Centraal Planbureau
CENTRAAL PLANBUREAU
Onderwerp: persbericht
Nummer: 20
Datum: 11 april 2002
Inlichtingen bij Paul Veenendaal (tel: +31-70-3383324), of bij
Jacqueline Timmerhuis (tel: +31-70-3383477)
CPB: Industrie groeit dit jaar vrijwel niet
De industrie zal dit jaar nauwelijks kunnen profiteren van het
verwachte conjunctuurherstel. Mede vanwege de verslechterde
concurrentiepositie als gevolg van de relatief forse stijging van de
arbeidskosten verliest de industrie marktaandeel ten opzichte van
buitenlandse concurrenten. De industriële productie zal in 2002 naar
verwachting slechts met 0,25% kunnen toenemen. Volgend jaar kan deze
groei aantrekken tot 1,75%. Dit betekent evenwel dat de industrie ook
in 2003 zal achterblijven ten opzichte van de rest van de Nederlandse
economie.
Dit schrijft het Centraal Planbureau (CPB) in het vandaag verschenen
Centraal Economisch Plan 2002 (CEP). Op 2 april heeft het CPB al het
eerste, samenvattende hoofdstuk van het CEP gepubliceerd, nog zonder
bedrijfstakkenbeeld. Zie hiervoor CPB persbericht 2002/17.
In het CEP gaat het CPB jaarlijks in op de ontwikkelingen in afzonderlijke bedrijfstakken. Het speciaal onderwerp van het CEP 2002 richt zich op de zakelijke dienstverlening en de productiviteitsagenda. De bijbehorende achtergrondstudie is al op 2 april gepubliceerd. Zie hiervoor CPB persbericht 2002/18.
Tegelijk met het CEP publiceert het CPB vandaag op zijn website
(www.cpb.nl) een aantal 'CEP's op maat' voor de volgende
bedrijfstakken:
- metalektro-industrie
- chemische industrie
- ICT-sector
De ontwikkelingen in de diverse bedrijfstakken lopen nogal uiteen,
zoals blijkt uit de onderstaande cijfers voor de volumegroei van
enkele bedrijfstakken in de marktsector (in procenten per jaar).
Industrie
2001: -1,0
2002: 0,25
2003: 1,75
Land-en tuinbouw
2001: -2,1
2002: 1,50
2003: 0
ICT-sector
2001: 4,6
2002: 3,50
2003: 5,75
Commerciële diensten
2001: 1,2
2002: 1,50
2003: 3
Marktsector als geheel
2001: 0,3
2002: 1
2003: 2,50
Industrie
Voor de industrie wordt voor dit jaar slechts een zeer beperkte
productiegroei voorzien van 0,25%. Weliswaar verbetert de situatie in
vergelijking met het afgelopen jaar, waarin de productie met 1% afnam.
Pas volgend jaar zal naar verwachting een substantiële groei van het
productievolume volgen, met 1,75%.
In de metalektro-industrie was de conjuncturele tegenwind vorig jaar
het hardst, vooral door de wereldwijde vraaguitval naar ICT-producten.
Het voor dit en komend jaar verwachte groeiherstel zal in deze
bedrijfstak pas in 2003 leiden tot een toename van de productie.
Verwacht wordt dat de vraag naar computerapparatuur weer zal
aantrekken, evenals in een later stadium de vraag naar mobiele
telefoons. De vraagontwikkeling zal echter minder onstuimig zijn dan
in het recente verleden. Veel Nederlandse metaalbedrijven zullen
prioriteit geven aan winstherstel en proberen hun marge te verbeteren.
Naar verwachting zal dit leiden tot een verder verlies aan
marktaandeel vanwege de scherpe concurrentie van buitenlandse
producenten. Voor dit en volgend jaar wordt voor de metalektro een
vermindering van de werkgelegenheid verwacht met in totaal circa 13
duizend voltijdsbanen. Door deze arbeidsuitstoot zal de
arbeidsproductiviteit toenemen, maar vermoedelijk niet in die mate dat
de stijging van de arbeidskosten geheel wordt gecompenseerd.
Omdat driekwart van de totale omzet van de chemische industrie wordt
geëxporteerd, is deze bedrijfstak erg gevoelig voor veranderingen in
de buitenlandse vraag. Dit jaar zal de productie in de chemie weer een
lichte groei van 1,5% vertonen, na een lichte daling vorig jaar van
0,1%. Ondanks de matige groei van de wereldhandel zal de export van de
basischemie weer kunnen toenemen door de start en uitbreiding van
grootschalige productie-units in Rotterdam en Terneuzen. De
capaciteitsuitbreidingen zetten de marges op petrochemicaliën en
kunststoffen op de Europese markt onder druk. De afzet van
eindproducten zoals geneesmiddelen en cosmetica zal dit jaar naar
verwachting minder sterk stijgen doordat herstel van het
consumentenvertrouwen nog uitblijft. In de raming voor volgend jaar
verbetert het groeitempo verder naar 2,5% onder invloed van de
aantrekkende wereldhandel. Ook de binnenlandse afzet, die voornamelijk
bestaat uit halffabrikaten voor andere bedrijven, zal in 2003 verder
toenemen. Daarbij zal de werkgelegenheid in de chemie naar verwachting
enigszins verminderen.
De productie van de voedingsmiddelenindustrie kromp met 1,5% in 2001,
vooral als gevolg van de MKZ-crisis. Voor dit jaar en volgend jaar
voorziet het CPB bescheiden groeicijfers. De milieu- en
quotumperikelen in de landbouw zullen voorlopig nog hun stempel
drukken op die delen van de voedings- en genotmiddelenindustrie die
Nederlandse grondstoffen verwerken, dan wel producten leveren aan de
Nederlandse landbouw. De overige onderdelen van de voedings- en
genotmiddelenindustrie kunnen weliswaar gemakkelijker groeien, maar de
combinatie van marktverzadiging en bescheiden inkomensgroei in de
meeste relevante afzetmarkten zorgen ervoor dat de groei in historisch
perspectief beperkt zal blijven.
Land- en tuinbouw
De externe omstandigheden zijn niet erg gunstig voor een expansie van
de landbouw. Milieumaatregelen, quotumregelingen en
verzadigingsverschijnselen op belangrijke afzetmarkten bemoeilijken de
groeimogelijkheden. De groeiverwachtingen voor dit jaar en volgend
jaar weerspiegelen dit. Weliswaar wordt voor 2002 nog een groei van
1,5% geraamd, maar dit heeft vooral te maken met een opklimmen uit het
MKZ-dal en de verwachte betere weersomstandigheden, met navenant
hogere opbrengsten in de akkerbouw en de fruitteelt. Voor 2003
voorziet het CPB een stagnatie van de groei in de land- en tuinbouw.
De verdere aanscherping van de mestmaatregelen leidt zowel dit jaar
als volgend jaar tot een afname van het aantal dieren in de intensieve
veehouderij, wat ook een negatief effect heeft op de groei van de
landbouwsector.
ICT
Na een scherpe groeivertraging in 2001 loopt de groei van de
Nederlandse ICT-sector in 2002 verder terug, tot naar verwachting
3,5%. Was vorig jaar ook de tegenvallende internationale conjunctuur
nog een belangrijke oorzaak, dit jaar spelen vooral de
verzadigingsverschijnselen bij sommige ICT-producten een rol. Pas in
2003 komt de groei weer boven de 5%. De ontwikkelingen in de
ICT-branche zijn dan ook minder rooskleurig geworden dan voorheen, al
groeit de bedrijfstak nog wel boven gemiddeld. De geraamde groei van
de ICT-branche wordt gedragen door de telecomsector en de
computerservicebedrijven. De productie van de ICT-industrie zal dit
jaar naar verwachting nog blijven afnemen.
Na een scherpe terugval in 2001 van de productiestijging van
computerservicebedrijven door een combinatie van factoren als
economische vertraging, wegvallen van impulsen als de
'millenniumvraag' en marktverzadiging, zal de productiegroei dit jaar
weer kunnen oplopen tot ongeveer 5,25% en volgend jaar tot bijna 8%.
Het bedrijfsleven is nu wel veel terughoudender bij het opzetten van
e-commerce activiteiten en bij het invoeren van nieuwe ICT-technieken.
De hoge ICT-budgetten van de tweede helft van de jaren negentig zijn
intussen drastisch teruggeschroefd. Doordat een snelle introductie van
UMTS en een doorbraak van B2C e-commerce vooralsnog niet worden
verwacht, krijgen de computerservicebedrijven op korte termijn geen
extra impuls. Wel profiteren software- en beveiligingsbedrijven van de
toegenomen aandacht voor beveiliging na de gebeurtenissen van 11
september vorig jaar. Daarnaast zet de trend van uitbesteding van
ICT-activiteiten verder door.
Commerciële diensten
Ook de andere dienstverlenende sectoren profiteren dit jaar van het
vraagherstel in binnen- en buitenland, met uitzondering van de
uitzendbranche. Het aantal uitzenduren daalde fors in 2001, met name
in de tweede helft van het jaar. Dit beïnvloedt het gemiddeld aantal
uitzenduren in 2002 ook nog negatief. Omdat het conjunctuurherstel dit
jaar nog bescheiden is, zal het uitzendwerk naar verwachting per saldo
in 2002 verder krimpen (met -2,25% in het productievolume). Pas in
2003 zal de uitzendbranche kunnen profiteren van het
conjunctuurherstel.
Voor dit jaar en volgend jaar wordt voor de horeca een gematigd
herstel voorzien, zowel bij de consumptieve bestedingen als bij de
zakelijke markt. Door het verder op de achtergrond raken van de
aanslagen in de VS zal het grensoverschrijdende reisverkeer weer
aantrekken en mogen weer meer toeristische bestedingen in Nederland
worden verwacht.
Door de aanslagen in de VS zijn herverzekeraars terughoudender
geworden in hun acceptatiebeleid. Daarom worden voor dit jaar weer
forse premiestijgingen verwacht in de verzekeringsbranche. Voor het
bankwezen voorziet het CPB na een aanzienlijke daling in 2001 van de
provisie-inkomsten uit aandelen-emissies, effectenorders en zakelijk
betalingsverkeer, een licht herstel in 2002, min of meer in lijn met
de conjuncturele opleving.
Speciaal onderwerp: Zakelijke dienstverlening en de
productiviteitsagenda
De bedrijfstak zakelijke dienstverlening is uitgegroeid tot een
zwaargewicht in de Nederlandse economie. In werkgelegenheidstermen is
de sector inmiddels groter dan de industrie. De zakelijke
dienstverlening valt echter al jaren op door zijn zwakke
productiviteitsgroei. Wanneer deze trends doorzetten, zou dit een rem
kunnen gaan vormen op de macro-economische productiviteitsstijging en
de toekomstige groei van de Nederlandse economie. Toch hoeft deze
zogenoemde 'ziekte van Baumol' Nederland niet te treffen. De zakelijke
dienstverlening mag dan zelf een zwakke productiviteitsontwikkeling
kennen, de sector draagt wel voortdurend bij aan
productiviteitsverbetering via haar klanten. Tenslotte zijn er diverse
beleidsopties om de eigen productiviteitsgroei in de zakelijke
dienstverlening te verhogen. Dat kan onder meer door het transparanter
maken van de markten voor zakelijke diensten, door het 'uitlokken' van
buitenlandse concurrentie, en door het via prikkels aanmoedigen van
meer innovatieve inspanningen. Productiviteitsverbetering mag ook
verwacht worden van maatregelen die zakelijke dienstverleners in staat
stellen om meer schaalvoordelen en daarmee productiviteitswinst te
behalen.
Hogere pensioenpremies vanwege gedaalde rendementen pensioenfondsen
Door tegenvallende beleggingsresultaten en forse loonstijgingen is de
dekkingsgraad van pensioenfondsen in 2001 verder gedaald. Enerzijds
heeft dit ertoe geleid dat enkele pensioenfondsen de ingegane
pensioenen niet (of onvolledig) hebben aangepast aan de ontwikkeling
van de lonen of prijzen. Anderzijds leidt dit tot een stijging van de
pensioenpremies. De pensioenpremies bij de sector bedrijven stijgen in
2002 naar verwachting met 1%-punt. Bij de overheid stijgt de
gemiddelde pensioenpremie zelfs met 1,75%-punt. Bij deze raming is
onder meer gebruik gemaakt van een enquête onder de 100 grootste
pensioenfondsen. Uit deze enquête komt een divers beeld naar voren.
Bij de bedrijfstakpensioenfondsen (exclusief het ABP) stijgt de premie
in doorsnee met 0,5%-punt. Bij de ondernemingspensioenfondsen neemt de
gemiddelde premie toe van 3,25% van het bruto loon in 2001 naar 11,5%
van het bruto loon in 2002. Dit komt onder meer door een bijzondere
ontwikkeling bij drie ondernemingspensioenfondsen, waar in 2001 erg
lage premies en/of grote premie-restituties werden betaald.
Het Centraal Economisch Plan 2002, ISBN 90-1209-518-2, is vanaf heden
verkrijgbaar bij:
Sdu Servicecentrum Uitgeverijen
Postbus 20014
2500 EA Den Haag
Telefoon: 070-3789880
Telefax: 070-3789783
De prijs is 29,50 euro.
De volledige publicatie is (gratis) beschikbaar als PDF-file op de
website van het Centraal Planbureau.