PERSBERICHT
28/03/2002
Vetarm dieet heeft beste tijd gehad
Matige vetconsumptie succesvol bij strijd tegen kilo's
Wie succesvol en blijvend wil afvallen, moet meer vet eten dan tot dusver werd aangenomen. Dat blijkt uit onderzoek van wetenschappers aan de Harvard Medical School, dat onlangs in het International Journal of Obesity werd gepubliceerd. Hierin werden twee groepen op dieet gezet. Eén groep volgde het gebruikelijke vetarme dieet (20 energieprocent vet) en de andere groep een dieet met matig vetgebruik (35 energieprocent vet). De matige vetgebruikers deden het beduidend beter. Ze vielen niet alleen meer af, maar waren na 2,5 jaar nauwelijks aangekomen, in tegenstelling tot de andere groep. Bovendien bleken de matige vetgebruikers meer groenten en vezels binnen te krijgen dan de parallelgroep. Een verassend pluspunt.
Overgewicht en zwaarlijvigheid (obesitas) vormen een steeds groter
probleem in Nederland. Was twintig jaar geleden een derde van de
Nederlandse volwassen bevolking te zwaar, in 2000 was dat aantal
gestegen tot 48% van de mannen en 40% van de vrouwen. We bewegen
namelijk steeds minder. En wie minder beweegt, moet ook minder energie
tot zich nemen. Maar hoe? Artsen en diëtisten schrijven vaak een
vetarm dieet voor. Lastig vol te houden, zeker op de lange termijn.
Bovendien blijkt nu, is een vetarm dieet helemaal niet nodig. Juist
met een beperkte hoeveelheid vet in een dieet worden de beste
resultaten bereikt.
Pindakaas
Voedingsdeskundigen van Brigham & Women's Hospital in Boston (V.S.)*
en Harvard School of Public Health onderzochten 101 mannen en vrouwen
met overgewicht, die ofwel een dieet met matig vetgebruik (35
energieprocent vet) of een traditioneel vetarm dieet (20
energieprocent vet) volgden. Beide groepen consumeerden dezelfde
hoeveelheid calorieën (vrouwen 1200 kcal, mannen 1500 kcal). In het
dieet met matig vetgebruik werd het eten van goede bronnen van
enkelvoudig onverzadigde vetten gestimuleerd, zoals pinda's,
pindakaas, olijfolie, raapzaadolie, avocado's en andere noten. Al deze
etenswaren zijn meestal verboden in vetarme diëten. Daarentegen werden
zo weinig mogelijk verzadigde vetten geconsumeerd.
Het resultaat was, dat veel meer deelnemers zich aan het dieet met
matig vet hielden. Tijdens het 18 maanden durende onderzoek hield meer
dan de helft dit dieet vol, tegenover slechts één vijfde van de
proefpersonen die een vetarm dieet moesten volgen. In beide groepen
verloor men gemiddeld 5 kg in het eerste jaar, maar op langere termijn
werd het onderscheid tussen de diëten pas duidelijk. Wie een dieet met
matige hoeveelheden vet had gevolgd, bleef vrijwel op het nieuwe
gewicht, maar de proefpersonen met een vetarm dieet kregen na 18
maanden een deel van het verloren gewicht weer terug. Degenen met een
matig vetgebruik werden nauwelijks zwaarder, ook niet 2½ jaar na het
begin van het onderzoek.
Plezier in eten
Kathy McManus**, die het onderzoek leidde, verklaart de resultaten als
volgt: "In vergelijking met een vetarm dieet waren er drie maal zo
veel mensen die het matig vette dieet bleven volgen. Dit dieet was
gebaseerd op het gangbare Mediterrane voedingspatroon. Bij
ieder dieet zijn de motivatie en strikte naleving moeilijk vol te houden. Uit onze resultaten blijkt dat mensen met plezier moeten eten om niet op te geven. Diëten met matige hoeveelheden vet kunnen succes hebben omdat ze meer variatie bieden en lekkerder zijn! De proefpersonen hielden dit dieet vol, omdat hun favoriete eten was toegestaan als ze maar op de grootte van de porties letten."
Meer groente en fruit
Een verrassende uitkomst van het onderzoek was, dat degenen met matig
vetgebruik dagelijks één portie groenten meer aten dan aanvankelijk
was voorgeschreven en dat ook hun consumptie van vezels in belangrijke
mate toenam. De algemene kwaliteit van hun voeding werd hierdoor
verhoogd. Bij matig vetgebruik combineerden deelnemers namelijk een
salade met noten en gebruikten ze kleine hoeveelheden sladressings om
de salade lekkerder te maken. De groep met een vetarm dieet
daarentegen ging minder groenten en vezels eten dan was
voorgeschreven. Wanneer er met mate vetten worden gebruikt, is er veel
meer variatie mogelijk dan met een streng, eentonig en vetarm dieet.
---
Opmerking voor de redactie:
Obesitas is momenteel een belangrijke gezondheidskwestie over de hele
wereld. In de V.S. is meer dan de helft van de bevolking al te zwaar
en meer dan 50 miljoen Amerikanen (23%) zijn zwaarlijvig. Uit recente
cijfers van het CBS, blijkt dat in Nederland bijna 50% van de mannen
en 40% van de vrouwen al te zwaar of obees zijn. Overgewicht en
obesitas worden in verband gebracht met ernstige chronische ziekten,
zoals een te hoge bloeddruk, hart- en vaatziekten, diabetes, artritis
en bepaalde vormen van kanker.
Het persbericht is gebaseerd op de volgende studies:
1. K McManus, L Antinoro, F Sacks, A Randomised Controlled Trial of a
Moderate Fat, Low- Energy Diet with a Low Fat, Low- Energy Diet for
Weight Loss in Overweight Adults. International Journal of Obesity
(2001), 25, 5: 1503-1511.
2. PM Kris-Etherton et al, The Effects of Nuts on Coronary Heart
Disease Risk. Nutrition Reviews (2001), 59, 4: 103- 111.
3. FB Hu, JE Manson, WC Willett, Types of Dietary Fat and Risk of
Coronary Heart Disease: A Critical Review. Journal of the American
College of Nutrition (2001), 20,1: 5-19
*Brigham and Women's Hospital in Boston (V.S.) is het
universiteitsziekenhuis van Harvard Medical School, een vooraanstaand
centrum voor onderzoek naar voeding.
**Kathy McManus, MS, RD, is directeur van de afdeling Voeding van
Brigham and Women's Hospital, directeur van Voeding en
gedragsverandering bij het programma voor gewichtscontrole en heeft
bijgedragen aan dit onderzoek.
Het onderzoek is mede mogelijk gemaakt door The Peanut Institute, de
International Olive Oil Council en de International Tree Nut Council.