Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij

Staatssecretaris Faber wil meer aandacht voor vissenleed

3 april 2002 -

Staatssecretaris Faber van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij wil dat er meer aandacht komt voor de wijze waarop de mens met vissen omgaat. Het welzijnsbeleid en de regelgeving is nu nog voornamelijk gericht op welzijn van (landbouw)huisdieren. Geke Faber vindt dat er ook beleid moet komen om onnodig vissenleed te voorkomen. Volgens haar biedt de beleidsnota over Dierenwelzijn die het kabinet vorig jaar uitbracht goede aanknopingspunten voor het vormen van beleid.

In haar beleidsbrief 'Welzijnsbeleid vis' schetst Faber de kaders waarbinnen zij beleid gaat maken om het welzijn van vissen te verbeteren. Zij wil zich niet alleen beperken tot 'gehouden' dieren zoals vissen in overvolle viskweekvijvers of goudvissen in te kleine kommen, ze wil ook dat de beroeps- en sportvissers actief gaan meedenken over hoe zij leed van vissen in de vrije natuur kunnen beperken. Sportvissers zijn hier al enige tijd mee bezig.

Leidraad daarin is dat gehouden dieren leven in een omgeving waarin zij hun soorteigen gedrag kunnen vertonen.De maatschappelijke opinie rond welzijn van vis is nog nauwelijks ontwikkeld. Er heeft nog nauwelijks een discussie plaatsgevonden over welke handelingen met vis wel en welke niet toelaatbaar zijn. Faber schrijft dat de regelgeving rond vissenwelzijn beperkt moet blijven tot het tegengaan van ongewenste methoden of handelingen met vis. Ze wil daar pas toe overgaan als blijkt dat de sector er zelf niet in slaagt afdoende oplossingen te bedenken.

Faber wil allereerst de maatschappelijke discussie stimuleren, bijvoorbeeld door het welzijn van vis op de agenda te zetten van het consumentenplatform dat binnenkort door LNV zal worden opgezetvan het burger-adviespanel dat door het Rathenau instituut wordt opgezet. Ook wil zij welzijn in overlegsituaties met de visserijsector of sportvisserij bespreken. Wijziging van beleid kan echter niet zonder andere Europese lidstaten bij de discussie te betrekken; veel van de regelgeving rond visserij wordt immers in Brussel gemaakt. Faber zal daarom ook internationaal trachten het vissenleed aan te kaarten. Ook wil zij de achterstand in kennis inlopen over de pijn- en stressbeleving van vissen die in contact komen met de mens.

De meest concrete stappen wil Faber nemen met het tegengaan van bepaalde vangst- en dodingsmethoden, liefst in Europees verband. In haar brief noemt Faber de dodingsmethode van paling en meerval 'duidelijk ongewenst'. In dit jaar nog wil zij beginnen regelgeving te ontwikkelen die hieraan een einde maakt.

Het beleid voor het verbeteren van het welzijn van vissen zal zich beperken tot de rechtstreekse en doelbewuste activiteiten van de mens. Factoren die invloed hebben op natuurlijk milieu die van invloed kunnen zijn op het welzijn van vis blijven buiten beschouwing, zo schrijft Faber aan de Tweede Kamer.