Ministerie van Buitenlandse Zaken
---
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den
Haag Directie Veiligheidsbeleid Nucleaire Aangelegenheden en
Non-proliferatie Bezuidenhoutseweg 67 2594 AC Den Haag
Datum 27 maart 2002 Auteur Peter Potman
Kenmerk DVB/NN-078/02 Telefoon 070-3485555
Blad /1 Fax 070-3485684
Bijlage(n) 1 E-mail peter.potman@minbuza.nl
Betreft Beantwoording vragen van het lid Hoekema over Amerikaans beleid
Atoomwapens en "negatieve Veiligheidsgaranties"
Zeer geachte Voorzitter,
Graag bied ik u hierbij de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld
door het lid Hoekema over de Amerikaanse 'atoombelofte'. Deze vragen werden
ingezonden op 28 februari 2002 met kenmerk 2010207140.
De Minister van Buitenlandse Zaken
Antwoord van de heer Van Aartsen, Minister van Buitenlandse Zaken, op vragen
van het lid Hoekema (D66) over de Amerikaanse "atoombelofte". (Ingezonden 27
februari 2002)
Vraag 1:
Heeft U kennisgenomen van de berichten, als zou de Amerikaanse regering
afstand hebben genomen van het sinds 1978 geldende beleid dat geen
atoomwapens worden ingezet tegen landen die zelf niet over deze wapens
beschikken (de zgn. NVG's), welk beleid voor het eerst werd afgekondigd
tijdens de Eerste Algemene Vergadering van de Verenigde Naties gewijd aan
Ontwapening (SAVVN), in 1978 door minister van Buitenlandse Zaken Vance?
Antwoord:
Ja.
Vraag 2:
Als deze berichten op waarheid berusten, wat is hierover uw opvatting? Is
hierover in het NAVO Bondgenootschap of bilateraal geconsulteerd? Wat gaat U
hier, met de bondgenoten, aan doen?
Antwoord:
Het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse Zaken heeft ontkend dat de
Verenigde Staten zijn beleid ten aanzien van de zogenaamde "negatieve
veiligheidsgaranties" zou hebben veranderd.
Aangezien er geen sprake is van een veranderd beleid, zie ik geen aanleiding
binnen het Bondgenootschap hierover een discussie te beginnen.
In het geval van "negatieve veiligheidsgaranties" is sprake van een
eenzijdig op zich genomen beperking bij de inzet van kernwapens door de
betrokken kernwapenstaten. In het geval van kernwapenvrije Zones zijn deze
garanties als verdragbepalingen opgenomen. De unilaterale garanties zijn
door de kernwapenstaten laatstelijk bekrachtigd in Veiligheidsraadresolutie
984 (1995).
Over "negatieve veiligheidsgaranties" en over de interpretatie daarvan door
de regering van de Verenigde Staten, waaronder het feit dat zij niet heeft
uitgesloten onder bepaalde omstandigheden de inzet van kernwapens te
overwegen in geval van gebruik door een tegenstander van andere
massavernietigingswapens, bent U ondermeer ingelicht in mijn brief van 6
september 1999 (25 819 en 26 348, nr. 8, vergaderjaar 1998-1999) en in
antwoord op vragen van het lid Hoekema d.d. 8 mei 2000.
Kenmerk DVB/NN-078/02
Blad /1
===