Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

http://www.minszw.nl

Min SZW: Toespraak staatssecretaris Hoogervorst SW-bedrijven

Nr. 2002/39
2 april 2002

Embargo:
2 april 2002 tot
13.00 uur

Hoogervorst: grote verschillen tussen socialewerkvoorzieningsbedrijven die wel en geen werk maken van arbeidsomstandighedenbeleid.

De sociale werkvoorziening is een sector waarin veel is te winnen, aldus staatssecretaris Hoogervorst bij de ondertekening van het arboconvenant SW-bedrijven. Je hoort nog wel eens, aldus Hoogervorst, dat het hoge percentage ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid bij deze bedrijven niet beïnvloedbaar is, omdat het gaat om werknemers met een handicap.
Het klinkt aannemelijk, zei de staatssecretaris, maar dat is het bij nadere beschouwing toch niet. Het blijkt immers dat er SW-bedrijven zijn met een ziekteverzuim van slechts 8%. Het blijkt ook dat dat nu juist de bedrijven zijn die veel werk maken van een goed arbeidsomstandighedenbeleid. Bij SW-bedrijven waar een arbeidsomstandighedenbeleid ontbreekt, komen daarentegen scores van maar liefst 19% ziekteverzuim voor.

Er wordt ruim 2,7 miljoen euro in het convenant geïnvesteerd. De sociale partners (VNG, ABVAKABO, FNV en CFO CNV-bond) en het ministerie nemen ieder de helft voor hun rekening. Gestreefd wordt naar terugdringing van het gemiddelde ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid met ten minste 20% in vier jaar.

Toespraak door staatssecretaris J.F. Hoogervorst bij de ondertekening van het Arboconvenant socialewerkvoorzieningsbedrijven op 2 april 2002 te Voorhout.

Ik heb in de loop der tijd de nodige arboconvenanten ondertekend. Maar de ondertekening van het convenant voor de SW-bedrijven vind ik van bijzondere betekenis.

Voor iedere sector en elk bedrijf zijn ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid ongenode gasten die je het liefst zo spoedig mogelijk de deur uitjaagt. Maar bij sommige sectoren is die aandrang extra groot. De SW-bedrijven behoren tot zo'n sector.

Want juist het werk binnen de SW-bedrijven geeft heel veel mensen met een ziekte of handicap grond onder de voeten. Biedt arbeidsvreugde en niet zelden perspectief op een reguliere baan.
De klap die ziekte en arbeidsongeschiktheid uitdelen komt dan dubbel hard aan omdat ook nog eens de laatste kans op werk verloren lijkt te gaan.
Het is een reden te meer om het arboconvenant dat we vandaag ondertekenen tot een groot succes te maken.

Dat is hard nodig. Want de cijfers liegen er niet om. Laten we eens naar die cijfers kijken.

De SW-bedrijven kennen een gemiddeld ziekteverzuim van 14%. Ter vergelijking: het landelijk gemiddelde ligt op ca. 5%. Een enorm verschil. Precieze cijfers over de instroom in de WAO zijn er nog niet. Maar ook die zullen ongetwijfeld hoog zijn.

Je hoort nog wel eens dat het hoge percentage ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid bij de SW-bedrijven niet beïnvloedbaar is omdat het gaat om werknemers met een handicap.

Het klinkt aannemelijk, maar dat is het bij nadere beschouwing toch niet.
Het blijkt immers dat er SW-bedrijven zijn met een percentage ziekteverzuim van slechts 8.
Het blijkt ook dat dat nu juist de bedrijven zijn die veel werk maken van een goed arbeidsomstandighedenbeleid. Bij SW-bedrijven waar een arbeidsomstandighedenbeleid ontbreekt, komen daarentegen scores van maar liefst 19% ziekteverzuim voor.

We kunnen de oorzaken nog scherper in beeld brengen. Want laten we eens kijken naar cijfers over fysieke en psychosociale belasting.

Het percentage klachten als gevolg van fysieke belasting op het werk ligt voor SW-werknemers op 14,6. Voor ambtelijke werknemers op 13,4. 16,9% van de ambtelijke werknemers is dan ook blootgesteld aan een te hoge fysieke belasting.

Die percentages liggen zelfs nog hoger bij psychosociale klachten: 16,3% van de SW-werknemers heeft dergelijke klachten en maar liefst 22% van de ambtelijke werknemers. Dat is niet verwonderlijk als blijkt dat 29,8% van de ambtelijke werknemers is blootgesteld aan te hoge of te lage psychosociale belasting.

Het zijn cijfers die heldere aanknopingspunten bieden om de aanval te openen op ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid. Eén van de belangrijkste voorwaarden voor succes is daarbij al vervuld. Namelijk een sterke motivatie. Want de SW-bedrijven onderkenden zelf als eerste de noodzaak om in actie te komen. Daarom meldde u zichzelf aan voor het sluiten van een arboconvenant. Daarom ook ligt er nu een convenant.

U stond voor een lastige opgave.

Heel anders dan bij andere sectoren kennen de SW-bedrijven een grote diversiteit. Naast de specifieke problematiek van SW-bedrijven, behoren al die bedrijven ook tot verschillende branches. Van de papier en kartonindustrie via de grafische sector tot de metaalindustrie. Voor al die branches geldt weer een specifieke aanpak.

Toch ligt er nu een helder en overtuigend convenant toegesneden op de specifieke taken van de SW-bedrijven.

Die taken zijn het afgelopen decennium flink veranderd. Een meer bedrijfsmatige aanpak en een sterker accent op de toeleiding van de SW-werknemers naar de reguliere arbeidsmarkt vragen om een omslag in denken en handelen. Aanpassing van werkprocessen, een andere manier van begeleiding en leidinggeven aan een veranderend personeelsbestand met vaak psychische klachten. Die omslag is bij veel SW-bedrijven nog steeds niet helemaal voltooid.

Dit convenant zal een belangrijke bijdrage leveren aan het voltooien van die omslag.

Wat heeft u afgesproken?
Terugdringing van het gemiddelde ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid met ten minste 20%. Terugdringing van het aantal klachten fysieke belasting met 40% en van het aantal klachten psychosociale belasting met 20%. Ook de blootstelling aan deze vormen van belasting wilt u met tientallen procenten terugbrengen.

Hoe gaat u dat doen?

Laat ik maar meteen tot de kern van de zaak komen. De bedoeling is dat u in feite per individu en per bedrijf na wilt gaan wat de beste maatregel is bij ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid. Een logische aanpak omdat de diversiteit onder SW-bedrijven nu eenmaal groot is en iedere SW-werknemer bijzondere aandacht nodig heeft.

Om dat te realiseren gaat u onder meer een arbothermometer ontwikkelen. Een instrument waarmee heel precies kan worden beoordeeld of werknemers en werkzaamheden wel bij elkaar passen. Een instrument waarmee bovendien in de gaten kan worden gehouden of de werkdruk niet te hoog oploopt.
Tegelijkertijd gaat u aan de slag om de risico's binnen de verschillende bedrijven in beeld te brengen en maatregelen te treffen door middel van branchespecifieke risico-inventarisaties en evaluaties.
Bijzonder nuttig is het daarbij om te weten hoe andere bedrijven er voor staan. Hoe zij de zaken aanpakken of laten liggen. Welke resultaten zij boeken en hoe de eigen prestaties zich daartegenover verhouden. Daarom gaat u een vergelijkend onderzoek doen.

Belangrijk zijn uiteraard een goede verzuimbegeleiding en vroegtijdige reïntegratie.
Want ziekte kan natuurlijk nooit helemaal worden uitgebannen. Maar het is wel mogelijk te voorkomen dat zieke werknemers onnodig tussen de wal en het schip belanden.
Daarom gaat u veel werk maken van heldere procedures en eenduidige registraties. Stelt u een checklist op voor de procedure ziekmelding en verzuimbegeleiding. Gaat u ook de verzuimbegeleiding zelf verbeteren door middel van de cursus verzuimbegeleiding. Bekijkt u de mogelijkheid van speciale reïntegratiefunctionarissen.

Zo kan ik nog wel even doorgaan. Want er komt een cursus sturingsvaardigheden voor leidinggevenden. En er zullen handboeken verschijnen voor de aanpak van fysieke en psychosociale belasting, zodat men in een oogwenk een oplossing voor handen heeft als er een problemen worden geconstateerd.

De projectorganisatie gaat bovendien een lijst van eisen opstellen waaraan een contract met een arbodienst minimaal moet voldoen. Natuurlijk is dat geen wettelijk minimumcontract. Integendeel, dat is een uitgebreid dienstenpakket, waarmee maximale resultaten kunnen worden geboekt. Dat kost wat meer, maar er is ook heel veel te verdienen.

Want ziekteverzuim kost veel geld. Concreet: een gemiddeld ziekteverzuim van 15,6% kost de SW-sector 127 miljoen euro per jaar. Elke verlaging van het ziekteverzuim met één procentpunt levert de sector dus ruim 8 miljoen euro op.
Het zal voor u een extra aansporing zijn veel werk te maken van dit convenant.

Een convenant waarin ik zelf heel graag ruim 1,3 miljoen euro investeer. Want de strijd tegen ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid is mij heel veel waard. Zeker als het gaat om een sector waar de klap van ziekte en arbeidsongeschiktheid dubbel hard aankomt. Een sector ook waarin veel is te winnen: grond onder de voeten van mensen met een ziekte of handicap, arbeidsvreugde en niet zelden perspectief op een reguliere baan.
Ik wens u dan ook heel veel succes.


- LET OP EMBARGO -

02 apr 02 13:00