Partij van de Arbeid
Den Haag, 27 maart 2002
BIJDRAGE VAN JAAP JELLE FEENSTRA (PVDA) AAN HET PLANIR DEBAT OVER HET
VERSLAG VAN EEN ALGEMEEN OVERLEG OVER DE HSL-ZUID
De HSL-Zuid is een prachtig project. De PvdA is er wel een beetje verliefd
op!
De HSL is ook zwaar belegd, met geld - in totaal 10 miljard gulden - maar
ook met ambities: de HSL moet in 2006 railcapaciteit bieden aan zowel de
binnenlandse als internationale reiziger, de HSL moet een aantrekkelijk
alternatief vormen voor de weg en voor het vliegverkeer over Europese
afstanden.
Het is dus nu bovenal zaak de HSL maximaal te gebruiken. Daarvoor is van
belang een hoogfrequent bedieningspatroon en een hoog serviceniveau. De
"oranje-combinatie" van NS en KLM gaat dat bieden.
En de tarieven zijn daarbij van belang. De HSL moet voor de binnenlandse
autorijder en de internationale vliegtuigpassagier een reëel te overwegen
alternatief vormen. Vliegen binnen Europa is nog steeds te goedkoop vanwege
de accijnsvrijstelling voor kerosine.
In de concessieovereenkomst is de mogelijkheid van een tariefsrestrictie
opgenomen; daarom praten we er ook over. Wat ons opvalt is dat deze
mogelijkheid zo absoluut wordt gehanteerd; óf de Staat ontvangt een maximale
vergoeding óf de oranje-combinatie betaalt 47 miljoen EUR per jaar minder
aan de Staat en matigt daarvoor de HSL-tarieven. Meer smaken zijn er niet.
Voor de PvdA staat niet deze digitale keuze tussen beiden extremen centraal,
maar de maatschappelijke functie van de HSL en algemene overwegingen van
mobiliteitsbeleid en een gelijk speelveld tussen de vergelijkbare
vervoersvormen.
En die maatschappelijke functie krijgt betekenis door een maximaal aantal
passagiers van de HSL gebruik te laten maken en daarvoor de auto en het
vliegtuig te laten staan. Daarom vragen wij van het Kabinet, binnen de
ruimte van de tariefsrestrictie, nog eens te kijken naar het maatschappelijk
optimum van een tariefstelling, die maximale reizigersaantallen mogelijk
maakt; een tariefsrestrictie-op-maat, die ten minste een level-playing-field
biedt ten opzichte van wegverkeer en luchtverkeer. Daarvoor dienen wij, mede
namens D66 en CDA, een motie in.