Gemeente Enschede
Een aantrekkelijk Enschede voor iedereen
collegeakkoord PvdA-CDA-CU-BB 29-3-2002
Goed bestuur waarmaken
Staan voor een actief en sociaal stadsbestuur: dat is de opgave voor het college in de periode 2002-2006. Goed bestuur waarmaken! Een aantrekkelijk Enschede vraagt ook om het waarmaken van de stedelijke ontwikkelingsprojecten waaraan het bestuur in de vorige periode is begonnen. De komende jaren zijn de jaren van het voortbouwen en vernieuwen. We maken een weerbaar, leefbaar en gezellig Enschede: aandacht voor de afwerking en het beheer van de stad, letten op veiligheid, zorg voor kwetsbaren en goede voorzieningen. Daar ligt de komende jaren onze opdracht als stadsbestuur. We werken aan een gezonde economische, culturele en sociale balans. En aan een bereikbare stad met een sterke functie voor de regio. Een stad met een betrokken bestuur en betrokken burgers.
Afwikkeling rampschade en wederopbouw
De hulpverlening aan de slachtoffers van de vuurwerkramp vraagt de komende jaren onverminderd de aandacht van de gemeente. Het gaat hierbij zowel om zorgvuldige uitvoering van regelingen voor financiële tegemoetkoming, als om een adequate begeleiding van getroffenen en een goede psychosociale nazorg.
De wederopbouw van de wijk Roombeek is in hoofdlijnen in beeld gebracht. In de komende raadsperiode moet de feitelijke uitvoering in nauwe samenwerking met alle betrokken partijen worden waargemaakt. Doel is een groene, levendige en gemengde wijk met toekomstwaarde, waarin terugkeerders en nieuwe bewoners hun plekje kunnen vinden. Naast de benodigde investeringen zal gemeentelijke inzet nodig zijn voor de exploitatie van goede en laagdrempelige (culturele en andere) voorzieningen en het beheer van een duurzame en aantrekkelijke openbare ruimte.
Veiligheid
De gemeente moet borg staan voor de veiligheid van haar burgers. Belangrijk is in dit kader de veiligheid rondom bedrijvigheid. Landelijke en gemeentelijke regelgeving, alsook bestemmingsplannen en milieuvergunningen moeten strikt worden gehandhaafd. De gemeente moet waar nodig zelf, vooruitlopend op veranderende landelijke normen, het voortouw durven nemen in de aanpak van (potentieel) gevaarlijke of ongewenste situaties. Voorbeeld: veiligheidszones rond LPG-installaties en actualisatie van bestemmingsplannen met milieuzones rond risicovolle bedrijven. Voorts zullen met betrekking tot veiligheid investeringen nodig zijn op het gebied van rampenbestrijding, ook op regionaal niveau.
Bij veiligheid hoort ook sociale veiligheid. Dat vraagt in de eerste plaats om keiharde preventie: goed toezicht in de openbare ruimte (rol stadswachten versterken), een preventief jeugdbeleid en het tegengaan van overlast in woonbuurten. Bij veiligheidsbeleid hoort ook repressief beleid, waarmee de samenleving door duidelijk overheidsoptreden laat zien dat zaken als huiselijk geweld, georganiseerde huisteelt van cannabis en drugsverkoop, gedwongen prostitutie of vormen van georganiseerde criminaliteit, niet getolereerd worden.
De gemeente gaat samen met woningcorporaties investeren in aankoop en herbestemmen van overlastgevende, strategisch gelegen panden. Terugdringen van het aantal coffeeshops en van de overlast van deze panden blijft een belangrijke doelstelling van gemeentelijk beleid.
Sociale opgave
Sociale structuur, integratie en welzijn
In wijken waar sprake is van sociale problematiek als gevolg van factoren als eenzijdig samengestelde bevolking, hoog werkloosheidspercentage en lage woonkwaliteit willen wij, naast herstructurering van het woningbestand, ook actief investeren in de sociale structuur. Daarbij spelen een evenwichtige bevolkingsopbouw, onderwijs, werk en jongerenbeleid een belangrijke rol.
Goed armoedebeleid vergt dat op ruimhartige wijze via maatwerk bijzondere bijstand wordt verleend. De voorzieningen worden met instemming van de doelgroep ingevuld (vraaggericht minimabeleid). Omdat nog altijd te veel mensen uit de doelgroep onvoldoende gebruik maken van de mogelijkheden die er zijn, blijft het beleid gericht op het terugdringen van niet-gebruik. Armoedebestrijding wordt als flankerend ingezet bij het toeleiden van mensen naar werk.
De inspraak van ouderen, gehandicapten, minima en allochtonen via hun adviesorganen, wordt door de gemeente ondersteund. Het aanbod moet meer aansluiten bij de zich ontwikkelende vraag.
De gemeente stimuleert (organisaties van) allochtonen en vluchtelingen om actief deel te nemen aan het tegengaan van armoede en sociale uitsluiting. Samen met zelforganisaties worden activiteiten ontwikkeld die gericht zijn op het kennisnemen van elkaars culturen en op deelname aan de Enschedese samenleving in alle facetten. Op gebieden als arbeidsmarkt, onderwijs, sportbeoefening, cultuur en het eigen personeelsbeleid bevordert de gemeente de deelname van allochtonen.
Voor een goede inburgering is beheersing van de Nederlandse taal noodzakelijk. Nederlands leren is verplicht en bij niet nakomen kunnen sancties worden opgelegd. Controle op nakomen goed uitvoeren. Wachtlijsten voor taalcursussen dienen in samenwerking met de rijksoverheid te worden weggewerkt. Bij taalcursussen wordt meer gebruik gemaakt van locaties die in de wijken aanwezig zijn en van vrijwilligers uit de eigen groepen.
Er wordt meer geïnvesteerd in wijkwelzijnswerk, met prioriteit voor algemeen jongerenwerk. Hierbij zal de vraag van de doelgroep een meer sturende invloed moeten hebben. Onderzocht zal worden of door middel van een stedelijke ondersteunings- en werkgeversfunctie de inzet en slagkracht in de stadsdelen kan worden vergroot.
Maatschappelijke zorg
De opvang voor verslaafden, zwervers en psychiatrische patiënten wordt verbeterd. Een laagdrempelige opvangvoorziening (met onder meer een gebruikersruimte in combinatie met dagopvang en reïntegratie) is het meest wenselijk. Hiertoe zullen naast extra rijksgelden ook gemeentelijke middelen nodig zijn.
Gevolgd moet worden of binnen de kaders van het rijksbeleid en regionaal afgestemd toegestaan kan worden dat er een niet-commerciële coffeeshop komt met gecontroleerde kwaliteit en gereduceerde prijzen bij medisch gebruik.
De uitgangspunten van het prostitutiebeleid in onze stad liggen vast. Dit beleid wordt voortgezet. Daarenboven zal aandacht zijn voor volksgezondheidsaspecten en voor ondersteuning van hen die niet langer in deze branche werkzaam willen zijn.
Ten aanzien van gokverslaving moet niet alleen sprake zijn van hulpverlening, maar ook van preventie door middel van voorlichting en informatie, ook op scholen. Met Holland Casino worden afspraken gemaakt over de toepassing van de beleidslijn dat begeleiding geboden wordt aan bezoekers met gokverslavingsproblemen.
Onderwijs en jeugd & jongerenbeleid
De voor- en vroegschoolse educatie wordt uitgebreid. Er komen sluitende afspraken tussen peuterspeelzalen, kinderopvang en basisscholen over het wegwerken van ontwikkelingsachterstanden, vooral taalachterstanden. Voor de knelpunten in het peuterspeelzaalwerk (uitbreiding, huisvesting, professionalisering, salariëring, doorgaande lijn) worden structurele oplossingen gezocht. Het aanbod van taalcursussen via de basisschool en de peuterspeelzaal aan allochtone ouders is een goed instrument om taalachterstanden te verminderen.
De achterstanden in de kwaliteit van de onderwijshuisvesting worden ingelopen. Het gaat om goed ingerichte, schone en veilige scholen met leermidddelen die bij de tijd zijn.
De Brede School is een stedelijke aanpak die in de stadsdelen handen en voeten krijgt. Er komt ruimte voor nieuwe initiatieven voor brede buurtscholen, dat wil zeggen multifunctionele accomodaties voor school en buurt. Naast buitenschoolse opvang verdient een betere organisatie van de tussenschoolse opvang (overblijven) alle aandacht. Extra middelen gaan met voorrang naar wijken waar de verbetering van onderwijskansen voor kinderen het meest nijpend is.
Het Voorbereidend Middelbaar Beroepsonderwijs (VMBO) is voor Enschede een zeer belangrijke onderwijssoort die vernieuwing behoeft. Het realiseren van de Scholingsboulevard krijgt de komende jaren zijn beslag. Doelstelling is zoveel mogelijk leerwegen in Enschede open te houden. In een moderne leer-werkomgeving krijgen leerlingen betere kansen om een startkwalificatie voor de arbeidsmarkt te bereiken. De uitval moet worden teruggedrongen. Doorgaande leerlijnen naar het middelbaar beroepsonderwijs komen in samenwerking met de ROC' s tot stand.
De verbinding tussen onderwijs en jeugdbeleid wordt versterkt. Doel is een integraal jeugdbeleid, waarin onderwijs, buitenschoolse opvang en jeugdvoorzieningen zo in elkaar grijpen dat de jeugd een goede toekomst heeft in deze stad. Structurele versterking van het algemeen jongerenwerk is noodzakelijk.
Ouderen
De vergrijzing wordt 'verzilverd' door in te spelen op de kansen om Enschede neer te zetten als een aantrekkelijke stad voor ouderen. Het gaat om wonen, zorg en maatschappelijke voorzieningen die passen bij de oudere inwoners. Binnen het ouderenbeleid moet de financiële ruimte komen om aan dit doel te werken. Zoals in alle steden is ook in Enschede sprake van een relatief groot aandeel allochtone ouderen dat hoe dan ook specifiek beleid nodig maakt. Bij de ontwikkeling van genoemd beleid worden organisaties van allochtonen betrokken. Gecombineerde activiteiten van ouderen in zorgcentra en bijvoorbeeld kinderopvang in één gebouw geven boeiende mogelijkheden voor een win-win situatie.
Er komen zorgloketten op stadsdeelniveau. Getracht wordt deze loketten met behulp van niet-gemeentelijke partners in te richten en te financieren. Tevens wordt getracht deze zorgloketten te combineren met andere loketfuncties in de servicecentra op stadsdeelniveau.
Kunst en cultuur
In de sfeer van accommodaties is de realisering van een nieuwe Muziektheaterzaal, een poppodium en een gebouw voor de Muziekschool essentieel. Het moet het profiel van Enschede Muziekstad ondersteunen. De combinatie van muziekaanbod in het Muziekkwartier biedt een uitgelezen kans om Enschede als 'muziekhoofdstad van het Oosten' neer te zetten. De invulling van het Muziekkwartier moet goede aansluiting bieden voor het rijke amateurleven. De stedenbouwkundige invulling van het Muziekkwartier moet zodanig vorm krijgen dat het noordelijk deel van de binnenstad daardoor een forse sprong voorwaarts maakt.
Streven is om in het wederopbouwgebied een atelierverzamelgebouw te realiseren, met een accent op multimediatoepassingen.
In de collegeperiode zal de nieuwe invulling voor de bestaande musea vanuit het concept van 'het Environ' worden afgerond.
Sport
Ter bevordering van de sportdeelname, leefbaarheid in de wijken, het verminderen van verkeersintensiteit, alsmede uit een oogpunt van sociale veiligheid is de aanwezigheid van sportaccommodaties en speel/trapveldjes in de wijken van belang. Voorkomen moet worden dat sportaccommodaties steeds meer in de periferie van de stad terecht komen. Bij nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen worden bestaande sportaccommodaties en speel/trapveldjes daarom zoveel mogelijk ontzien. Verder wordt bij herinrichting van wijken, zo mogelijk in samenwerking met woningbouwverenigingen, rekening gehouden met de aanleg van speel/trapveldjes. Sportfaciliteiten integreren in de "brede school" ontwikkeling biedt nieuwe kansen.
Om een intensiever gebruik van sportaccommodaties mogelijk te maken, wordt de aanleg van kunstgrasvelden voor gecombineerd trainings- en wedstrijdgebruik voorgestaan. De beschikbare middelen voor herstructurering van sportaccommodaties worden gericht ingezet voor verbetering van de kwaliteit van de beschikbare voorzieningen.
Door wettelijke ontwikkelingen dienen onbebouwde gedeelten van sportaccommodaties thans in de waardevaststelling voor de Onroerende Zaak Belasting (OZB) te worden betrokken. Dit leidt tot een kostenverhoging voor sportverenigingen. Gestreefd wordt naar een passende compensatie.
Wijziging van de subsidieregeling voor de sport mag niet tot gevolg hebben dat bestaande verenigingen in hun voortbestaan worden bedreigd. In voorkomende gevallen zal maatwerk worden geleverd. Als blijkt dat de verenigingen er in slagen de sportdeelname te verhogen, moet dit consequenties hebben in de vorm van een verhoging van het gemeentelijk budget.
De plannen voor een regionale 400 meter kunstijsbaan worden uitgewerkt.
Vrijwilligers
Sport- en culturele verenigingen en levensbeschouwelijke organisaties vormen in veel opzichten het cement in onze samenleving. De vele vrijwilligers binnen en buiten deze organisaties verdienen steun. Dit kan onder andere door infrastructurele faciliteiten en het scheppen van betere randvoorwaarden voor kadervorming. Het sportloket kan uitgebouwd worden tot een service instituut voor alle vrijwilligers organisaties.
De belangrijke functie van vrijwilligersorganisaties moet gewaardeerd worden boven een steeds meer terrein winnende commercialisering.
ICT
De profilering van Twente als 'high-tech' regio en van Enschede als ICT-stad heeft de afgelopen jaren als aanjager gefungeerd bij ICT-innovaties in de stad (o.a. kenniswijk, overheidsloket) en bij instellingen (scholen, bibliotheek etc.). Deze en nieuwe kansen zullen zoveel mogelijk benut worden, gebruikmakend van lokale en landelijke ontwikkelingen. Hierin past een verdere uitbreiding van het aantal digitrefs (digitale trapveldjes) in de wijken.
Economie en werk
Economisch beleid
Het profiel van Enschede als vestigingsplek voor bedrijven in de hoogwaardige dienstverlening, onderwijs, cultuur, (gezondheids)zorg en informatie- en communicatietechnologie wordt in de komende jaren verder versterkt. In dat kader wordt de verdere ontwikkeling van het kennispark op en rond het terrein van de Universiteit Twente ondersteund. Rond het thema zorg, technologie en ondernemerschap wordt, met behulp van een stimuleringsfonds, een economisch programma ontwikkeld dat past in de wederopbouw en bijdraagt aan economisch herstel van de stad als geheel.
Naast de versterking van dit profiel moet het gemeentelijk beleid zich ook richten op wijkeconomie: het versterken van binnenstedelijke bedrijvigheid en ondernemerschap. Het gaat hierbij om het concreet aanwijzen van locaties, het realiseren van laagdrempelige bedrijfsruimte en het stimuleren en faciliteren van startende ondernemers.
Een levendige en aantrekkelijke binnenstad met een gevarieerd aanbod van activiteiten en producten is van groot belang voor de economische basis en de concurrentiepositie van de stad. In de komende jaren zal een actief beleid worden gevoerd om de grote projecten in de binnenstad (Van Heekplein, Stadserf, uitbreiding en vernieuwing Medisch Spectrum Twente, stationsomgeving) succesvol af te ronden of voort te zetten. Publieksgerichte activiteiten en enkele spraakmakende evenementen, aansluitend bij het thema Enschede Muziekstad, dragen bij aan de aantrekkingskracht van de vernieuwde binnenstad.
Het aantal koopzondagen wordt gebaseerd op evaluatie van de bestaande praktijk en onderzoek naar de feitelijke behoefte.
Arbeidsmarkt en activering
Prioriteit bij het stimuleren van arbeidsdeelname ligt bij de herintredende vrouwen, de grote groep WAO'ers en allochtonen. De lage arbeidsparticipatie van vrouwen wordt verhoogd. De aanpak zoals in Pathmos, waar samen met de woningcorporatie bewoners geactiveerd worden, staat model voor andere herstructureringswijken. Door woonvraagstukken te combineren met scholings- en arbeidszaken kunnen veel mensen worden bereikt. Een combinatie van maatschappelijk werk, schuldhulpverlening en activering is vaak een voorwaarde voor betere kansen op scholing en werk.
Ten behoeve van de eerder genoemde doelgroepen zal de gemeente meer moeten sturen op resultaten van reïntegratie- en activeringsprojecten. De gemeente moet de regiefunctie in handen nemen en komen tot een snelle, op individuen gerichte, en sluitende aanpak. Stadsdelen worden uitgedaagd om samen met burgers initiatieven te nemen om de arbeidsparticipatie te verbeteren.
Er is in gemeentelijk beleid aandacht voor het thema dagindeling, de mogelijkheden voor combinatie van zorg en arbeid. De inzet is om op een aantal strategische plaatsen in de stad een dienstenknooppunt te ontwikkelen. Het gaat hier om het scheppen van zodanige condities dat mensen de verantwoordelijkheid van arbeid en zorg daadwerkelijk kunnen combineren.
De bestaande buurtnetwerken die gericht zijn op het signaleren van opvoedingsproblemen worden uitgebreid en beter gefaciliteerd. Intensieve begeleiding van huishoudens met problemen, vroegtijdige aanpak van schooluitval, beheersbaar houden van schuldenproblemen, directe aanpak van problematisch woongedrag en arbeidsmarktactivering zijn instrumenten die de gemeente actief inzet.
Fysieke leefomgeving
De groene en rode grenzen liggen vast
De rode contouren van de stad zijn, met het vaststellen van de ruimtelijke Toekomstvisie, bepaald. Daarmee is de grens van de stedelijke ontwikkelingsmogelijkheid aangegeven. De overgebleven gebieden worden als groene zones ingericht. De ontwikkelingsvisie van Enschede is het uitgangspunt voor het beleid, maar de daarin aangegeven zoeklocaties voor woningbouw (Rutbeek en Glanerbrug Noord) en bedrijfsontwikkeling worden in de komende vier jaar niet in ontwikkeling genomen. De nieuwbouwlocaties Het Vaneker en Het Brunink worden naar behoefte ontwikkeld. Niet alleen voor woningen, maar ook voor bedrijvenlocaties is er sprake van grenzen aan de groei. Groei van wonen en werken moet in de steden plaatsvinden, waardoor de rest van Twente groen kan blijven.
Bedrijven die veel ruimte vragen en relatief weinig werk bieden zullen geen plek krijgen. De norm van minimaal vijftig werknemers per hectare blijft van kracht. De bedrijventerreinen Josinkes en Usseleres krijgen een duurzame invulling die in deze collegeperiode wordt vastgelegd. Het tempo van de feitelijke ontwikkeling van de Usseleres zal worden afgestemd op het binnenstedelijke en (Eu)regionale aanbod aan bedrijfsruimte.
Bij de herstructurering van bedrijventerreinen is het doel meer fysieke ruimte te scheppen voor werkgelegenheid door intensiever ruimtegebruik en het stapelen van bebouwing. De revitalisering van het Havengebied wordt doorgezet. Herstructurering van het Havengebied blijft wenselijk. Daarvoor is het beschikbaar komen van rijksmiddelen noodzakelijk.
Bouwen, wonen en stedelijke vernieuwing
Uitgangspunt voor nieuwbouw is dat de aanwezige ruimte in het bestaande stedelijke gebied door middel van intensievere bebouwing en herstructurering de benodigde ruimte moet bieden voor de vraag naar woningen en bedrijven. De herstructureringsplannen voor Horstlanden/Veldkamp, de Laares en Pathmos zullen de komende jaren worden uitgevoerd. Daarbij worden de woonwensen van de bewoners zo vroeg mogelijk geïnventariseerd en zo goed mogelijk ingepast.
Bij stedelijke vernieuwing wordt in overleg met de woningcorporaties een sociaal plan opgesteld, waarbij duidelijkheid ontstaat voor de zittende bewoners over hun rechten en mogelijkheden. In zo'n sociaal huisvestingsplan worden garanties vastgelegd voor zaken als herhuisvesting, onkostenvergoedingen en sociale begeleiding. Daarnaast wordt planontwikkeling opgestart voor verdere herstructureringsgebieden.
De mogelijkheden voor particuliere woningverbetering zullen ook in de nieuwe gebieden van essentieel belang zijn.
Om de doorstroming in het woningbestand op gang te krijgen, zal in de nieuwbouw een belangrijk accent blijven liggen op het bouwen van middeldure en duurdere koopwoningen. Zo wordt de 'goedkope scheefheid' in de huursector verminderd en komen de sociale huurwoningen zoveel mogelijk daadwerkelijk beschikbaar voor de mensen met lagere inkomens. De komende jaren worden zowel in het binnenstedelijk gebied (Roombeek, Boddenkamp), als aan de stadsrand (Eschmarke, 't Vaneker, Het Brunink) naar behoefte wervende woonmilieus ontwikkeld voor de hogere doelgroepen binnen en buiten Twente.
Leefbare gevarieerde wijken
De komende jaren zal de inzet gericht blijven op het verbeteren van de openbare ruimte in de stadsdelen. Investeren in groen, spelen en wegen, waarbij veiligheid voorop staat, blijft een belangrijke prioriteit. De komende jaren gaan de blokcontainers zo veel mogelijk onder de grond en er wordt meer geïnvesteerd in onderhoud en professioneel beheer.
Samen met woningcorporaties en zorginstellingen wordt een visie op wonen en zorg ontwikkeld. Door zorg meer naar de woonplek te brengen wordt een effectief preventiebeleid gevoerd. Gedacht wordt aan het ontwikkelen van woon-zorgzones. Vraaggestuurde zorg betekent meer maatwerk, niet elke oudere of hulpbehoevende hoeft in zorgcentra te wonen. Een goed voorbeeld is aandacht voor groepen zelfstandig wonende ouderen rondom winkelcentrum Zuid. Bij het bouwen van woningen wordt rekening gehouden met levensloopbestendigheid van woningen.
Naast het opvangen van de vergrijzing bouwt Enschede ook gericht voor werkende en studerende jongeren. In de komende periode moet er tenminste één groot complex voor studentenhuisvesting een plek in of nabij de binnenstad krijgen.
Kleine kernen
In de kleine kernen staat de leefbaarheid centraal, wat onder andere tot uitdrukking komt in bewinkeling, sportaccommodaties en gezondheidsvoorzieningen. Men moet ook op oudere leeftijd in het dorp kunnen blijven wonen. Woningbouw (bijvoorbeeld bij functieverandering van werken naar wonen) vindt plaats binnen de bebouwingsgrenzen. In bijzondere gevallen, als het gaat om de natuurlijke afronding van het dorpsbeeld, kunnen uitzonderingen worden gemaakt. De eigenheid van het dorp moet bewaard blijven.
Buitengebied
Het buitengebied van de stad verdient een helder ontwikkelingsperspectief, vastgelegd in een uitvoerbaar ontwikkelingsplan met een hanteerbaar toetsingskader. Er is ruimte voor faciliteiten ten behoeve van het toerisme en voor recreatie dicht bij de deur. Het buitengebied wordt een prettig uitloopgebied voor wandelaars en fietsers.
Landbouwers krijgen ondersteuning bij het omschakelen naar kleinschalige en milieuvriendelijke activiteiten. De gemeente voert in deze een stimulerend beleid, binnen milieu- en landschappelijke randvoorwaarden. Dit moet ook gelden voor bedrijven die een nieuwe plattelandsactiviteit willen oppakken, zoals recreatie, zorg en dergelijke. Vestiging van niet grondgebonden dierhouderijen past hier niet in. Bij nieuwe economische activiteiten zijn steeds randvoorwaarden: geen uitbreiding van bestaande bebouwing, handhaving van karakteristieke bebouwing en geen onevenredige verkeerstoename.
Er wordt een studie verricht naar nieuwe mogelijkheden voor wonen in vrijkomende boerderijen.
Bereikbaarheid en mobiliteit
Bereikbaarheid is voor een centrumstad absolute voorwaarde. Niet alleen de bereikbaarheid per auto, maar ook voor wandelaars, fietsers en openbaar vervoer. Uitgangspunt is het zo beperkt mogelijk houden van de afstand tussen woon- en werklocaties.
In zijn algemeenheid wordt bij nieuwe ruimteclaims, naast een milieueffectrapportage, ook een mobiliteitseffectrapportage gemaakt. Dit om een betere afweging te kunnen maken bij de keuze van locaties. Ook de ruimtelijke inrichting van de stadsdelen (inclusief voorzieningen) draagt bij aan het beperkt houden van reisafstanden.
Automobiliteit heeft naast een economische ook een sociale functie, zoals het halen en brengen van personen bij scholen en instellingen. Bij de inrichting van de openbare ruimte wordt rekening gehouden met deze vorm van mobiliteit. De parkeerruimte, al dan niet voor beperkte tijd (halen en brengen) moet op deze mobiliteit ingericht zijn (denk aan zoen- en zoefstroken), om voorzienbare parkeerhinder te voorkomen.
In sommige wijken is éénrichtingverkeer nodig om de buurt veilig en leefbaar te maken voor fietsers en wandelaars. Investeringen in verkeersveiligheid in 30 km-gebieden richten zich vooral op kwetsbare groepen zoals scholieren. Samen met bewoners worden het effect van de doorstroomwegen en de effecten van de 30-kilometer gebieden geëvalueerd. In sommige gevallen moeten getroffen oplossingen worden herzien omdat ze niet het gewenste effect hebben.
De bereikbaarheid van Eschmarke, Oikos, de Eilermarke en Glanerbrug verdient de komende jaren verbetering.
Vanwege de leefbaarheid in Glanerbrug wordt de aanleg van de Verlengde Euregioweg in deze raadsperiode gerealiseerd.
Het beleid is gericht op verbetering van doorstroming. Geavanceerde systemen van verkeersmanagement worden hierbij ingezet en 50 km-wegen worden waar nodig fysiek aangepast. Realisatie van de Noord-westtangent is in deze raadsperiode aan de orde. Het tracé van deze tangent moet zo veel mogelijk bestaande wegen volgen en ten noorden van Lonneker aansluiten op de Oldenzaalsestraat; de stadsrandvariant is niet aan de orde. Er wordt onderzoek gedaan naar nut en noodzaak van een eventuele West-Tangent, in relatie tot de voorzienbare groei van economische activiteit aan de westkant van de stad en de daar reeds uitgevoerde verbeteringen van de infrastructuur.
Het actieve fietsbeleid wordt doorgezet. Het stallen van de fiets in de binnenstad vindt plaats tegen een bescheiden tarief.
Er zal een meer sturend parkeerbeleid worden ontwikkeld, waardoor het gebruik van parkeergarages wordt gestimuleerd.
Openbaar vervoerverbindingen vanuit het noorden en westen van de regio naar de (binnen)stad worden op eigen banen gerealiseerd. Ook een tracé richting Lonneker-Oldenzaal is nodig. Als er geen alternatieve tracés in deze richting zijn, wordt het ingepast in de plannen voor de wederopbouw van Roombeek. Voor de HOV-banen Noord en West wordt uitgegaan van een zeer substantiële rijksbijdrage. De HOV-banen Zuid en Oost worden geëvalueerd en de studie naar de agglolijnen wordt voortgezet.
Met als doel bevordering van het gebruik van het openbaar vervoer wordt een experiment overwogen om samen met Connexxion tot gereduceerde tariefstelling te komen, in combinatie met meer haltes, op daarvoor het meest in aanmerking komende routes.
Burger en bestuur
Stadsdeelgewijs werken: de rol van de burger en de gemeentelijke organisatie
Doelstellingen van het stadsdeelgewijs werken zijn het dichter bij de burger brengen van beleid en beheer in het eigen stadsdeel en het bevorderen van betrokkenheid bij en verantwoordelijkheid voor de eigen leef- en woonomgeving. Door de gemeentelijke uitvoering dichtbij burgers te organiseren kunnen inwoners invloed uitoefenen op dingen die de gemeente doet. Mogelijkheden voor nieuwe vormen van burgerparticipatie in de stadsdelen worden versterkt. Ook wijk- en dorpsraden worden als gelijkwaardige partner betrokken bij de keuzes die niet alleen op buurt- of wijkniveau, maar ook op stadsdeelniveau gemaakt moeten worden. De aanwijzing van nieuwe investeringswijken in 2004 zal geschieden op basis van een goede evaluatie en de wensen vanuit de stadsdelen.
De ingestelde stadsdeelcommissies kunnen een actieve rol spelen om een beeld te krijgen van de tevredenheid en wensen van burgers over de gemeentelijke inzet en werkwijze. Daarnaast stelt het college de stadsdeelcommissies zo veel mogelijk in staat een belangrijke rol te spelen in het nemen van beslissingen en het adviseren over beleid en projecten in de stadsdelen. Als het in de stadsdeelcommissie kan, hoeft het niet in de functionele, stedelijke commissie. Door in de stadsdelen te vergaderen hebben burgers meer gelegenheid actief mee te denken en in te spreken in de stadsdeelcommissies.
In het licht van stadsdeelgewijs werken zal de ambtelijke organisatie intensiever moeten samenwerken op uitvoeringsniveau, met als doel effectiever werken. Gemeentelijke taken, waarvoor de stadsdelen de optimale schaal vormen, zullen ook op stadsdeelniveau georganiseerd worden. De functionele afdelingen zorgen voor aanspreekpunten voor de stadsdelen. Aldus komt een combinatie tot stand van vakinhoudelijke kennis en een goede bekendheid met het betreffende stadsdeel. Deze werkwijze zorgt ervoor dat de gemeentelijke organisatie effectief en zichtbaar is in de stadsdelen, zonder dat onder de paraplu van de stadsdelen zelf een bureaucratische organisatie wordt opgetuigd.
De ambtenaren van de gemeente zullen meer tijd moeten besteden aan interactief en vraaggericht werken ten behoeve van de inwoners. Informatietechnologie biedt nieuwe mogelijkheden om mensen in te laten spreken en invloed uit te laten oefenen.
Voor de bestuurlijke aansturing van projecten op de schaal van een stadsdeel geldt als uitgangspunt dat de stadsdeelwethouder bestuurlijk opdrachtgever is. Deze werkwijze levert voor burgers in het stadsdeel herkenbare bestuurders op die ook daadwerkelijk weten wat er in de wijken leeft. In de gemeentelijke overlegstructuur, de informatievoorziening en de begrotingscyclus wordt de stadsdeelinvalshoek versterkt.
Bereikbaar en betrokken bestuur
Inwoners moeten meer invloed krijgen op de kwaliteit van de dienstverlening van de gemeente. Resultaatgerichtheid, openheid, betrokkenheid en verantwoordelijkheid durven nemen (en geven) zijn sleutelbegrippen in het proces van cultuuromslag dat de komende jaren verder beslag moet krijgen. Goede communicatie en adequaat reageren op signalen uit de samenleving staan daarbij centraal. Het bestuur gaat zijn oor te luisteren leggen en wensen en verlangens per stadsdeel en bij doelgroepen inventariseren. Deze inventarisatie geeft een maatschappelijke basis aan de jaarlijkse gemeentebegroting. Wij vragen de raadsleden een enthousiastmerende rol te spelen in het gesprek in de stadsdelen en bij de te stellen prioriteiten in de begroting. De raad neemt zijn maatschappelijke verantwoordelijkheid in het bepalen van de prioriteiten en bij de stedelijke beleidskaders. Dit programma sluit aan op die actieve politieke rol van de raad. Niet alles is vastgelegd; het nemen van maatschappelijke verantwoordelijkheid kun je niet voor de komende vier jaar voorspellen en vastleggen. Echt dualisme krijgt zo een kans.
Bestuurlijke samenwerking
Stad en omgeving
Samenwerking op de schaal van Twente vindt plaats binnen de Regio Twente. Enschede levert daaraan een actieve bijdrage.
Twente groeit steeds meer toe naar één woningmarkt, één arbeidsmarkt en één verkeers- en vervoersmarkt. De bijbehorende vraagstukken verdichten zich op het niveau van de Netwerkstad Twente. Sociaal-maatschappelijke vraagstukken op onder meer het gebied van veiligheid, onderwijs, zorg, welzijn en gezondheidszorg hebben steeds meer een bovenlokale dimensie. Voorts heeft de Netwerkstad de potentie om een aantal gezamenlijke culturele en sportvoorzieningen te ontwikkelen. Op basis van een breed gedragen visie op de Netwerkstad vindt besluitvorming plaats over prioritering en keuzes. Daar waar keuzes een bovenlokaal karakter hebben, wordt het primaat van de samenwerking op het niveau van de Netwerkstad gelegd. Vraagstukken die de schaal of competentie van de Netwerkstad te boven gaan komen tot ontwikkeling in samenwerking met de bestendige samenwerkingspartners Regio Twente en Provincie Overijssel, het rijk, de andere stedelijke netwerken, andere overheids- en private partners en zo nodig Europa.
Enschede investeert in de voor het stedelijk gebied essentiële samenwerking in de Netwerkstad Twente. De bestuurlijke aansturing van de samenwerking in de Netwerkstad moet door de deelname van wethouders uit de netwerkgemeenten worden versterkt, zulks met een goede terugkoppeling naar de gemeenteraden. De dualistische verhoudingen op gemeentelijk niveau moeten doorwerken in het verlengd lokaal bestuur, opdat de kaderstellende en controlerende rol van raadsleden kan worden waargemaakt.
Bij voorkeur vanuit de Netwerkstad moet de samenwerking met Duitse partners (Gronau en Städtedreieck) worden geïntensiveerd, met een initiatiefrol voor Enschede als grootste grensstad.
Middelen
De planning en control van bestuurlijke projecten wordt expliciet versterkt, zowel binnen de projecten zelf (projectcontrol), alsook binnen de diensten (transparante managementrapportages). Systematisch (tenminste drie keer per jaar) bespreekt het college van B&W de voortgang van alle bestuurlijke projecten. Met de raad worden afspraken gemaakt over de wijze waarop de raad geïnformeerd wenst te worden.
In het duale systeem zal de gemeenteraad werken met een eigen activiteitenprogramma. De raad moet voor de opzet en uitvoering van dit programma over voldoende middelen en faciliteiten kunnen beschikken.
De huidige begrotingsystematiek wordt zodanig aangepast dat de vooraf sturende rol van de raad wordt versterkt. Het begrotingsproces wordt transparanter. Inhoudelijk richtinggevend zijn de programma's die het Grote Stedenbeleid vorm geven.
De gemeente spant zich in om meer geld uit Den Haag, Brussel en Zwolle te krijgen. Er komt geen reële verhoging van de tarieven van de Onroerend Zaak Belasting.
In de afgelopen jaren zijn al veel activiteiten in gang gezet en beleidsvoornemens vastgelegd in de Toekomstvisie Enschede 2010 en de bijbehorende ontwikkelingsprogramma's. De verdere financiële vertaling en uitvoering hiervan zullen in de komende jaren hun beslag moeten krijgen. Voor nieuwe uitgaven is dit collegeakkoord richtinggevend. In de meerjarenprogrammering zullen prioriteiten worden vastgesteld. De in dit college-akkoord genoemde investeringen van beleid zullen gefinancierd moeten worden uit het accres Gemeentefonds en door verschuivingen binnen bestaand beleid. Systematische doorlichting van het beleid is en blijft nodig om nieuwe beleidswensen af te wegen tegen oude. Het college zal bij de meerjarenbegroting de raad in staat stellen af te wegen in welke mate en in welke richting bestaand beleid ingeruild kan voor ten behoeve van de in dit collegeakkoord gewenste intensiveringen. Uitgangspunt blijft een strak begrotingsbeleid.