Ministerie van Economische Zaken Berichtnaam: DUURZAME ONTWIKKELING Nummer: 72 Datum: 08-05-2002

Het lid Koenders (PvdA) heeft aan de staatssecretaris van Economische Zaken op 05-04-2002 de volgende schriftelijke vragen gesteld.

1 Kent u de resultaten van het NIPO onderzoek 'Eerlijke wereld: duurzaam en verantwoord'?1)

2 Deelt u de mening dat er tussen (onbeperkte) economische groei en duurzame ontwikkeling een tegenstelling kan bestaan? Zo ja, hoe kan die tegenstelling worden weggenomen? Zo neen, waarom niet?

3 Hoe oordeelt u over het gegeven dat een grote meerderheid van de respondenten, ongeacht hun politieke achtergrond, de voorkeur geven aan duurzame ontwikkeling boven onbeperkte economische groei?

4 Deelt u de mening van 83 procent van de Nederlanders dat er internationale afspraken moeten komen die bedrijven verplichten zich ook in het buitenland te houden aan regels die in eigen land van kracht zijn? Zo ja, hoe gaat u dit effectueren? Zo neen, waarom niet?

5 Hoe oordeelt u over de uitslag van de enquête waaruit blijkt dat een ruime meerderheid van de Nederlandse bevolking van mening is dat de Tweede Kamer een wetsvoorstel moet aannemen waarin Nederlandse bedrijven kunnen worden verplicht om te rapporteren over sociale- en milieueffecten?

6 In hoeverre draagt bovenstaande uitspraak van een representatieve steekproef uit de kiesgerechtigde bevolking bij aan uw meningsvorming over het onderwerp van wetgeving ten behoeve van verplichte rapportage over de maatschappelijke aspecten van het handelen van internationaal opererende bedrijven?
---
1) http://www.milieudefensie.nl/verkiezingen/frames_main.php?link=eerlijk/06NIPO.php

De staatssecretaris van Economische Zaken, drs. G. Ybema, heeft deze vragen als volgt beantwoord. Ministerie van Economische Zaken


1 Ja.



2 Ja. Daarom is de doelstelling van het economisch beleid het bevorderen van een duurzame economische groei. Het gaat hierbij om het bevorderen van economische groei die rekening houdt met de ecologische en sociale consequenties voor huidige en toekomstige generaties.


3 Dit beoordeel ik als positief. Het komt ook overeen met het kabinetsbeleid.

4 Nee, deze mening deel ik niet. Ik heb dit reeds uitvoering toegelicht in de notitie van het kabinet naar aanleiding van het SER-advies "De winst van waarden" van 30 maart 2001 (TK, vergaderjaar 2000-2001, 26 485, nr. 14).

5 en 6 Het beleid rond maatschappelijk verantwoord ondernemen is er vooralsnog op gericht om positief gedrag van bedrijven te stimuleren en niet af te dwingen. De kans is namelijk groot dat zodra iets bij wet wordt verplicht, de stimulans voor eigen initiatieven bij bedrijven gaat verdwijnen en de dialoog met de samenleving wordt stopgezet. Bovendien staan we met MVO aan het begin van een proces. In dat proces zijn er desalniettemin al flink wat bedrijven die maatschappelijke jaarverslaggeving hebben opgepakt. Met het op handen zijnde advies van de Raad voor de jaarverslaglegging over maatschappelijke jaarverslaggeving verwacht ik een sterk instrument in handen te krijgen om bedrijven duidelijk te maken dat het belangrijk is om duurzame of maatschappelijke jaarverslagen te publiceren. Op de uitslag van de enquête kom ik zeker terug: de procedure rondom het advies van de Raad voor de Jaarverslaggeving voorziet in een open dialoog en inspraak. Waar wenselijk en nodig zal ik aan deze discussie ook zelf een bijdrage leveren en nodig u hiertoe op voorhand ook reeds uit.