Gemeente Breda
27-03-2002
Verbetering interne organisatie onderwijshuisvesting Breda
De gemeente Breda komt na een intern onderzoek met aanbevelingen om de
ingewikkelde materie van de onderwijshuisvesting in Breda goed aan te
kunnen pakken. In 2001 gaf het college van burgemeester en wethouders
een interne werkgroep de opdracht om de problematiek op het terrein
van onderwijshuisvesting te analyseren en met conclusies en
aanbevelingen te komen. De werkgroep heeft het rapport deze week aan
het college aangeboden. Het bevat aanbevelingen over de organisatie,
de beleidsvoorbereiding, communicatie en de financiering van
onderwijshuisvesting. Het college biedt het rapport aan de
programmaonderhandelaars aan om het te betrekken bij de vorming van
een nieuw college.
Huidige situatie
De werkgroep constateert dat er op dit moment onvoldoende inzicht
bestaat in de bestaande situatie. De bouwkundige wensen op het gebied
van onderwijshuisvesting zijn onlangs geïnventariseerd: voor optimaal
en modern onderwijs is in de komende jaren bijna
119.000.000 euro nodig. De effecten van onderwijskundige
ontwikkelingen, klassenverkleining, multifunctionaliteit en Brede
School en de invloed van andere beleidsvelden zijn hierin opgenomen.
De effecten van sturingsmaatregelen moeten er echter nog in worden
verwerkt tot een doordachte beleidsvisie.
Aanbevelingen
Deze conclusie brengt de werkgroep tot een aantal aanbevelingen. De
werkgroep vindt het noodzakelijk dat er een integraal
4-jarenhuisvestingsplan wordt opgesteld. Dat plan moet gebaseerd zijn
op de huidige huisvestingssituatie, sturingsmaatregelen en de
regelgeving van de rijksoverheid (op het gebied van
klassenverkleining, Brede School, ICT-onderwijs, ARBO en
brandveiligheid). Daarnaast moet gekeken worden naar de mogelijkheid
tot multifunctioneel gebruik van accommodaties.
Het verdient ook aanbeveling om schoolbesturen in een vroeg stadium te
betrekken bij totstandkoming van een onderwijshuisvestingsplan. De
gemeente moet daar als regisseur pro-actief sturing aan geven. Een
gestructureerde communicatie kan daar een bijdrage aan leveren.
Evenals een compacte interne organisatie met korte lijnen, waarbinnen
een helder aanspreekpunt wordt opgericht voor externe partners,
schoolbesturen en directies.
De werkgroep doet ook aanbevelingen op het gebied van financiering. De
basis hiervoor moet het op te stellen 4-jarenhuisvestingsplan zijn.
Gestreefd wordt naar een gezond financieel meerjarenperspectief. De
werkgroep vraagt met name aandacht voor het wegwerken van
achterstallig onderhoud (zodat op termijn geen extra hoge lasten
ontstaan) en voor reële afschrijvingstermijnen voor gebouwen.
Bovendien moeten reële planningen ervoor zorgen dat te treffen
huisvestingsmaatregelen ook daadwerkelijk uitgevoerd kunnen worden.
Calamiteiten moeten afzonderlijk van het 4-jarenhuisvestingsplan
worden opgelost.
Maatregelen
Een deel van de aanbevelingen is al in gang gezet of wordt op dit
moment uitgewerkt. De ambtelijke organisatie is aangepast om
versnippering van kennis tegen te gaan en specifieke beleidskennis op
te bouwen. Daarnaast heeft verdere professionalisering prioriteit. Er
zijn afspraken gemaakt met de schoolraad om communicatie met
scholenveld op te waarderen. En het meerjarig huisvestingsplan wordt
interactief met het scholenveld opgesteld. Toch past het niet om een
te optimistische voorstelling van zaken geven. Zolang er een groot
verschil is tussen benodigde en beschikbare financiële middelen, kan
ook een beleidsplan geen wonderen verrichten. Ook in de komende jaren
moeten scherpe prioriteiten gesteld worden.
Breda, 27 maart 2002