Universiteit Maastricht
Persbericht
11 april 2002
Eerst het spel, dan de knikkers
Succes i-mode in Nederland staat niet bij voorbaat vast
De recente introductie van i-mode in Duitsland en Nederland heeft veel stof
doen opwaaien. Discussies over het nut van dergelijke diensten en de
mogelijkheden die mobiel internet biedt worden in de media breed uitgemeten.
Het fenomeen i-mode is in Japan reeds een doorslaand succes. De vraag is of
er geen andere wetten gelden in de Nederlandse markt. Immers, reistijden in
Japan, naar werk en school, zijn vele malen langer dan in Europese landen.
Bovendien ligt de penetratie van de PC in reguliere huishoudens een stuk
lager. Ook is bellen in het openbaar in Japan veel minder geaccepteerd. De
eerste introductie van WAP, een alternatieve technologie voor het aanbieden
van mobiele diensten, heeft nauwelijks indruk gemaakt in Europa. Desondanks
zijn enorme investeringen gedaan in nieuwe technologieen die mobiel
internetten verder moeten brengen dan simpele uitwisseling van informatie.
KPN heeft onlangs in Nederland de eerste stap gezet met de introductie van
i-mode. Nokia plant ondertussen echter de introductie van de 'new and
improved' WAP en gokt op een succesvolle doorstart van dit alternatief. Als
er al lessen geleerd kunnen worden van het Japanse model, dan lijkt het erop
dat entertainment diensten de weg zullen plaveien voor andere diensten. Het
succes van de aanbieders zal dan ook afhangen van het gebruik van dit soort
diensten. Huidige entertainment diensten zoals beltonen en picture messaging
zijn met name bij de jongere generatie enorm populair, en verwacht wordt dat
deze trend zal doorzetten in de i-mode diensten.
Onderzoek aan de Universiteit Maastricht toont aan dat er verschillende
succesfactoren en type consumenten onderscheiden kunnen worden. De drie
belangrijkste factoren die naar voren komen zijn risico (hierbij kan men
denken aan het niet werken van de server, of de kwaliteit van de dienst),
gebruikersgemak, en de mate waarin mobiele diensten in de dagelijkse
bezigheden passen. Verder blijkt dat er drie type gebruikers zijn. Het
eerste type is de 'game player'. Het blijkt dat deze groep met name let op
de manier waarop deze services in de dagelijkse bezigheden passen, de
navigatiemogelijkheden van het mobiele toestel, maar vooral ook de
betalingsmogelijkheden. Deze consumenten zijn met name geinteresseerd in
abonnementen voor mobiele diensten. Een tweede type is de consument is op
zoek naar de specifieke voordelen die mobiel internet kan bieden. Deze
voordelen kunnen misschien nog wel het best samengevat worden door de
bekende martini-slogan: 'anytime, anywhere, any place'. Tenslotte blijkt dat
er ook een groep gebruikers is die sceptisch is. Deze consument is zich
bewust van de inflatoire verwachtingen die door Telecom aanbieders zijn
gewekt.Voor dit type gebruiker geldt dat hij of zij aanzienlijk minder
ervaring met het reguliere (vaste) internet heeft in vergelijking met andere
consumenten, waardoor de drempel wellicht nog vergroot wordt. Het onderzoek
laat dus zien hoe KPN en andere aanbieders van mobiel Internet het spel
moeten spelen alvorens de knikkers te verdienen.
Het onderzoek is uitgevoerd door Mirella Kleijnen en Ko de Ruyter van de
Universiteit Maastricht en Martin Wetzels, verbonden aan de Technische
Universiteit Eindhoven