Ingezonden persbericht
Multinationals waterprivatisering Bolivia niet beschermd door Nederlands investeringsakkoord
In antwoord op kamervragen van SP Tweede-Kamerlid Harry van Bommel, heeft staatssecretaris van Economische Zaken Ybema duidelijkheid geschapen over het Nederlandse standpunt in de omstreden privatisering van de drinkwatervoorzieining van Cochabamba, de derde stad van Bolivia.
In 1999 werd de drinkwatervoorziening van Cochabamba opgekocht door een consortium van
multinationals, met de Italiaanse Edison en Amerikaanse Bechtel als grootste deelnemers. De bevolking
van Cochabamba kwam echter massaal in opstand tegen de privatisering. De Boliviaanse regering
maakte de privatisering daarna ongedaan. De verwikkelingen omtrent de waterprivatisering in
Cochabamba worden in de gehele wereld en vooral binnen de zogenaamde anti-globaliseringsbeweging
met grote belangstelling gevolgd.
Het consortium dat de drinkwatervoorziening had opgekocht was ondergebracht in een holding op de
Kaayman-eilanden. Deze holding werd vervolgens naar Nederland overgeplaatst onder de naam
International Water Holding B.V. Via de brievenbusconstructie in Nederland probeert het consortium,
dat de privatisering zag mislukken, nu een schadevergoeding van 25 miljoen dollar op Bolivia te
verhalen. Dat bedrag is drie keer het oorspronkelijk geinvesteerde bedrag. De claim is voorgelegd bij de
geschillencommissie van de Wereldbank ICSID, die besloten heeft de claim in behandeling te nemen.
Het consortium kon de claim bij het ICSID indienen omdat het gebruik kon maken van het Nederlandse
Bilaterale Investeringsovereenkomst met
Bolivia. Een wereldwijde campagne eist van het consortium dat het de
claim laat vallen.
Op eerdere kamervragen van de SP antwoordde Ybema dat er in principe
niets mis zou zijn met dergelijke constructies. Van Bommel vroeg
vervolgens om een duidelijke uitspraak over dit specifieke geval, en uit
de nieuwe antwoorden blijkt dat staatssecretaris om formele redenen
vindt dat deze specifieke investering niet onder bescherming van het
Nederlandse investeringsakkoord kan vallen. De holding werd namelijk
pas in Nederland gevestigd werd nadat het overnamecontract in Bolivia
gesloten was. Bovendien kunnen
investeringsakkoorden niet met terugwerkende kracht bescherming
bieden. In feite zou de claim nu ook niet meer bij het ICSID behandeld
mogen worden. De staatssecretaris kondigt verder aan zijn standpunt bij
het ICSID kenbaar te zullen maken.
De vraag is nu wat de Nederlandse ING-groep zal doen. ING is sinds april
2001 eigenaar van Intra Beheer BV, waar International Water Holding
'beheerd' wordt. Activisten hebben in februari het nieuwe kantoor van
ING-Trust, waar ook Intra Beheer kantoor houdt, bezocht met de vraag
om de dienstverlening aan IWH te staken. Volgende week woensdag 17 april vindt in de Amsterdamse
RAI om 13.00 uur de jaarlijkse aandeelhoudersvergadering plaats...