Sociaal-Economische Raad
STEEDS MEER MENSEN HEBBEN AANVULLEND PENSIOEN
9 april 2002 -
Steeds meer werkgevers hebben voor hun werknemers een aanvullende
pensioenregeling afgesloten. Ook zijn in de pensioenregelingen de
drempels voor toetreding aanmerkelijk verlaagd en zijn
uitsluitingsgronden geschrapt. De relatieve omvang van de zogeheten
witte vlek op pensioengebied is daardoor duidelijk afgenomen.
Dit staat in het SER-rapport Witte vlekken op pensioengebied, quick
scan 2001, dat onder leiding van prof.dr. L.F. van Muiswinkel is
opgesteld door een werkgroep van de Pensioencommissie van de SER. Het
rapport is gebaseerd op onderzoeken van Research voor Beleid en van de
Pensioen- en Verzekeringskamer.
De witte vlek op pensioengebied bestaat uit werknemers voor wie de
werkgever geen pensioenvoorziening heeft afgesloten en uit werknemers
die niet aan een pensioenvoorziening (kunnen) deelnemen.
Uit het rapport blijkt dat werkgevers thans vaker een
pensioenvoorziening voor hun werknemers hebben dan in 1996. Destijds
had 73 procent van de werkgevers deze voorziening getroffen; in 2001
betrof dit 84 procent. Deze toename heeft zich vooral bij kleinere,
relatief jonge bedrijven en instellingen voorgedaan. Verder beschikken
bedrijven met meer dan 50 werknemers vrijwel altijd over een
pensioenvoorziening (99 procent). Bij bedrijven met meer dan 200
werknemers is hiervan in alle gevallen sprake. Pensioenvoorzieningen
voor werknemers komen nog iets minder vaak bij kleinere organisaties
voor. Van de organisaties met niet meer dan tien werknemers beschikt
één op de vijf niet over deze voorziening; bij organisaties met 10 tot
19 werknemers betreft dit één op de tien. Relatief vaak gaat het om
jonge bedrijven die niet onder een CAO vallen.
De toegankelijkheid van door de werkgever getroffen
pensioenvoorzieningen, die zijn ondergebracht bij een pensioenfonds,
is sinds 1996 verder verbeterd. Zo wordt er in minder regelingen een
toetredingsleeftijd gesteld. Het aantal regelingen zonder
toetredingsleeftijd (gemeten in actieve deelnemers) is sinds 1996
verdubbeld tot bijna 55 procent. Verder blijkt dat wachttijden de
toegankelijkheid van een pensioenregeling nauwelijks meer belemmeren.
Daarnaast komen uitsluitingen weinig meer voor in pensioenregelingen
die zijn ondergebracht bij pensioenfondsen.
De SER-commissie concludeert hieruit dat de relatieve omvang van de
witte vlek op pensioengebied ten opzichte van 1996 duidelijk is
afgenomen. Ondanks deze belangrijke vooruitgang dient de witte vlek op
pensioengebied volgens de SER verder te worden verkleind. Daartoe
heeft de SER eerder geadviseerd in het Burgerlijk Wetboek voor te
schrijven dat elke arbeidsovereenkomst een pensioenparagraaf moet
bevatten. Verder heeft de SER het kabinet geadviseerd de verkleining
van de witte vlek te laten plaatshebben langs de lijnen van het
arbeidsvoorwaardenoverleg (1). De Stichting van de Arbeid heeft in mei
2001 aanbevelingen gedaan met als doel een modern en betaalbaar
pensioen voor alle werknemers. De verdere verkleining van de omvang
van de witte vlek is daarin één van de prioriteiten (2).