Gemeente Enschede

Gemeentelijke rekenkamer
Onderzoek kwaliteit van de communicatie in projecten


Enschede, 3 april 2002
De Rekenkamer van de gemeente Enschede heeft haar onderzoek naar de kwaliteit van de communicatie in projecten afgerond. Op grond van een uitgebreid onderzoek, waarbij drie projecten zijn onderzocht, trekt de Rekenkamer de conclusie dat er geen aanwijzingen zijn dat de communicatie niet adequaat is geweest. Helaas heeft de rekenkamer geen gemeentebrede visie op communicatie kunnen vinden en is geconstateerd dat de aanpak in de projecten sterk persoonsafhankelijk is.

Omdat er geen duidelijke budgetten voor het onderdeel communicatie in projecten zijn vastgelegd stelt de Rekenkamer voor om eerst een communicatieplan te maken en vervolgens een budget beschikbaar te stellen. Ook de samenwerking tussen de centrale `concerncommunicatie' en de afdelingen communicatie van de diensten moet verbeteren.

De voorzitter van de Rekenkamer, Thomas Windmulder, verwoord de conclusies als volgt: "De communicatie bij de onderzochte projecten met de Enschedese bevolking is goed verlopen. Een open en eerlijke visie van de medewerkers is goed voor het beeld van de gemeente. Er is geen garantie dat het ook goed gaat bij andere projecten, teveel is afhankelijk van personen. Communicatie moet meer aandacht krijgen bij het centrale management en mag geen sluitstuk zijn van de begroting. Investeren in betrokken personen en groepen begint al op de eerste dag van een project. Er moet nog veel verbeterd worden".

Het onderzoek is uitgevoerd door het beoordelen van de communicatie in een drietal geselecteerde projecten, te weten de projecten HOV-Oost (Bouw- en Milieudienst), de plannen 't Vaneker/ Het Brunink en het project kwaliteitsverbetering vervoersvoorzieningen Wet voorzieningen gehandicapten. Voor een beschrijving van het onderzoek en de conclusies van de onderzoekers verwijst de Rekenkamer naar het rapport. Desgevraagd kan het rapport worden opgevraagd bij de secretaris van de Rekenkamer, de heer T.A. Bakker (053-4818172).

De Rekenkamer heeft naar aanleiding van het rapport haar conclusies en aanbevelingen opgesteld. Dit stuk is als bijlage bij dit persbericht opgenomen en zal in de gemeenteraad van Enschede van 22 april 2002 worden behandeld. De Rekenkamer stelt de Raad voor haar conclusies en aanbevelingen over te nemen en het College van B & W te verzoeken de aanbevelingen uit te voeren.

Bijlage
26 maart 2002

Aan: de gemeenteraad van de gemeente Enschede


1. Algemeen


De raad heeft op 12 juli 1999 ingestemd met een onderzoek door de Rekenkamer naar de kwaliteit van de communicatie in beleidsuitvoeringsprocessen. Dit onderzoek is het derde onderzoek van de Rekenkamer van de gemeente Enschede.
Het eerste onderzoek was gericht op het in beeld brengen van externe subsidiestromen en de manier waarop de gemeente Enschede daar gebruik van maakt. Het tweede onderzoek betrof het reïntegratiebeleid. Nadat op 12 mei 2000 de opdracht voor het onderzoek communicatie was gegund aan het bureau B & A Beleidscommunicatie te Den Haag, is na de gebeurtenissen op 13 mei 2000 besloten dit onderzoek voorlopig aan te houden. Na afronding van het onder naar het reïntegratiebeleid is de uitvoering van het onderzoek communicatie met voortvarendheid ter hand genomen. Dit heeft geresulteerd in het nu voorliggende rapport van B & A.

Het onderzoek is gericht op de procesvoorwaarden voor een effectieve communicatie in gemeentelijke projecten. Het verschaft inzicht in de organisatie en uitvoering van communicatie, de uitvoering en de inzet van communicatiemiddelen bij de uitvoering van projecten door de gemeente. Daarmee is de opzet en de strekking van het onderzoek ingekaderd. Het onderzoek strekt zich uitdrukkelijk niet uit tot een beoordeling van de effectiviteit van de communicatie in de bedoelde projecten. Het onderzoeken van dit laatste aspect zou een meer uitgebreide en ook financieel (te) verstrekkende onderzoeksopzet hebben vereist (bijvoorbeeld een intensief doelgroepenonderzoek). Dit was uitdrukkelijk niet de bedoeling.

Het onderzoek is uitgevoerd door het beoordelen van de communicatie in een drietal geselecteerde projecten, te weten de projecten HOV-Oost (BMD), de plannen 't Vaneker/ Het Brunink en het project kwaliteitsverbetering vervoersvoorzieningen Wet voorzieningen gehandicapten. Voor een beschrijving van het onderzoek en de conclusies van de onderzoekers verwijst de Rekenkamer naar het rapport.

Hieronder geeft de Rekenkamer haar conclusies en aanbevelingen naar aanleiding van het rapport van B & A.


2. Conclusies en aanbevelingen van de rekenkamer

A. Conclusies
De Rekenkamer onderschrijft de conclusies van de onderzoekers. Allereerst is het verheugend te constateren dat er geen aanwijzingen zijn dat de communicatie in de drie onderzochte projecten op zich niet adequaat is geweest. Er is sprake van een gelijke visie op communicatie binnen alledrie de projecten. Deze visie - een open en eerlijke houding van de projectgroepen ten opzichte van de betrokken personen of groepen personen - stond centraal en niet de communicatiemiddelen. De gehanteerde middelen voldoen tevens aan de beleidsuitgangspunten.
Er zijn desalniettemin ook twee knelpunten naar voren gekomen. Een belangrijk knelpunt is dat de gekozen aanpak in de drie projecten sterk persoonsafhankelijk is. Er is geen gemeentebrede visie op communicatie. Het is daardoor moeilijk de visie over te dragen naar andere personen in de organisatie. Een tweede knelpunt betreft de tijd die is gemoeid met de gekozen aanpak. Het opbouwen van relaties en het krijgen van vertrouwen is afhankelijk van de voorgeschiedenis van de betrokken personen en groepen personen. Planning in de tijd is daarmee moeilijk.
Daarnaast is een probleem dat voor communicatie niet een afgescheiden deel van het budget is bestemd. Het gevolg is dat wat er aan communicatie wordt besteed afgaat van de voor de andere delen van het project bestemde delen van het budget. Tenslotte ontbreekt per project een communicatieplan en een afrondende proces- en effektiviteitsevaluatie.

Hierbij wordt overigens in het algemeen opgemerkt dat het onderzoek geen effectiviteits-onderzoek is geweest. Er heeft geen onderzoek bij de doelgroepen plaatsgevonden. De informatie over de projecten is binnen de gemeentelijke organisatie verzameld.

B. Aanbevelingen
De Rekenkamer ziet in het rapport aanleiding de volgende aanbevelingen te doen:


1. aan te bevelen dat er gemeentebreed een visie op communicatie wordt geformuleerd en geïmplementeerd. Het ligt voor de hand dat dit onder regie van de afdeling concerncommunicatie plaatsvindt, en dat wordt aangesloten bij de visie die ten grondslag ligt aan de bredere Cultuuromslag.


2. aan te bevelen vanuit de afdeling concerncommunicatie en afdelingen communicatie van de diensten meer dan nu het geval is structureel ondersteuning te bieden aan projectleiders op het gebied van communicatie in die projecten, en de bovengenoemde visie daarbij centraal te stellen. Dit leidt tot een minder persoonsgebonden aanpak en houdt opgedane kennis binnen de gemeentelijke organisatie.


3. aan te bevelen dat per project een apart deel van het budget voor communicatie wordt bestemd.


4. aan te bevelen dat per project altijd een duidelijk communicatieplan wordt gemaakt, waarin tenminste wordt ingegaan op strategie, planning en distributie, doelgroepen en activiteiten en middelen.


5.. aan te bevelen dat een behoorlijke procesevaluatie van de communicatie altijd deel uitmaakt van de afronding van een project. Bovendien zou daarbij - hoe lastig dit soms ook is - er een aanzet moeten zijn voor een evaluatie van de effecten van de communicatie.

De Rekenkamer verzoekt de Raad de bovenstaande conclusies en aanbevelingen over te nemen en het College van B&W te verzoeken de aanbevelingen uit te voeren, en Raad en Rekenkamer over de voortgang daarvan te informeren.

De Voorzitter van de Rekenkamer,
T. Windmulder

De secretaris van de Rekenkamer,
T.A. Bakker


---