Waterschap Groot Salland
Zwolle, 5 april 2002
MilieuTech presenteerde onjuiste en misleidende oventemperatuur in
arbitrageprocedure
Uit de administratie van het voormalige slibverwerkingsbedrijf STVM
blijkt dat MilieuTech Beheer B.V. in de juridische strijd met de
waterschappen Groot Salland en Regge en Dinkel onjuiste gegevens heeft
verstrekt aan arbiters. De administratie geeft aan dat de temperatuur
in de verbrandingsoven niet boven de 1300 °C is gekomen.
MilieuTech heeft daarentegen altijd gemeld dat de temperatuur in de
oven zou zijn uitgekomen boven de 1600 °C. Arbiters hebben eerder
geoordeeld dat deze hoge temperatuur de installatie heeft beschadigd
en hebben de waterschappen daarvoor verantwoordelijk gehouden.
19 miljoen euro
MilieuTech kreeg in de arbitrageprocedure een schadevergoeding van
ruim ¤ 19 miljoen toegewezen. De Overijsselse waterschappen
moeten dit bedrag op de burgers van Overijssel verhalen.
De waterschappen Groot Salland en Regge en Dinkel vinden in de
ontdekking, dat de temperatuur in de relevante periode nooit boven
1300 °C is geweest en MilieuTech moet hebben geweten dat meetgegevens
beschikbaar waren, aanleiding om tegen de eerdere arbitrale vonnissen
een procedure tot herroeping aanhangig te maken. Deze vonnissen
berusten immers, zoals uit de administratie blijkt en pas na het
eindvonnis is ontdekt, op onjuiste gegevens door MilieuTech aan
arbiters verstrekt.
Administratie
De waterschappen beschikken intussen over delen van de administratie
van het voormalige STVM. Deze zijn door de curatoren van de V.I.T. en
Twence B.V. ter beschikking gesteld. Nadat STVM failliet was gegaan is
de fabriek overgenomen door de V.I.T. (Verwerkingsinstallatie Twente &
Co). Toen ook de V.I.T., in 2001, failliet ging, hebben de
waterschappen de beschikking gekregen over delen van de administratie
en ontdekt dat meetgegevens met betrekking tot de oventemperatuur over
de door arbiters relevant geachte periode beschikbaar waren. Daarvoor
waren de waterschappen niet van het bestaan van deze meetgegevens op
de hoogte.
Ook blijkt uit de administratie dat de oven te snel op en afgestookt
is. STVM heeft de norm die hiervoor gold fors overschreden. Daar komt
bij dat de in de oven aangebrachte bemetseling niet bestand was tegen
de temperatuur die de waterschappen was toegezegd.
Rioolslib uit Overijssel
Ook in Overijssel wordt afvalwater van burgers en bedrijven via
rioolstelstels naar een rioolwaterzuiveringsinstallatie gepompt. Op
rioolwaterzuiveringsinstallaties wordt het afvalwater zover gezuiverd,
dat het geen belasting vormt voor het oppervlaktewater waarop het
wordt geloosd. De afvalstoffen die uit het afvalwater worden gehaald,
vormen een grote hoeveelheid slib. Dit slib moet zorgvuldig worden
verwerkt. Om het volume van het slib te verminderen, wordt het slib
zoveel als mogelijk ingedikt. Het ingedikte slib wordt getransporteerd
naar een kunstmatige slibontwateringsinstallatie. Het slib is na
ontwatering geschikt om verder te verwerken.
Verantwoorde verwerking
Om dit zuiveringsslib verantwoord te laten verwerken, sloten de
waterschappen Regge en Dinkel en Groot Salland in 1993 een
overeenkomst met STVM, die voornemens was een nieuwe
slibverbrandingsinstallatie te bouwen en te exploiteren. Vanaf de
ingebruikname in 1994 functioneerde de slibverbrandingsinstallatie
slecht en staken allerlei problemen de kop op. Na het faillissement
van STVM in 1997 startte MilieuTech een arbitrale procedure tegen de
waterschappen.
In het tussenvonnis van 24 januari 2000 hebben de arbiters vastgesteld
dat de waterschappen aansprakelijk zijn voor de schade die MilieuTech
door hun toedoen zou hebben geleden, MilieuTech heeft in haar claim de
schade gebaseerd op de boekwaarde van de STVM-installatie, gederfde
winst en gemaakte kosten. De hoogte van het schadebedrag (ruim ¤
19 miljoen) is bekendgemaakt in het eindvonnis.
Einde persbericht
---