LEI
persbericht / nr. 1683
5-april-2002
Landbouw maakt vorderingen op gebied van milieu en natuur
De landbouw heeft in 2000 flinke vorderingen gemaakt in het terugdringen van het mineralenoverschot. De jaren negentig kenmerkten zich op dit punt vooral door stagnatie. Toch moeten veel bedrijven nog een grote stap zetten om binnen de voor 2003 vastgestelde verliesnormen te blijven. Het verbruik van gewasbeschermingsmiddelen is sinds het midden van de jaren tachtig weliswaar gehalveerd, maar de taakstellingen voor 2000 uit het Meerjarenplan Gewasbescherming zijn niet voor alle onderdelen gehaald. De nationale doelstelling voor de uitstoot van broeikasgassen is een reductie van 6% tussen 1990 en 2010. De uitstoot door land- en tuinbouw lag in 2000 al 10% lager dan in 1990. Op het punt van energie-efficiency heeft de tuinbouw de hooggestelde doelen echter nog niet helemaal gehaald.
Het LEI heeft deze en andere gegevens bijeen gebracht in zijn tweejaarlijkse rapport over landbouw, milieu, natuur en economie.
Het rapport verkent de kansen en bedreigingen voor natuur, milieu en
landschap vanuit het perspectief van de agrarische sector. Naast
bovengenoemde onderwerpen komen daarbij thema's aan bod als
waterbeheer, agrarisch natuur- en landschapsbeheer, biologische
landbouw en de invloed van natuurbeheer op de grondmarkt. De thema's
rond natuur zijn dit jaar voor het eerst toegevoegd gezien hun nauwe
relatie met milieuvraagstukken. Per thema wordt bekeken wat de
beleidsdoelstellingen zijn en in hoeverre land- en tuinbouw er in
slagen deze te realiseren.
In 2000 voldeed op het punt van de mineralenhuishouding pas minder dan
een vijfde van de gespecialiseerde melkveebedrijven aan de voor 2003
vastgestelde verliesnormen, maar van de akkerbouwbedrijven was dat al
meer dan de helft.
De (nog onvoldoende) vermindering van het verbruik van
gewasbeschermingsmiddelen wordt mede beïnvloed door verandering van
teelten en door de ontwikkelingen op markten en in het
bedrijfsresultaat. Bedrijven verschillen sterk in de mate waarin zij
het milieu met deze middelen belasten. Waarschijnlijk kan een verdere
reductie daarom eerder worden bereikt met een bedrijfsgerichte
benadering dan met de tot nu toe gevolgde sectorale aanpak.
Wat betreft het thema water constateert het rapport dat er wel veel
gegevens zijn over de (nog steeds omvangrijke) verontreiniging van
water door onder andere de landbouw, maar over het verbruik van water
door landbouwbedrijven is te weinig bekend.
Het aantal overeenkomsten voor natuur- en landschapsbeheer door
landbouwbedrijven ligt vóór op het schema. De realisatie van
verbindingszones, een belangrijk onderdeel van de Ecologische
Hoofdstructuur, ligt in 2000 nog achter bij de planning. In 2000 kreeg
bijna één op de vijf bedrijven een vergoeding voor natuurbeheer. In
tegenstelling tot voorgaande jaren lag het gemiddelde gezinsinkomen op
bedrijven met natuurbeheer wat lager dan op de overige bedrijven.
Het aantal biologische bedrijven is in vijf jaar verdubbeld. Om de
overheidsdoelstelling van 10% biologische productie in 2010 te
realiseren, blijft een hoog omschakelingstempo noodzakelijk.
Biologische bedrijven zijn weliswaar gunstig voor het milieu, maar op
het punt van gewasbeschermingsmiddelen is de winst in de praktijk toch
bescheiden. De biologische bedrijven hebben gemiddeld wel lagere
mineralenoverschotten dan de gangbare bedrijven. Toch kan ook van hen
een deel nog niet voldoen aan de eisen van de mestwetgeving. De
bedrijfsresultaten van de biologische bedrijven zijn gemiddeld genomen
hoger dan van de gangbare
---
Landbouw, Milieu, Natuur en Economie;. Bekijk het rapport: PR.02.02.