NMBS

10/04/02

Reactie op artikel in De Standaard

Het document waar in het bewuste artikel naar wordt verwezen, is een intern document, opgemaakt als technische bijlage voor de leden van de Raad van Bestuur, om de rekeningen in hun economisch perspectief te plaatsen, ruimer dan boekhoudkundige implicaties ten gevolge van de waarderingsregels en de wettelijke verplichtingen opgenomen in de normale boekhoudwetgeving en de bijzondere wetten geldig voor de NMBS.

Deze operatie wordt in dit intern document omschreven als homogenisering. Zo wordt de economisch juiste interestlast ten gevolge van de financiële schuld naar voor gebracht door annulatie van de intercalaire interesten die in gevolge de vigerende wetgeving mogen geactiveerd worden. Zo komt de reële kost van de schuld te voorschijn. De waardeverminderingen van de vlottende activa worden geannuleerd in het economisch dossier omdat deze niet onmiddellijk het gevolg zijn van de exploitatie van de moedermaatschappij. De onttrekking van het kapitaal wordt in zijn juiste economische context geplaatst door de wettelijke beschikkingen in hun juist economisch perspectief te zetten in verband met hun klassering in het lopend of uitzonderlijk resultaat.

De door het artikel aangehaalde "matige groei van de omzet" verdient toch meer aandacht en wordt volledig in een juist daglicht gesteld door de hiernavolgende analyse: de staatstussenkomsten voor de opdrachten van openbare dienst (transport en infrastructuurbeheer) stijgen met 2,7 % of met EUR 26,5 mio, het binnenlands reizigersverkeer stijgt met 4,4 % of met EUR 14,9 mio, het zakencijfer van het puur internationaal vervoer stijgt met 5,3 % of met EUR 8,2 mio, B-Cargo daalt met EUR 21,5 mio of met 6,2 % te wijten aan de economische conjunctuur, de andere activiteiten waaronder vooral het patrimoniumbeheer stijgen met 4,7 % of met EUR 7,9 mio. Dit zakencijfer wordt geattenueerd door een daling van het zakencijfer van ABX (België) omdat een aantal activiteiten overgenomen werden door ABX Logistics en dus niet meer opgenomen werden in de rekeningen van de NMBS als moedermaatschappij; de kosten zijn in dezelfde mate gedaald; het betreft hier EUR 18,5 mio. Er is dus in de reizigerssector een sterke groei aanwezig. De goederensector is veel meer aan conjunctuurschommelingen onderhevig.

De schuld vormt één van de problemen van de NMBS maar dit is niet nieuw en werd reeds meermaals aangekaart. Deze schuld vindt ten andere voor het grootste gedeelte zijn oorsprong in de investeringen voor spoorinfrastructuur. De alternatieve financieringsoperaties worden aangewend om de kost van deze schuld zo laag mogelijk te houden. Die operaties houden voor het grootste gedeelte een herfinanciering van de schuld in. De niet in de balans opgenomen rechten en verplichtingen beantwoorden aan de vigerende wetgeving ter zake en verplichten om verbintenissen te vermelden die in feite reeds financieel ingedekt zijn en ten andere reeds in de balans opgenomen. De openstaande verbintenissen betreffen dekking tegen interest- en wisselkoersschommelingen.

De schuld loopt inderdaad op ingevolge de financiering van de hst door middel van de inbreng in het kapitaal van de NMBS van middelen door HST-FIN. De inbreng in het kapitaal van de NMBS voor de aanleg van de HST wordt vergoed door de NMBS via het betalen van een preferent dividend, dat HST-FIN in staat moet stellen zijn verplichtingen tegenover zijn schuldeisers te honoreren. Het artikel verwart deze vergoeding van de inbreng van het kapitaal met de uitvoering van het investeringsbudget. De vooruitgang van de werken op de werven wordt ten andere opgenomen in een driemaandelijks transparantierapport, opgesteld door de revisoren, die de kapitaalinbreng confronteert met de reële uitvoering. De vergoeding van het kapitaal betekent een reële verhoging van de schuld van de NMBS.

HST-FIN werd als financieringsvehikel opgericht bij wet in maart 1997 ter financiering van de hst-infrastructuur. De HST-FIN is een juridische entiteit onafhankelijk van de NMBS. De schuld die HST-FIN gemaakt heeft om de inbreng in het kapitaal van de NMBS te realiseren wordt uiteraard niet opgenomen in de geschriften van de NMBS als moedermaatschappij, maar wel in de geschriften van HST-FIN. In dit verband moet vermeld worden dat de Staat een inbreng van 8 x 1 mia BEF nog niet volstort heeft, waardoor de schuld verder aangegroeid is. De link tussen HST-FIN en de NMBS wordt geconcretiseerd door het preferent dividend te betalen door de NMBS. Het is daarom ook logisch de Raad van Bestuur in te lichten omtrent deze economische band en dit gebeurt in de rechtvaardiging van de verhoging van de schuld van de NMBS. Gans de opgezette constructie is totaal wettelijk en schaadt geenszins aan de transparantie op voorwaarde dat de juiste terminologie in de juiste context geplaatst wordt. Dit gebeurt in het economisch dossier ter toelichting aan de Raad van Bestuur.

In de periode 1997-2001 betaalde de NMBS deze dividenden aan HST-FIN, samen met de financiële kost ervan registreerde de NMBS EUR 0,8 mia. Dit bedrag wordt dus gefinancierd door de NMBS zelf, terwijl het in feite gaat over de constructie van spoorinfrastructuur die thuis hoort bij de tweede opdracht van openbare dienst en dus normaliter door de Staat zou moeten gefinancierd worden.

In de geconsolideerde rekeningen wordt HST-FIN opgenomen in het stelsel van de vermogensmutatie, hierdoor komt voor het jaar 2000: 1,7 mia BEF van het dividend ten gunste van de groep NMBS tegenover een reële betaling door de NMBS van 8,7 mia BEF.

© 2001 NMBS