Centraal Bureau voor de Statistiek
CBS
CBS: Economie groeit in 2001 met 1,1%
De groei van de Nederlandse economie is in 2001 ver achtergebleven bij
voorgaande jaren. De volumegroei van het bruto binnenlands product
(BBP) is in 2001 uitgekomen op 1,1%. Dit is het laagste cijfer sinds
1993. In de loop van 2001 is de economische groei vertraagd. In het
vierde kwartaal is de groei nog maar 0,4%. Deze ramingen zijn dezelfde
als die het CBS eerder op 14 februari jl. bekend gemaakt heeft.
Vooral de groei van de uitvoer is sterk teruggelopen. Ook de toename
van de consumptie van huishoudens is veel minder dan in 2000. De
investeringen zijn zelfs lager zijn dan in 2000. Alleen de groei van
de overheidsconsumptie is versneld. Dit blijkt uit de nieuwste
uitkomsten van de Kwartaalrekeningen van het CBS.
Net geen recessie
Na correctie voor kalender- en seizoeneffecten is de kwartaal op
kwartaalgroei in het vierde kwartaal 0,0%. Dit geldt ook voor het
derde kwartaal. Hierbij is dus net geen sprake van een recessie in ons
land.
Nauwelijks nog groei van uitvoer
Het volume van zowel de uitvoer als de invoer van goederen en diensten
is in 2001 nog slechts toegenomen met 0,9%. Dit is een grote terugval
na de hoge groei van respectievelijk 9,5% en 9,4% in 2000. In de loop
van 2001 is de groei zeer sterk afgenomen. In het vierde kwartaal van
2001 is zelfs sprake van een volumedaling van de uitvoer van 4,1% ten
opzichte van een jaar eerder. Ook de volumeverandering van de invoer
is negatief (-5,0%). Steeds meer ondervonden Nederlandse exporteurs in
2001 de gevolgen van de snelle, wereldwijde verslechtering van het
economisch klimaat.
De dalingen van de uitvoer en invoer zijn in het vierde kwartaal
versterkt door de forse daling van de wederuitvoer. Dit zijn
ingevoerde producten die Nederland weer verlaten zonder dat ze een
bewerking ondergaan (bv. computers). Maar in het vierde kwartaal zijn
ook minder Nederlandse producten geëxporteerd.
Investeringen nemen af
Na de hoge groeicijfers in voorgaande jaren zijn de investeringen in
vaste activa in 2001 gedaald met 1,1%. De teruggang zit vooral bij de
investeringen in machines, computers, vrachtauto.s en vliegtuigen. De
investeringen in infrastructuur, veelal gefinancierd door de overheid,
zijn in 2001 opnieuw flink gestegen. Dit betreft bijvoorbeeld het
begin van de aanleg van de Betuwelijn en de HSL. De investeringen in
woningen blijven nagenoeg stabiel. De investeringen in
bedrijfsgebouwen zijn wel hoger dan in 2000, maar het groeitempo is
teruggelopen.
Aantrekkende groei overheidsconsumptie
De volumegroei van de overheidsconsumptie is met 3,4% in 2001
duidelijk hoger dan de 1,9% van 2000. Voor het eerst sinds 1993
overtreft de volumegroei van de overheidsconsumptie de groei van de
totale economie. Zowel de hogere uitgaven voor gezondheidszorg als die
voor onderwijs en openbaar bestuur dragen hieraan bij.
De volumegroei van de consumptie van huishoudens is in 2001 uitgekomen
op 1,2%. Dit is aanzienlijk minder dan de toename van 3,8% in 2000.
Bij die lagere groei spelen de duurzame consumptiegoederen een
belangrijke rol. In 2001 nam de consumptie van duurzame goederen
beduidend minder toe dan het gemiddelde, terwijl in voorgaande jaren
nog het omgekeerde het geval was. De stijging van de consumptie van
huishoudens is al vanaf begin 2001 veel lager dan in 2000. De
consument heeft de koopkrachtstijging door de verlaging van de
inkomstenbelasting vooral omgezet in hogere spaartegoeden.
Industriële productie daalt
In samenhang met het verloop van de export laat de industrie de
grootste omslag zien. De industriële productie is in 2001 met 1%
gedaald. In het vierde kwartaal is de daling zelfs meer dan 3% ten
opzichte van een jaar geleden. Intering op de eerder opgelopen
voorraden speelt daarbij een rol. In het jaar 2000 was de groei van de
industriële productie nog 4,7%. Deze omslag doet zich over de hele
linie voor in de industrie. De bouwproductie is in 2001 met 1%
gestegen. De belangrijkste impuls komt van de investeringen in
infrastructurele werken. Ook in de commerciële dienstverlening ligt
de groei in 2001 een stuk lager dan in 2000. Dit geldt zowel voor
handel, horeca en transport als voor de financiële en zakelijke
dienstverlening. De luchtvaart krimpt in het vierde kwartaal vooral
als gevolg van de terreuraanslagen in de Verenigde Staten. Vanwege de
MKZ-crisis is de productie in de landbouw in de eerste helft van 2001
lager. In het vierde kwartaal is daar sprake van een stabilisatie. De
ontwikkeling van de productie in de niet-commerciële dienstverlening
zoals de zorg en de overheid is een uitzondering op het algemene beeld
van teruglopende groei. Deze bedrijfstak groeit met 3,1%. Dit is ruim
het dubbele van de groei in 2000.
De snelle groeivertraging heeft in 2001 niet geleid tot een
vergelijkbare vertraging van de werkgelegenheidsgroei. Daardoor is de
arbeidsproductiviteit in 2001 met 1% gedaald. Een vergelijkbare daling
heeft zich na de oorlog niet eerder voorgedaan. De daling van de
arbeidsproductiviteit doet zich in vrijwel alle bedrijfstakken
voor.
Hoogste prijsstijging BBP sinds 1982
De prijsstijging van het BBP is in 2001 uitgekomen op 4,7%. Dit is de
hoogste toename sinds 1982. In 2000 steeg de BBP-prijs met 3,7%. De
belangrijkste bijdrage komt van de prijsstijging van de consumptie van
huishoudens met 4,2%. Daarbovenop komt het effect van de
ruilvoetverbetering: de prijsstijging van de export is hoger dan van
de invoer, en dat heeft een opwaarts effect op de BBP-deflator. De
prijsstijging van het BBP vlakt overigens af in de loop van 2001.
Technische toelichting
De economische groei wordt afgemeten aan de volumegroei van het bruto
binnenlands product (BBP), het totaal van de in het productieproces
gevormde inkomens (de .toegevoegde waarde.).
In dit persbericht is de tweede raming van de economische groei in het
vierde kwartaal van 2001 en daarmee voor heel 2001 gepubliceerd. De
cijfers voor het vierde kwartaal zijn aangepast op basis van nieuwe en
meer uitgebreide statistische informatie. Dit heeft per saldo niet
geleid tot een aanpassing van de BBP-groei. De cijfers over de eerste
drie kwartalen zijn niet aangepast.
Net als de meeste andere Europese landen, presenteert het CBS de
kwartaalgroei ten opzichte van de overeenkomstige periode van een jaar
eerder. Het optreden van incidentele factoren en werkdageffecten wordt
beschreven in de persberichten. Om een indicatie te krijgen van de
uiteindelijke groei in een kalenderjaar worden cumulatieve mutaties
berekend voor meerdere kwartalen ten opzichte van dezelfde kwartalen
een jaar eerder. Voor het signaleren van omslagen of tempowisselingen
worden seizoengecorrigeerde mutaties ten opzichte van het voorgaande
kwartaal als aanvullende informatie verstrekt (zie de tweede
cijferkolom van tabel 1).
De in dit persbericht opgenomen groeipercentages .ten opzichte van een
jaar eerder. zijn niet zonder meer vergelijkbaar met de .op jaarbasis
gebrachte. kwartaalgroeicijfers (.annual rates.) van onder andere de
VS. In aflevering 3 van de CBS-publicatie De Nederlandse conjunctuur
2000, worden beide methoden uitgebreid besproken. De belangrijkste
verschillen zijn de volgende:
Een .annual rate. is de seizoengecorrigeerde groei ten opzichte van
het voorgaande kwartaal (zie de rechterkolom van tabel 1), die op
jaarbasis is gebracht door hem op een bepaalde manier tot de vierde
macht te verheffen (bijvoorbeeld bij 0,8%: 1,0084). Het cijfer geeft
dus weer wat de jaargroei zou kunnen zijn als alle kwartalen met
ditzelfde tempo zouden groeien. .Annual rates. leiden doorgaans tot
grotere schommelingen tussen opeenvolgende kwartalen en tussen
opeenvolgende ramingen over hetzelfde kwartaal. Door de
seizoencorrectieprocedure zijn de .annual rates. minder objectief en
minder vergelijkbaar tussen landen.
De goederenproducenten omvatten de bedrijven in de landbouw,
delfstoffenwinning, industrie, energie- en waterleidingbedrijven en de
bouwnijverheid. De commerciële dienstverlening betreft handel, horeca,
vervoer, post en telecommunicatie en de financiële en zakelijke
dienstverlening. De niet-commerciële dienstverlening heeft betrekking
op overheid, onderwijs en zorgsector.
Voor achtergrondinformatie en meer details over dit onderwerp kunt u
contact opnemen met dhr. M.M.J. Vergeer, tel. (070) 337 40 77.
Overige informatie en tabellen kunt u verkrijgen bij de persdienst van
het CBS.
Tel. (070) 337 58 16 Fax (070) 337 59 71 E-mail: persdienst@cbs.nl
11 apr 02 09:31