Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij
De Voorzitter van de Vaste Commissie voor Landbouw, Natuurbeheer en
Visserij
Postbus 20018
2500 EA Den Haag
uw brief van
uw kenmerk
ons kenmerk
GRR. 2001/1172
datum
03-04-2002
onderwerp
Veiligheid landelijk gebied
TRC 2001/9309
bijlagen
Geachte Voorzitter,
Mede namens de ministers van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en van Justitie kan ik u het volgende berichten:
In het rapport Veiligheid in het landelijk gebied van de Stichting Recreatie wordt de vrees geuit, dat het platteland met inbegrip van de bos-, natuur- en recreatieterreinen, onveiliger aan het worden is. Uit de Politiemonitor Bevolking blijkt, dat met name in de kleine gemeenten (met minder dan 20.000 inwoners) de gevoelens van onveiligheid sinds 1993 zijn toegenomen. Onder beheerders van bos-, natuur- en recreatieterreinen bestaat de indruk dat de veiligheid aldaar afneemt, mede als gevolg van een verminderd politie-toezicht en beperkte bevoegdheden bij Bijzondere Opsporingsambtenaren (BOA's). Hoewel het gevoel van onveiligheid op het platteland nog lang niet het niveau van de grote stad heeft bereikt, is het zaak de vinger aan de pols te houden. Immers: de leef-baarheid van het platteland en de kwaliteit van de natuur (in brede zin) worden mede bepaald door de mate van veiligheid. In de brief inzake het beleid voor het landelijk gebied pleit ik dan ook voor een verbreding van het plattelandsbeleid met bijvoorbeeld het integrale veiligheidsbeleid.
datum
03-04-2002
kenmerk
GRR. 2001/1172
bijlage
De Stichting Recreatie constateert bovendien een groot gebrek aan
gegevens over de incidenten die zich in bos-, natuur- en
recreatieterreinen voordoen. Een van de voor-gestelde maatregelen die
ik onderschrijf is een betere registratie, van zowel gevoelens van
onveiligheid, via de politiemonitor, als van incidenten door
beheerders, BOA's, gemeenten en de regiopolitie. Aansluitend wordt
gedacht aan een betere samenwerking tussen beheerders, gemeenten en de
regiopolitie.
Ten aanzien van de handhaving van de groene wetten wijs ik verder op
een eerder verzonden brief van 9-10-2001, gericht aan de voorzitter
van de Tweede Kamer over de toezichtketen natuur. Hierin wordt een
aantal relevante maatregelen genoemd:
* Met het oog op de implementatie van de Flora- en faunawet wordt,
onder auspiciën van het Landelijk Expertisecentrum Groen van het
Openbaar Ministerie, een handhavingsdocument opgesteld voor
degenen die betrokken zijn bij het toezicht op de groene wetten.
* OM en AID zijn gestart met de voorbereiding van het uitbrengen van
een Zakboek handhaving groene wetgeving.
* De AID heeft een drietal regionale natuurteams ingericht die tot
taak hebben om politie, provincies en BOA's te ondersteunen bij de
handhaving van de groene wetten; inmiddels functioneert een groene
helpdesk in dit verband bij de AID.
* Binnenkort wordt gestart met een aantal pilots, in het kader van
het programma Handhaven op Niveau (zie ook de brief van de
minister van BZK en de minister van Justitie aan de Vereniging
Natuurmonumenten met afschrift aan de Voorzitter van de Tweede
Kamer van 8 juni 2001). Op 19 december jl. is een
samenwerkingsovereen-komst gesloten tussen de Stuurgroep
'Handhaven op Niveau' en de LCCM met betrekking tot handhaving in
het buitengebied. Tijdens deze bijeenkomst zijn tevens de
voordrachten bekendgemaakt voor vijf pilots, welke in aanmerking
komen voor co-financiering. Inmiddels heeft de minister van
Justitie conform deze voordracht besloten. Het doel van deze
pilots is om de handhaving in het buitengebied verder te
professionaliseren en de samenwerking tussen de betrokken
handhavers te verbeteren.
* De LCCM, die belast is met de landelijke coördinatie en
programmering van de milieu- en natuurhandhaving, heeft het
buitengebied als programmapunt voor 2002 t/m 2004 geselecteerd.
Ter toelichting: In het kader van het actieprogramma Handhaven op
Niveau is de hand-having in het buitengebied onderzocht. Daaruit komt
naar voren, dat er sprake is van een lage prioriteit voor de
handhaving in het buitengebied. De eerdergenoemde pilots in het kader
van het programma Handhaven op Niveau zijn er ook voor bedoeld de
handhaving met name in het buitengebied een hogere prioriteit te geven
en te laten behouden. Bij de opsporing van de stroperij bijvoorbeeld,
heeft onder andere de reguliere politie een belangrijke taak. In de
praktijk blijkt dat andere onderwerpen veelal hoger geprioriteerd
worden dan de opsporing van stroperij. Overigens stimuleert en
initieert de AID waar mogelijk het optreden van de reguliere politie
op het gebied van stroperijbestrijding en verleent bij dat optreden
zonodig assistentie.
De staatssecretaris van Landbouw, Natuurbeheer
en Visserij,
G.H. Faber
---