Ministerie van Buitenlandse Zaken


---


Datum 2 april 2002 Behandeld mr J. Roodenburg Antwoord
Aan de Voorzitter van de Directie Azië en Oceanië

Tweede Kamer der Staten-Generaal Afdeling Zuidoost-Azië en Oceanië

Binnenhof 4 Bezuidenhoutseweg 67

Den Haag Postbus 20061

2500 EB Den Haag


Datum 2 april 2002 Behandeld mr J. Roodenburg
---


KenmerkDAO/0287-02 Telefoon (070) 348 5655

Blad 1/1 Fax (070) 348 5323


Bijlage(n) 1 E-mail jeroen.roodenburg@minbuza.nl

Betreft Beantwoording vragen van het lid Karimi
over een aanval op een mensenrechtenorganisatie

in Indonesië

Zeer geachte Voorzitter,

Graag bied ik u hierbij de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld

door het lid Karimi over een aanval op een mensenrechtenorganisatie in Indonesië. Deze vragen werden ingezonden op 19 maart 2002 met kenmerk 2010208040.

De Minister van Buitenlandse Zaken

Antwoord van de heer Van Aartsen, Minister van Buitenlandse Zaken, op vragen van het lid Karimi.

Vraag 1

Bent u op de hoogte van het feit dat op 13 maart jl. het kantoor van de Indonesische mensenrechtenorganisatie Kontras is aangevallen?

Antwoord

---
Ja.

Vraag 2

Is er een verband tussen enerzijds het onderzoek van de nationale mensenrechtencommissie en de oproep aan Wiranto om als getuige voor de commissie te verschijnen, en anderzijds de aanval op Kontras, zoals sommige organisaties suggereren? Zo ja, welke stappen onderneemt de Indonesische regering om dit te voorkomen?

Antwoord

Door verschillende mensenrechtenorganisaties is inderdaad aangegeven dat de aanval te maken heeft met het onderzoek naar betrokkenheid van militaire officieren, waaronder Wiranto, bij de Trisakti en Semanggi I en II incidenten in 1998, waarbij verschillende studenten om het leven kwamen. Deze organisaties achten het evenmin toevallig dat de aanval plaatsvond een dag voor de eerste zitting van het ad hoc tribunaal inzake Oost-Timor. Op dit moment betreft het vermoedens; concrete aanwijzingen zijn er niet. Het politieonderzoek naar het incident op 13 maart is nog gaande.

Vraag 3

Heeft de Indonesische regering de politieke wil en de capaciteit om te streven naar ontwapening van milities en private gewapende groepen zoals de plegers van de aanval op Kontras?

Antwoord

Er is momenteel een politieonderzoek gaande naar het incident bij Kontras. De Indonesische regering heeft verklaard dat wetteloosheid zal worden aangepakt. Aan goede wil ontbreekt het niet, maar de Indonesische regering zal ter zake ook op haar daden worden beoordeeld.

Vraag 4

Bent u bereid, al dan niet in EU-verband, te pleiten voor stappen die bijdragen aan de bescherming van mensenrechtenactivisten in Indonesië?

Antwoord

Ja. Op voorstel van Nederland zal de EU tijdens de 58e zitting van de VN Mensenrechtencommissie nadrukkelijk aandacht vragen voor de positie van mensenrechtenactivisten en organisaties in Indonesië. Ook in mijn bilaterale ontmoeting op 27 maart in Genève met de Indonesische minister van Justitie en Mensenrechten, Yusril Ihza Mahendra, heb ik aangedrongen op effectieve bescherming van deze groep. Ik heb benadrukt dat mensenrechtenactivisten en organisaties een essentiële rol spelen in het democratiseringsproces in Indonesië en in staat moeten worden gesteld ongehinderd hun werk te doen.


Bijlage ondershands aan de regering toegezonden.
===