Nederlands Centrum voor Dopingvraagstukken
Nederlandse sportbonden steeds meer aandacht voor dopingvoorlichting
Uit cijfers van het Nederlands Centrum voor Dopingvraagstukken
(NeCeDo) blijkt dat steeds meer Nederlandse sportbonden aandacht
besteden aan voorlichting over doping. In de periode maart 2001 tot
maart 2002 hebben 44 van de 66 sportbonden gebruik gemaakt van het
stimuleringsbedrag. Dit betekent een stijging van 50 procent in
vergelijking met het jaar ervoor. Vooral de niet-olympische
sportbonden (inclusief de denksportbonden) hebben in de afgelopen
periode veel aan voorlichting gedaan wat zeer bemoedigend is. Het
NeCeDo hoopt dat in het
komend jaar deze stijgende lijn wordt doorgezet.
Jaarlijks keert het NeCeDo zogenaamde 'stimuleringsbedragen' uit aan
díe Nederlandse sportbonden die de verplichting hebben tot het voeren
van een actief anti-dopingbeleid. De stimuleringsbedragen worden
uitgekeerd in de vorm van een tegoedbon, met een looptijd van één
jaar, waarmee de sportbonden voorlichtingsactiviteiten en -materialen
kunnen verzilveren bij het NeCeDo. De te bestellen
voorlichtingsdiensten staan beschreven in het 'NeCeDo Partner in Clean
Sport dienstenpakket', editie 2001 - 2002. De stimuleringsbedragen
kunnen mede worden uitgekeerd dankzij het ministerie van VWS en de
Sector Topsport van NOC*NSF.
Bijna 70 procent van alle Nederlandse sportbonden heeft aandacht
besteed aan voorlichting over doping en gebruik gemaakt van het aan
hen uitgekeerd stimuleringsbedrag. Een aantal sportbonden heeft
bovenop het stimuleringsbedrag nog extra financiële middelen
vrijgemaakt om zijn sporters voor te lichten. Een tweede verheugende
ontwikkeling is de toename van voorlichtingactiviteiten door de
niet-olympische sportbonden. Van deze bonden heeft bijna 60 procent
gebruik gemaakt van het stimuleringsbedrag.
De toegekende stimuleringsbedragen in de periode maart 2001 tot maart
2002 waren bijna verdubbeld in vergelijking tot het bedrag dat werd
uitgekeerd in de periode maart 2000 tot maart 2001. Toch hebben de
meeste sportbonden het gehele stimuleringsbedrag verbruikt. Dit
betekent dat de bonden kwantitatief meer aan
NeCeDo-voorlichtingsdiensten hebben afgenomen. Samenvattend kan gezegd
worden dat in de afgelopen periode meer bonden aandacht hebben besteed
aan doping en dat, tegelijkertijd, per bond meer aan
voorlichtingsdiensten is afgenomen.
De voorlichtingsdiensten die de sportbonden het meeste hebben
afgenomen waren de NeCeDo-dopingwaaier, de NeCeDo-folders, de
artikelen in bondsorganen en de informatiebijeenkomsten. Tijdens de
informatiebijeenkomsten kwamen voornamelijk de
dopingcontroleprocedure, de dopinglijst en de problematiek omtrent
voedingssupplementen aan bod.
Voor de periode maart 2002 tot maart 2003 zijn wederom
stimuleringsbedragen uitgekeerd. De bedragen voor deze periode zijn
gelijk aan die in de voorgaande periode.