Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu
Bilthoven, 27 maart 2002
PB07/02
Milieu- en natuureffecten van een aantal verkiezingsprogramma's
geanalyseerd
Het Milieu- en Natuurplanbureau van het RIVM heeft de milieu- en
natuureffecten bepaald van de verkiezingsprogramma's van politieke
partijen die daarom gevraagd hebben. Samen met de economische analyse
door het Centraal Planbureau, kan dit een hulpmiddel zijn voor de
kiezer.
Medio 2001 bood minister Pronk de politieke partijen aan om de milieu-
en natuurparagrafen van hun verkiezingsprogramma door het Milieu- en
Natuurplanbureau van het RIVM te laten analyseren. PvdA, D66,
GroenLinks, ChristenUnie en SP zijn op deze uitnodiging ingegaan. VVD,
CDA en SGP hebben van een doorrekening afgezien. Alleen van de
verkiezingsprogramma's van de partijen die door het Centraal
Planbureau (CPB) economisch zijn geanalyseerd, zijn de milieu- en
natuureffecten berekend.
Scenarioveronderstellingen
Het CPB en het Milieu- en Natuurplanbureau van het RIVM hebben hun
analyse van de verkiezingsprogramma's onderling afgestemd. Zo zijn de
economische en de ecologische analyse op dezelfde financiële
onderbouwingen en scenario-veronderstellingen gebaseerd. Hierbij is
uitgegaan van het bestaande milieu- en natuurbeleid, zoals vastgelegd
in NMP4, de nota `Natuur voor Mensen' en de Vijfde Nota Ruimtelijke
Ordening.
Spelregels
Partijen konden aan het bestaande beleid maatregelen toevoegen of
maatregelen schrappen. De analyse is beperkt tot de maatregelen die in
de komende Kabinetsperiode worden ingezet. Verder zijn maatregelen die
afhankelijk zijn van internationale overeenstemming en maatregelen die
alleen door gemeenten worden vastgesteld niet meegerekend. Wanneer
deze maatregelen relevant zijn voor milieu en natuur, worden ze wel
apart genoemd. Het Milieu- en Natuurplanbureau heeft geen oordeel over
de maatschappelijke haalbaarheid van de maatregelen. In de
berekeningen wordt verondersteld dat de uitvoering van de programma's
kan steunen op politiek en maatschappelijk draagvlak.
Methode
De effecten van maatregelen zijn berekend voor het jaar 2010. Een
hogere economische groei zal de milieu- en natuureffecten vaak
negatief beïnvloeden. Bij de berekening is gekozen voor een
optimistische groei van 2,75%. Dit maakt het mogelijk te toetsen of de
emissies van broeikasgassen en verzurende stoffen ook bij een hogere
economische groei beneden emissieplafonds blijven die in de EU zijn
afgesproken.
Resultaten
De partijen zijn beoordeeld voor diverse milieu- en natuurthema's.
Hierbij worden door de partijen verschillende accenten gelegd.
EINDE BERICHT
Noten voor de redactie:
Voor meer informatie kunt u terecht bij de afdeling
Communicatie van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu
(RIVM).
Postbus 1 (Antonie van Leeuwenhoeklaan 9)
3720 BA Bilthoven
Telefoon 030-274 2560/4288
Fax 030-274 4471
E-mail: info@rivm.nl