terneuzen is de enige Nederlandse producent van de stof FR-720. De broomhoudende brandvertrager is een al sinds 1980 bestaande stof en wordt met name toegepast in plastic waterleidingpijpen en afzuigkappen in woningen en gebouwen. Bij het bedrijf zijn 170 mensen werkzaam.

Voor nadere informatie:
Jelle Frölich, Eurobrom: 06 537 345 03 of
Mr. R. Oranje, Schut & Grosheide advocaten notarissen: 06 531 74 098

11 apr 02 10:52