Partij van de Arbeid
Den Haag, 8 april 2002
Bijdrage van jaap jelle feenstra (pvda) aan het notaoverleg over pkb-deel 3
kabinetsstandpunt project mainportontwikkeling rotterdam
1. Algemeen
De PvdA verheugt zich vandaag het Kabinetsvoorstel Project
Mainportontwikkeling Rotterdam (PMR) te kunnen bespreken. Het voorstel ziet
er goed, evenwichtig en betekenisvol uit. Het voorstel versterkt zowel de
economie als gelijktijdig de milieu- en natuursituatie en het voorstel kent
een groot draagvlak.
Indien we vandaag dit debat niet zouden houden en morgen over PKB-Deel 3
zouden moeten stemmen, zou ik mijn fractie voorstellen vóór te stemmen. De
projectminister voorop, en via haar de betrokken ministeries, de
medeoverheden, het bedrijfsleven, de natuurorganisaties én de
projectorganisatie mogen dit als een welgemeend compliment beschouwen.
PMR leert ook dat "groenpolderen" wel degelijk kan leiden tot kwaliteit, tot
commitment en tot tempo. Kwaliteit blijkt uit de inhoud en effecten.
Commitment blijkt ook uit het feit dat er opmerkelijk weinig afwijzende
reacties zijn binnengekomen. Tempo blijkt uit het feit dat tussen het eerste
PMR-debat in deze Kamer en de PKB-vaststelling nu 4,5 jaar ligt;
besluitvorming over zo'n omvangrijk en gecompliceerd project in zo'n korte
periode is bijkans een olympische prestatie.
De - korte - PMR-geschiedenis kent zijn start als uitvloeisel van het
ROM-project van december 1995, waarbij het Kabinet in april 1996 en juli
1997 constateerde dat in de mainport Rotterdam een ruimtetekort dreigt.
Bijna jaarlijks hebben we hierover in de Kamer gedebatteerd (december 1997,
juni 98, juli 1999 en oktober 2000). In deze debatreeks heeft de PvdA steeds
aangegeven:
* de Rotterdamse haven is belangrijk voor de Nederlandse economie.
Terwijl Schiphol zo'n 2,5 procent aan ons bruto nationaal product (BNP)
bijdraagt, is de Rotterdamse haven goed voor circa 7-8 procent. In
werkgelegenheid uitgedrukt: 65.000 directe en 350.000 indirecte
arbeidsplaatsen. Zie verder de Mainportnotitie van het Kabinet, mei 2000.
* Onze natte mainport is niet alleen economisch van belang maar
bepaald ook in sterke mate ons ruimtegebruik, zowel in oppervlak als in
ontsluitende infrastructuur, als ook milieukwaliteiten en leefbaarheid.
Vandaar onze inzet op de realisatie van de dubbeldoelstelling.
Deze debatreeks biedt goede mogelijkheden de ontwikkelingen te volgen en te
sturen. Sterk bepalend daarin zijn onze beide breed in de Kamer ondersteunde
moties:
* In het eerste debat van december 1997 hebben we in de motie-Feenstra
bepleit de dubbeldoelstelling van mainportontwikkeling én leefbaarheid en
het gelijkwaardig uitwerken van verschillende alternatieven.
* In het laatste debat van oktober 2000 hebben we in een tweede
motie-Feenstra aangegeven dat naast de wettelijke natuurcompensatie bij
landaanwinning de 750 ha. natuur- en recreatiegebied moet worden zeker
gesteld ten gunste van de leefbaarheid in dit sterk verstedelijkte en
geïndustrialiseerde gebied. Met deze tweede motie werd niet alleen de groene
impuls voor deze regio in de noodzakelijke omvang veilig gesteld, maar ook
de drager voor het overleg tussen alle betrokken partijen; de natuurimpuls
schraagt het overleg en als zodanig commitment en tempo!
Uit het nu voorliggende kabinetsstandpunt blijkt dat aan deze wensen is
voldaan:
* De mainport kan economisch worden versterkt via intensief gebruik
van bestaand gebied voor 200 ha en een gefaseerde landaanwinning, de
kosten-baten-analyse van CPB-NEI-RIVM is positief; er is sprake van een
verbetering van de Nederlandse en Europese welvaart.
* De leefbaarheid van de mainport kan worden verbeterd; er is per
saldo sprake van een verbetering van de kwaliteit van de leefomgeving, met
concrete winst voor natuur, recreatie en ruimtelijke kwaliteit, geluid.
* De 750 ha is in de PKB opgenomen op basis van de dubbeldoelstelling,
bovenop het noodzakelijk natuurcompensatiepakket.
2. Uitgangspunten
In de vier algemeen overleggen van de debatreeks hebben we steeds onze
uitgangspunten aangegeven. Nu kan worden beoordeeld of ze in de PKB zijn
overgenomen.
Mainportontwikkeling
Met betrekking tot de ontwikkeling van mainport heeft de PvdA bepleit dat
een cultuuromslag nodig is van aanbodstrategie naar vraagstrategie. Dus niet
kades aanleggen in afwachting van bedrijven maar gefaseerd naar tijd en
schaal inspelen op marktontwikkeling; niet vraagvolgend, want dan ben je per
definitie laat, maar wel vraag-georiënteerd. De PKB toont deze cultuuromslag
door bestaand gebied intensiever te gaan benutten en landaanwinning
gefaseerd uit te voeren, vraag-georiënteerd.
Dubbeldoelstelling
De PvdA heeft steeds bepleit dat de uitbreiding van de haven moet samengaan
met een verbetering van de leefomgeving.
Op microniveau moeten economie en milieu samen gaan door bij de stad
schuifruimte te realiseren voor woningbouw en leefbaarheid; schuifruimte die
mogelijk wordt gemaakt door een westwaartse beweging van intensief
grondgebruik én door een gefaseerd proces van landaanwinning, met een
nadrukkelijke reservering voor diepzeegebonden bedrijvigheid.
Ook op macroniveau moeten economische winst en milieuwinst samengaan, want
het bundelen van vervoersstromen tussen de wereldmarkt en Europa en visa
versa geeft schaalvoordelen. De VROM-raad signaleert dat vervoersafwikkeling
via Rotterdam in de Europese context vervoers- en milieu-efficiënt is.
Natuurorganisaties schrijven dat als er geen haven zou zijn in Noordwest
Europa Rotterdam de locatie zou zijn die ervoor uitgezocht werd, ook uit
oogpunt van duurzaamheid.
De PKB toont deze gelijktijdige en samenhangende versterking van economie en
milieu.
Regio
Eerder heeft de PvdA steeds bepleit de verschillende alternatieven in de
regio gelijkwaardig te onderzoeken (zie de eerste motie). We hebben het dan
over de verschillende havenontwikkelingen in Zuidwest Nederland, in
Moerdijk, Terneuzen en bij Vlissingen. Deze locaties zijn verkend en de PKB
toont interessante mogelijkheden, in samenhang en complementair, bij de
containerterminal in Vlissingen. Naar verluidt zullen daarover nog deze week
afspraken over samenwerken en samen investeren tussen Rotterdam en
Vlissingen worden gemaakt.
Wie deze samenwerking tussen Rotterdam en Vlissingen, en zelfs vanuit
Antwerpen in Nederland tot voor kort als irreëel beschouwde, moet zich
instellen op een nieuwe werkelijkheid, waarmee wij de initiatiefnemers
feliciteren en geluk wensen!
Natuur
Voor de PvdA is altijd een onlosmakelijk deel van verdere
mainportontwikkeling geweest het verder ontwikkelen van de natuur, juist in
dit dichtbevolkte en zwaar geïndustrialiseerde deel van Nederland.
De vergroening van deze regio via natuurontwikkeling heeft ook tot zeer
aansprekende plannen geleid; zie Veters Los van Natuurmonumenten, zie Nieuw
Rotterdams Peil en Met Rotterdam in Zee van WNF, Visie& Durf van ConCept en
Rotterdam. In de debatreeks hebben wij steeds aangegeven dat daarbij de
realisatie van de 750 ha nog voortkomt uit ROM-Rijnmond, nodig is voor
natuur, recreatie en leefbaarheid maar ook bijdraagt aan het aantrekkelijk
maken van het vestigingsklimaat in deze regio.
De PvdA heeft ook steeds aangegeven dat de 750 ha los staat van
landaanwinning. De 750 ha is geen compensatie. Compensatie op basis van de
Europese natuurbeschermingsrichtlijnen komt bovenop deze 750 ha. Eerder
stonden wij alleen met deze opvatting, in het laatste debat werd deze
gedeeld door de andere fracties, hetgeen in oktober 2000 de tweede motie
mogelijk maakte. En de PKB toont nu ook deze uitwerking. Daarmee krijgt deze
zwaar belaste regio de groene impuls die ze verdient en nodig heeft.
Groen Poldermodel
De PvdA heeft steeds bepleit om serieus samen te werken met medeoverheden,
met het bedrijfsleven, met maatschappelijke organisaties.
Groenpolderen, interactief werken start met een duidelijk kader, opgesteld
vanuit het politiek primaat, zijnde haar onvervreemdbare domein. En
groenpolderen eindigt bij een politieke beoordeling vanuit het politiek
primaat. Daartussen ligt de groene polder.
Het duidelijke beleidskader bestaat uit de projectbeslissing van het Kabinet
van juli 1997 en de kameruitspraak van december 1997; dat is het kader,
daarbinnen kunnen partijen elkaar ontmoeten, dat is het speelveld en meer
smaken zijn er niet.
Succesvol groenpolderen kan binnen dit kader vervolgens bijdragen aan
kwaliteitsverbetering en draagvlak en als zodanig ook tempo. Op dit punt
spreken wij waardering uit voor de procesaanpak, voor de projectorganisatie,
met name ook voor de gedurfde rol en inbreng van de medeoverheden en
maatschappelijke organisaties, samenwerkend in het Overleg Niet
Rijkspartijen (ONR) van de heer Alders.
Groenpolderen draagt ook bij aan de gewenste cultuuromslag, niet alleen
binnen de mainportontwikkeling,maar ook bij de deelnemers (zie interview
Scholten/Steekelenburg in Milieu-Actief).
Groenpolderen als procesinvestering geeft ook tempo. Tussen het eerste debat
(december 1997) en de PKB-vaststelling ligt 4,5 jaar, waarbij de eerdere
GHR-roep om Haags tempo betekenisloos wordt.
Financiën
In de debatreeks heeft de PvdA steeds bepleit dat PPS niet de status van
geloofsartikel mag krijgen. Onderzoek de diverse mogelijkheden maar wees er
ook steeds op attent dat mainportontwikkeling op basis van majeure private
investeringen gepaard zal gaan met een vermindering van zeggenschap vanuit
het publiek kader.
Voor de PvdA is steeds uitgangspunt geweest: de voordeligste aanpak voor
belastingbetaler. Op dit punt is ook bij ons sprake geweest van een
ontwikkelingsproces, waarbij we hebben aangegeven (zie Rotterdams Dagblad
van 22 maart 2001) dat
PPS mag staan voor publiek-publieke samenwerking waarbij de samenvoeging van
rijksgelden en gemeentelijke gelden de mainportontwikkeling mogelijk maakt.
De PKB en het Memorandum van Overeenstemming toont nu ook deze
publiek-publieke samenwerking waarbinnen vervolgens weer ruimte ontstaat
voor reguliere private investeringen, zoals elders gewoon is in
bedrijventerreinen.
In de PKB kunnen we veel, heel veel van deze eerder door ons genoemde punten
terugvinden. Dat maakt ook dat wij positief zijn over het kabinetsstandpunt.
Het resterend aantal vraag- en discussiepunten is dan nu ook verder tamelijk
beperkt.
3. Discussiepunten
Financiering
Het kabinetsstandpunt omvat het ruimtelijke spoor; er volgt nog een
projectenspoor, waaruit moet ook een meer exact overzicht blijken van de
kosten. Deze ontkoppeling tussen het ruimtelijk spoor met haar drie
deelprojecten met trekkers en het projectenspoor vinden wij een goede zaak.
Uit PKB-Deel 3 blijkt geen globale kostenindicatie. Die moet toch wel te geven zijn. Zit zit ik er ver naast als ik stel dat we het hebben over 1 miljard voor de zeewering, 500 miljoen voor de eerste fase van 400 ha landaanwinning en 200 miljoen voor natuurontwikkeling, dus totaal een kleine 2 miljard euro, otw 200 miljoen euro per jaar voor een periode van 10 jaar? En hoe wordt dit gefinancieerd? Uit ICES-3 bij het Regeerakkoord?
In een aanvullend Memorandum zijn partijen overeengekomen:
* het Rijk richt een Aanleg-NV op voor het skelet van de
landaanwinning, d.w.z. zeewering, haventoegang en compensatiemaatregelen,
uitgaande van verzekerd reëel rendement van 4 procent.
* Rotterdam richt een Exploitatie-NV op voor financiering en invulling
van het skelet, d.w.z. opspuiten, aanleg van kades, infrastructurele
aansluitingen en exploitatie middels gronduitgifte.
* het Rijk betaalt in 10 jaarlijkse termijnen totaal circa 200 miljoen
euro voor de 750 ha. natuur- en recreatiegebied.
Over dit financiële bouwwerk toch enkele opmerkingen en vragen.
* De PvdA is van mening dat, waar de Europese zeehavens met elkaar
concurreren om lading en bedrijvigheid, er bovenal een transparant en
onderling vergelijkbaar beleid in Europa moet komen voor de
overheidsfinanciering van zeehavens. Dat geeft een level playing field,
waarna comperatieve elementen zoals locatie, schaal, kwaliteit, ontsluiting
en prijs hun marktwerking mogen hebben. Aan zo'n Europese gelijk speelveld
richtlijn moet met voorrang gewerkt worden, maar die is er nog niet! Het
financieel bouwwerk van PMR mag daarvoor als wervend voorbeeld worden
gehanteerd. Exxporteer dit beleidsproduct naar Brussel, definieer vanuit
onze mainport de richtlijn, wees gedurfd, innovatief en trendsettend. Dat is
onze aansporing maar gelijktijdig onze waarschuwing: wees met Rotterdam niet
roomser dan de paus. Koester en daag onze mainport uit maar speel niet met
de grootste wereldhaven, let op onze internationale omgeving.
* Tegen deze achtergrond willen wij graag een toelichting over de 4
procent rendementseis. Waarom deze eis? Ze is toch niet bedoeld om te sturen
op de benutting van de Tweede Maasvlakte, want daarvoor hebben we al een
vraag-georiënteerde aanpak en een sturend vestigingsbeleid voor
diepzeeactiviteiten opgezet. En PMR is een project met een positieve MKBA.
Dat leidt al via een stijging van het BNP tot een toename van de
staatsinkomsten. Hoe verhoudt zich de 4 procent tot de financiering van
andere basisinfrastructuur (zie het advies van de Nationale Havenraad)? En
wat is de praktijk in buitenlandse havens? Is hier sprake van een
vestzak-broekzak-wijsheid, namelijk levert deze 4 procent vervolgens een
lager exploitatieresultaat op en als zodanig weer een sterkere druk op het
verstrekken van subsidies? Waarom worden onderhoudskosten voor de zeewering
en de basiskustlijn doorberekend die elders regulier door het Rijk worden
gedragen?
Organisatie
De PvdA heeft in de debatreeks steeds benadrukt dat in de oude en nieuwe
haven eenheid van beleid en beheer moet bestaan.
Nog onhelder is toekomstige organisatievorm. Rotterdam wordt nog een jaar
lang de tijd gegund voor discussie over GHR als gemeentelijke tak van
dienst, al dan niet op afstand, al dan niet verzelfstandigd.
Wij hebben eerder aangegeven de afkorting GHR mag staan voor
Gemeenschappelijk Havenbedrijf Rijnmond. Gemeenschappelijk omdat
rijksbetrokkenheid gerechtvaardigd is bij de mainportontwikkeling vanwege
haar dominante betekenis voor economie, ruimtelijke ordening en
milieukwaliteiten. PMR heeft ook aangetoond dat mainportbeleid
gemeentegrensoverschrijdend is en rijksbetrokkenheid vergt. Kan de minister
aangeven of zij ook van mening is dat vanwege het economisch, ruimtelijk en
milieubelang het Rijk in het algemene mainportbeleid ook een geëigende rol
moet krijgen?
Uit de voorliggende stukken blijkt dat bij lage groei en voor kleine kavels
volstaan kan worden met BRG. Bij een hoge groei en de uitgifte van grote
kavels is dit niet mogelijk en niet wenselijk. Dan moeten
diepzeeactiviteiten westwaarts worden verplaatst naar de landaanwinning.
Zonder landaanwinning zal bij hoge groei en uitgaande van intensiveringen in
BRG van 200 ha. in 2020 270 ha. en in 2035 680 ha. ruimtetekort ontstaan. De
kosten-batenanalyse laat zien dat rond 2010 behoefte is om met de aanleg te
beginnen. Een juiste timing en fasering leidt tot een verbetering van de
Nederlandse welvaart en ook (en meer) tot die van Europa. Als timing en
fasering van zoveel belang zijn voor de nationale en zelfs internationale
baten, rechtvaardigt de betekenis van deze timing en fasering dan ook niet
juist een blijvende betrokkenheid van het Rijk?
Over de ontsluiting van de Maasvlakte kan ik kort zijn. De minister schrijft
dat de alternatieven worden onderzocht en vergeleken op basis van nautische
veiligheid en kosten, met een onafhankelijke toets: akkoord.
De PvdA gaat ervan uit dat de Maasvlakte voor alle modaliteiten van weg, water, spoor en pijpleiding optimaal wordt ontsloten. Dat hoeft niet te betekenen dat het te lossen containerschip aan stuurboord een binnenvaartschip en aan bakboord een trein en op het dek een vrachtwagen zal aantreffen. Wij kunnen ons heel goed voorstellen dat innovatieve lossystemen en technieken worden gebruikt van waaruit de modaliteiten naar hun logistieke functies worden gevuld. Modaliteiten die maar deels concurrerend en bovenal complementair moeten werken, naar hun specifieke logistieke functies; de binnenvaart voor groot en zwaar in en rond onze natte delta, de vrachtwagen voor fijnmazig en snel van deur tot deur en het spoor voor snel en ver Europa in. Wij zien in de toegezegde uitwerking een efficiënte en optimale ontsluiting voor alle modaliteiten graag terug.
Natuur
Het natuurdeel van de PKB bestaat uit drie delen: mitigatie, compensatie,
ontwikkeling.
a. Mitigatie
Het zoveel mogelijk beperken van natuurschade vergt een zo noordelijk
mogelijke ligging van de landaanwinning. Dat is gunstig voor het behoud van
de saltspray op de duinen van Voorne. Volgens de MER geeft de
Haringvlietlijn de minste natuurschade. Ook in het akkoord Visie & Durf van
Rotterdam en de in ConSept samenwerkende natuurorganisaties wordt deze
begrenzing bepleit. Een zo noordelijk mogelijke ligging via de
Haringvlietlijn, en dus niet via de Demarcatielijn is, daarbij een middel.
Het doel is minder schade aan natuur, daar moet bewijslast opgericht zijn.
Waarom bepleit het Kabinet hier, anders dan in de MER, meer ruimte voor
innovatieve ontwerpen voor landaanwinning?
b. Compensatie
De Habitatrichtlijn vergt een toets van de landaanwinning aan de dwingende
reden van groot openbaar belang. Volgens het Kabinet zijn betere benutting
en landaanwinning de enige oplossing. De natuurcompensatie bestaat uit
31.250 ha. zeereservaat + 100 ha. duin + 23 ha. zeereep. Er is ruime
overeenstemming tussen partijen over het Compensatieakkoord, maar dat is
niet vastgelegd in de PKB. Komt dit in het Program van Eisen voor de
Aanleg-NV?
c. Natuurontwikkeling
Het is een ongekende noodzaak én kans om in een zo dichtbevolkt en zwaar
geïndustrialiseerd gebied, zo dicht bij de stad, grote eenheden hoogwaardige
natuur- en recreatiegebieden te kunnen ontwikkelen; 150 ha. aan de
noordflank van Rotterdam en 600 ha. ten zuiden van Rotterdam. Deze unieke
kans op loop- en fietsafstand voor honderdduizenden mensen moet met beide
handen, vol groene vingers, nu worden aangegrepen. Nu kan het nog, over 10 à
15 jaar kan deze kans op een uniek transformatieproces wel eens definities
verdwenen zijn.
De provincie Zuid Holland wordt trekker voor deze gebiedsvergroening. Prima,
daar moet ze wat betreft realiseerbare doelen, instrumenten en middelen dan
ook toe in staat worden gesteld. Daarbij moet worden recht gedaan aan zowel
de uitkomsten van het interactieve PMR-proces tussen vele betrokkenen, de
resultaten van het bestuurlijk overleg als óók aan de inspraak van mensen
die zo duidelijk hebben laten blijken van dit uitnodigende, open landschap
te houden. Daarbij kan niet alles blijven zoals we het gebied nu hebben
leren kennen. Het was 50 jaar geleden anders en zal stellig over 50 jaar ook
weer anders zijn; de constante daarin moet zijn dat er een meer dan
aantrekkelijk gebied is en blijft, voor de huidige en toekomstige bewoners
en gebruikers, en daartoe heeft de Albrandswaard vele kwaliteiten te bieden.
Volgens de PvdA moet de provincie zeer wel in staat zijn op basis van de
hoofdfuncties van natuur en recreatie een transformatieproces in het gebied
te starten, waarbij rekening wordt gehouden met karakteristieke
cultuurhistorische elementen, waarin ook ruimte blijft voor agrarische
bedrijvigheid, op een uitnodigende en interactieve wijze georganiseerd. Met
minder nemen we geen genoegen.
Dan nog een financiële vraag. De 750 ha. natuur en recreatie omvat geen EHS;
de kosten kunnen dus niet drukken op de EHS-pot. Hoe gaat het Kabinet deze
groenimpuls financieren? Moet dit een onderdeel zijn van de
ICES-3-afspraken?
Milieu
Het beperken van milieu- en ruimtebeslag vergt zowel het doorzetten van het
generieke milieubeleid als van het aanvullend gebiedsgerichte milieubeleid,
met een gerichte kwaliteitsverbetering voor de dagelijkse leefomgeving, met
natuur- en recreatiegebieden die direct bereikbaar zijn voor
honderdduizenden Rotterdammers op loop- en fietsafstand.
Aanvullend beleid is nodig voor geluid, met name voor industrie en wegverkeer, broeikasgassen en NOx, stank en stof. Heel concreet:
* Wie organiseert een CO2 uitwisseling tussen de industrie en de
tuinbouw en woningbouw (zie algemeen overleg van 19 december over WKK)?
* Wie organiseert dat bedrijfsvestigingen op de landaanwinning binnen
het Convenant Benchmarking Energie tot de werkelijke wereldtop gaan behoren?
* Wie organiseert en ziet toe op een daadwerkelijke verbetering van de
geluidssituatie via het Kenniscentrum en idem voor luchtkwaliteit via het
Masterplan?
* Wie zet een aanpak voor bodemsanering op, zodat tegen de laagste
maatschappelijke kosten maximaal van BRG gebruik wordt gemaakt?
* Wie organiseert een benchmark voor productiviteitsstijging
containersector?
De PvdA wil dat winst voor milieu en leefbaarheid toetsbaar en meetbaar
worden, transparant. Wij bepleiten een positieversterking en
functieverzwaring voor ROM Rijnmond; zij moet jaarlijks een milieumonitor
uitbrengen m.b.t. de taakstelling voor duurzame energie, vervoersmanagement,
bodemsanering, ruimteproductiviteit bij containerhandling etc.
Rotterdam is nu de grootste haven, en de grootste haven mag ook de schoonste
haven zijn. Rotterdam kan en mag voorop lopen met milieuregels en in de
handhaving daarvan. Bedrijven geven aan dat ze de intensivering van de
handhaving gaan voelen, in de administratie, in de logistiek, bij
bedrijfsvestigingen. Bij het debat over de milieuhandhaving (11 december
2001) heb ik hiervoor aandacht gevraagd. We moeten deze signalen serieus
nemen, maar ze moeten niet leiden tot een tandje minder hier, maar tot een
tandje meer over de grens; via Europa moet het milieubeleid én de handhaving
daarvan in andere havens vergelijkbaar worden. Inmiddels heeft minister
Pronk mijn vragen beantwoord (5 maart 2002): via het Europese
handhavingsnetwerk IMPEL wil het Kabinet gelijk optreden in de grote
Europese havens bevorderen.
4. Politieke conclusie
De PvdA kan zich niet herkennen in een economische ontwikkeling, die ten
koste gaat van natuur, milieu en leefkwaliteiten. Maar wij menen ook dat
louter bescherming van omgevingskwaliteiten ook niet bereikt kan worden
zonder economische ontwikkeling.
Dit verbindt economische dynamiek met milieuherstel, in een
dubbeldoelstelling.
Het kabinetsvoorstel doet recht aan de dubbeldoelstelling van economische
versterking van onze mainport én het verbeteren van de leefbaarheid. Het
voorstel leidt tot een netto welvaartstoename en per saldo
milieuverbetering, het bevat een cultuuromslag van een aanbodstrategie naar
een vraaggeoriënteerde strategie bij een gefaseerde landaanwinning.
In het Kabinetsvoorstel zijn heel veel van onze eerdere pleidooien verwerkt.
Dat geldt ook zeker voor beide kameruitspraken. Wij steunen het voorstel,
zijn er eigenlijk ook trots op en we hopen dat dat voor veel partijen mag
gelden.