Verbond van Verzekeraars
Meerderheid Tweede Kamer blijft voorstander basisverzekering
De definitieve beslissing voor een herziening van het zorgstelsel
wordt overgelaten aan een nieuw kabinet. Dat bleek nogmaals tijdens
het Tweede-Kamerdebat over het zorgstelsel, dat twee weken geleden
plaatsvond. Een brede Kamermeerderheid is nog steeds voorstander van
een basisverzekering.
Veel nieuwe standpunten kwamen tijdens het debat niet naar voren. De
Stichting van de Arbeid (STAR), de NBVA, de NVA en het Verbond hebben
voor het debat ieder afzonderlijk nogmaals hun bedenkingen kenbaar
gemaakt over de kabinetsnota Vraag aan bod in een brief aan de Tweede
Kamer. Al deze organisaties sluiten zich bij het SER-advies over een
stelselherziening aan en vinden dat de kabinetsnota op een aantal
punten tekortschiet. Eveneens zijn de vier organisaties het erover
eens dat de basisverzekering, zoals die wordt ingevuld in de
kabinetsnota, de patiënt/consument te weinig keuzevrijheid biedt in
het verzekeringspakket. Volgens het Verbond stimuleert keuzevrijheid
de consument juist over zijn zorgvraag na te denken en maakt hem meer
betrokken bij het product dat hij kiest.
De NBVA en NVA gaven bovendien aan dat tussenpersonen in de praktijk
merken dat consumenten hun verzekering willen kunnen toespitsen op hun
individuele situatie. Tijdens het debat gaf minister Borst echter aan
dat de invulling van het basispakket een zaak is voor een nieuw
kabinet.
Regierol verzekeraars
In het kabinetsplan voor een nieuw zorgstelsel wordt gepleit voor een
omslag van aanbod- naar vraagsturing in de zorg. Verzekeraars krijgen
in het vraaggestuurde stelsel de regierol. Het Verbond vindt echter
dat verzekeraars die rol alleen kunnen aanvaarden wanneer er iets te
regisseren is; oftewel wanneer het aanbod van zorg ruim voldoende is.
Het Verbond vindt daarom dat de overheid moet zorgen dat de start van
een vraaggericht systeem niet stukloopt op het feit dat de consument
zorg vraagt die de verzekeraar niet kan leveren, omdat deze gewoonweg
niet beschikbaar is. Minister Borst zei hierover tijdens het debat dat
het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport met
Zorgverzekeraars Nederland in gesprek is om de rol van verzekeraars in
te vullen. De regierol houdt volgens de minister echter meer in dan
alleen zorginkoop: ook managed care valt hieronder. Ook gaf ze aan dat
er wellicht regels moeten komen die te grote concentraties van
verzekeraars of aanbieders beperken. Op de vraag of er een
marktmeester moet komen, antwoordde de minister bevestigend. Ze gaf
aan dat dit een aparte kamer van de Nederlandse Mededingingsautoriteit
(NMa) kan zijn of een aparte organisatie, als een soort Opta. Haar
voorkeur gaat uit naar het laatste. Op dit moment worden de
mogelijkheden hiervoor onderzocht.
Het Verbond heeft voorts in zijn brief nogmaals benadrukt voorstander
te zijn van een zorgstelsel met een volledig nominale premie (met
mogelijk korting voor een eigen risico), omdat alleen in zon stelsel
de benodigde prikkels voor de zorgconsument/patiënt, de consument als
verzekeringnemer, de verzekeraars en de zorgaanbieders op een goede
manier worden vormgegeven. Ook dit punt laat Borst aan een nieuw
kabinet over, al adviseert ze wel dat een nieuwe regering het snel
eens moet worden over een slimme mix van procentueel en nominaal.
Bondig, april 2002