Centrale Raad van Beroep Utrecht
Mededeling over beslag op uitkering is besluit gericht op
rechtsgevolg. Geldigheid beslag ter beoordeling burgerlijke rechter.
Bron: Centrale Raad van Beroep Utrecht
Datum actualiteit: 8-04-2002
Als uitvloeisel van een tussen betrokkene en zijn ex-echtgenote
lopende boedelscheidingsprocedure is bij deurwaardersexploot door de
vrouw onder het USZO executoriaal beslag gelegd op de uitkering, als
bedoeld in artikel 99, tweede lid, van het ARAR, die betrokkene van
het USZO ontving. De brieven waarin het USZO aan betrokkene mededeling
doet over het beslag en welk deel van de uitkering nog aan hem wordt
uitbetaald worden als beslissingen gericht op rechtsgevolg en derhalve
als besluiten aangemerkt. Ingevolge artikel 438 Rv worden geschillen
die in verband met een executie rijzen gebracht voor de rechtbank die
naar de gewone regels bevoegd zou zijn. De Minister heeft zich terecht
op het standpunt gesteld dat hij gehouden is medewerking te verlenen
aan het beslag en dat het niet op zijn weg ligt de geldigheid van dit
door de deurwaarder gelegde beslag te beoordelen. Dit is voorbehouden
aan de burgerlijke rechter. Het is evenmin aan de bestuursrechter die
geldigheid te beoordelen. De toetsing van de bestuursrechter kan
daarom niet verder strekken dan het beantwoorden van de vraag of het
bestuursorgaan bij het nemen van de betalingsbeslissing gebleven is
binnen het kader van het beslag. Niet in geschil is, dat dit hier het
geval is.
Ga naar betreffende uitspraak met nummer: AE0811
(Zie het originele bericht)