Verbond van Verzekeraars
Helpt de poortwachter verzekeraars?
Beheersing van langdurig ziekteverzuim en WAO-instroom door de
verantwoordelijkheid voor de werkgever en de werknemer aan te
scherpen: dat is het doel van de Wet verbetering poortwachter, die per
1 april in werking is getreden. Tijdens een themamiddag van het
Verbond in samenwerking met het ministerie van Sociale Zaken en
Werkgelegenheid (SZW) op 27 maart werden de belangrijkste praktische
consequenties van de wet op een rij gezet.
Dagvoorzitter mr. P.B. Polet (voorzitter van de afdelingscommissie
Arbeidsongeschiktheid van het Verbond) ging kort in op het ontstaan
van de Wet verbetering poortwachter. In aanvulling op de Wet structuur
uitvoering werk en inkomen (SUWI) is per 1 april 2002 de Wet
verbetering poortwachter in werking getreden, die tot doel heeft een
snellere reïntegratie in het eerste ziektejaar te bevorderen. De wet
is daarmee de poort voor de WAO en de WW, omdat met de wet wordt
voorkomen dat werknemers onnodig in de WAO of in de WW terechtkomen.
Drs. P.H.M. Loozen (beleidsmedewerker bij de afdeling
Arbeidsongeschiktheid en Loondoorbetaling bij de directie Sociale
Verzekeringen van het ministerie van SZW) gaf aan dat het oude
poortwachtersmodel door allerlei administratieve handelingen
onvoldoende functioneert. Bovendien bevat het geen inhoudelijk
beoordelingskader van reïntegratie-inspanningen: de toetsing hiervoor
ontbreekt. In het nieuwe poortwachtersmodel is wel een inhoudelijk
beoordelingskader opgenomen in de vorm van een Regeling procesgang
eerste ziektejaar, waarin is aangegeven welke stappen kunnen worden
gezet en welke inspanningen kunnen worden verricht door de werknemer,
de werkgever en diens Arbo-dienst.
Mr. H.J. van Dalen (namens het Verbond lid van de stuurgroep
Verbetering Poortwachter van het ministerie van SZW) ging vervolgens
in op de gevolgen van de wet in de praktijk voor verzekeraars. Een
verzekeraar mag controle op de juistheid van de claim van de werkgever
uitoefenen en op de juistheid van de ondernomen
reïntegratieactiviteiten door de werkgever en de Arbo-dienst. Ook mag
hij bemiddelen bij het verkrijgen van REA-subsidies. De verzekeraar
mag echter geen directe controle uitoefenen op de individuele
werknemer en mag ook geen inzicht krijgen in het Plan van Aanpak dat
door de werkgever wordt opgesteld. Van Dalen gaf tot slot als advies
voor verzekeraars om een vrijwillige verlenging van de
loondoorbetalingsverplichting niet te verzekeren, omdat de
premiehoogte niet te berekenen is en een echte toetsing ontbreekt. Mr.
drs. D.W.M. Weesie (directeur Bestuurlijke en Juridische Zaken van
ArboNed) ging ten slotte in op de gevolgen voor de samenwerking tussen
Arbo-diensten en verzekeraars, die als gevolg van de wet intensiever
zal worden.
Bondig, april 2002