Energieraad
PERSBERICHT
02/AER/128, 9 april 2002
AER Jaarverslag 2001: Energieliberalisering blijft aandacht vragen.
Liberalisering van energiemarkten is complexer dan aanvankelijk
ingeschat en zal nog langdurig aandacht blijven vragen van overheden.
Nederland moet daarbij rekening houden met strategische posities van
anderen en een terugvalpositie ontwikkelen ingeval er imperfecties
blijven bestaan.
Dit concludeert de Algemene Energieraad uit inzichten die naar voren
komen uit een negental interviews met een select internationaal
gezelschap over de internationale dimensie van energievraagstukken, op
basis van recente adviezen van de Algemene Energieraad. Deze zijn
opgenomen in het onlangs aan de Minister van Economische Zaken
uitgebrachte Jaarverslag 2001 van de AER. Zo stelt Van der Veer
(Shell): "Nationale bedrijven hebben dus nog jaren de tijd om van twee
walletjes te eten, een entree te krijgen tot markten elders vanuit een
beschermde nationale positie". Van Miert (oud commissaris EU): "Er
bestaan nog steeds quasi monopolise, en die blijven bestaan omdat
nationale overheden hun eigen markten nog steeds afschermen". En
Hancher (KUB): "Voor de leveringszekerheid kan de interne markt nog
niet zorgen, want die bestaat nog niet. Niet meer dan 9% van de
elektriciteit wordt nu over de landsgrenzen verhandeld."
De Algemene Energieraad constateert in het nawoord bij de interviews
dat het resultaat een boeiend debat is over de ontwikkelingen van het
schaalniveau van de energiemarkten en van de borging van de publieke
belangen. Daarbij gaat het over de nationale schaal versus die van de
EU. Bij de onderwerpen voorzieningszekerheid en het klimaatbeleid
reikt de schaal zelfs tot aan het mondiale niveau. De belangrijke
dilemma's zijn: de goede inschatting van het tempo van het proces van
internationale marktvorming en het realistische eindniveau.
Verschillende geïnterviewden benaderen het tot stand komen van een
goed functionerende open EU energiemarkt vanuit een gevoel van scepsis
en ongerustheid. Men twijfelt aan het realiteitsgehalte van een
dergelijke markt. De interviews stemmen volgens de AER tot nadenken,
inzoverre dat we ook rekening moeten houden met de mogelijkheid van
een minder snelle liberalisering en een blijvende rol voor nationale
overheden. Duidelijk wordt dat er verschillende inzichten bestaan die
zeker niet op alle punten te verenigen zijn. Deze inzichten zijn
verfrissend omdat ze kanttekeningen plaatsen bij redeneringen die in
de Nederlandse discussie worden gehanteerd. De inzichten zijn ook
waardevol omdat ze gebaseerd zijn op internationale
praktijkervaringen.
Liberalisering en internationalisering van de energiemarkten,
inclusief de zekerstelling van de voorziening en de noodzakelijke
milieu- en klimaatrandvoorwaarden, blijkt een zeer complex vraagstuk
te zijn. Wellicht complexer dan bij de start ingeschat, aldus de AER.
Voor de Nederlandse - en ook voor de Europese - overheid betekent dit
dat de ordening van de energiemarkten nog langdurig serieuze aandacht
blijft vragen. Nederland zal voordurend en op strategische wijze
moeten nadenken over de manier waarop wordt toegewerkt naar een
internationaal gereguleerde markt. Daarbij is inzicht in de posities
en strategieën van andere partijen onontbeerlijk. Er is ook aandacht
nodig voor een terugvalstrategie ingeval er imperfecties blijven
bestaan. Overigens zonder dat nut en noodzaak van een groeiende
bovennationale component in het energiebeleid ter discussie wordt
gesteld.
Deze observaties leveren de AER inspiratie op om met hernieuwde
aandacht te kijken naar de internationale dimensie van de
energievraagstukken.
Het jaarverslag bevat vanzelfsprekend ook een verslag van de
werkzaamheden van de AER. Daarbij wordt tevens ingegaan op de
conclusies en de aanpak naar aanleiding van de evaluatie en op de
uitgebrachte adviezen, die vooral in het teken stonden van de
voorbereiding van het Energierapport.
Nadere informatie kunt u verkrijgen bij het secretariaat van de
Algemene Energieraad, de heer drs. B.J.M. Hanssen of ir. P.W.
Broekharst. Algemene Energieraad, Postbus 11723, 2502 AS s-Gravenhage.
Telefoon: 070 3924001; fax: 070 3652836.
De tekst van het advies is beschikbaar op de website
www.algemene-energieraad.nl.