ST. NAT. AEROMEDISCH INSTITUUT
Stichting Nationaal Aeromedisch Instituut opgeheven
Stichting Nationaal Aeromedisch Instituut opgeheven
Soesterberg, 29 maart 2002 - Na een bestaan van ruim 50 jaar wordt op
3 april de Stichting Nationaal Aeromedisch Instituut te Soesterberg
opgeheven. Daarmee is een eind gekomen aan een door vijf ministeries
in 1951 opgerichte Stichting, die tot doel had de
luchtvaartgeneeskunde en de daarmede verband houdende veiligheid in de
luchtvaart te behartigen en te bevorderen.
De oorsprong van deze Stichting gaat tot ver voor de Tweede
Wereldoorlog terug. Zij was het gevolg van de stormachtige
ontwikkelingen van de militaire en burger luchtvaart in de twintigste
eeuw. Al snel bleek dat de prestaties van de vliegtuigen werden
begrensd door de fysieke mogelijkheden van de piloten. Onderzoek naar
deze fysieke mogelijkheden en beperkingen van de mens in het luchtruim
gaven aanleiding tot praktische beproevingen in de lucht en vervolgens
in laboratoria. Pioniersarbeid werd vanaf 1919 verricht door de
Militaire Luchtvaart Afdeling te Soesterberg, de voorloper van de
hedendaagse Koninklijke Luchtmacht. Pioniers waren de latere
Professoren van Wulfften Palthe en Jongbloed die beiden hun loopbaan
als gerenommeerde vliegers waren begonnen. Ook hebben beiden hun
loopbaan als Directeur, respectievelijk Voorzitter van het Bestuur van
het naoorlogse Nationaal Luchtvaart Geneeskundig Centrum (NLGC)
afgesloten.
De totstandkoming van het civiele NLGC in 1951 werd breed gedragen.
Maar liefst vijf ministeries besloten gezamenlijk hiertoe. De
relaties tussen burger en militaire luchtvaart bleven nauw verbonden,
hetgeen ook blijkt uit de hoofdrollen die door de Ministeries van
Verkeer en Waterstaat en van Defensie werden ingevuld. De statutaire
opdracht was zowel het verrichten van vliegmedische keuringen, als het
doen van wetenschappelijk onderzoek inzake de luchtvaartgeneeskunde,
zulks ten dienste van de veiligheid in de luchtvaart. In 1995 kwam het
NLRGC (de R van Ruimtevaart is in de zestiger jaren toegevoegd)
overeenkomstig de maatschappelijke trend meer op afstand van de
overheid te staan. De bedrijfsvoering werd gemoderniseerd en ging
over in de Stichting Nationaal Aeromedisch Instituut (AMI). De
bestuurlijke verantwoordelijkheid werd daarbij nog steeds gedeeld door
de eerder genoemde twee ministeries.
Tot 2000 zijn al degenen die wensten te vliegen in Nederland vanaf hun
eerste vliegerkeuring tot en met de periodieke herkeuringen steeds op
het NLRGC aangewezen. Met de introductie van nieuwe Europese
regelgeving verviel de monopoliepositie voor het AMI.
De concurrentie op keuringsgebied manifesteerde zich direct en het AMI
zag zich genoodzaakt ingrijpende maatregelen te nemen om te kunnen
overleven. Het doel was hierbij om het AMI vervolgens te laten
uitgroeien tot een zo zelfstandig mogelijk vliegmedisch expertise
centrum waar onverminderd zou worden gekeurd en overeenkomstig de
statuten luchtvaartgeneeskundig onderzoek gepleegd. Gelet op het grote
belang van de publieke zaak van de vliegmedische kant van de
vliegveiligheid werd een zekere betrokkenheid van de overheid daarbij
onmisbaar geacht. Helaas moest worden geconstateerd dat deze
betrokkenheid onvoldoende was om een vliegmedisch expertise centrum in
stand te houden. De oplopende verliezen leidden er tenslotte toe dat
het Bestuur tot ontmanteling van het instituut heeft besloten.
De tot stand gebrachte oplossing is dat bij opheffing van de Stichting
het keuringsdeel over wordt genomen door de KLM Arbo Services bv (een
volledige dochteronderneming van KLM) gevestigd op de Luchthaven
Schiphol en het onderzoeksdeel door TNO Technische Menskunde te
Soesterberg. De belangen van de militaire luchtvaart en het
ondersteunende personeel worden in zijn geheel overgenomen door het
Ministerie van Defensie. Ook gaat het gebouw over in handen van dit
Ministerie waarbij de Koninklijke Luchtmacht haar activiteiten ter
plekke zal continueren. Het Bestuur is bijzonder ingenomen met het
feit dat deze complexe opsplitsing van het Instituut niet heeft geleid
tot onvrijwillig ontslag van het personeel.
Niettegenstaande deze oplossing betreurt het Bestuur het, dat een
Stichting met grote nationale en ook internationale bekendheid als het
NLGC/NLRGC en later het AMI nu eenmaal had, na ruim 50 jaar ophoudt te
bestaan. Een instituut waar generaties Nederlandse vliegers - beroeps
of sportbeoefenaar, burger of militair - zijn gekeurd als eerste stap
in het vliegerleven en waarin zij vervolgens voor hun periodieke
herkeuringen op hebben vertrouwd.
Het Bestuur beëindigt haar taak met het danken van iedereen die op
welke wijze dan ook heeft bijgedragen aan de goede naam en faam van
het Aeromedisch Instituut en haar voorgangers.
Zij wenst de opvolgende instanties veel succes toe met het behartigen
van de belangen van de luchtvaartgeneeskunde in Nederland.
Het Bestuur van de Stichting Nationaal Aeromedisch Instituut.
---