Partij van de Arbeid
Den Haag, 27 maart 2002
VRAGEN VAN HET LID HAMER (PVDA) AAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN
WETENSCHAPPEN
1. Heeft u kennis genomen van de artkelen 'Miljoenentekort voor technische
universiteiten' (1) en 'Universtiteiten willen geld voor gebouwen' (2) over
de tekorten bij de drie technische universiteiten in Nederland?
2. Hoe beoordeelt u de situatie dat de drie technische universiteiten in
financiële problemen zijn gekomen door de nieuwbouwprojecten die zij zijn
gestart? Komt deze situatie alleen voor bij de technische universtiteiten of
zijn ook andere universiteiten in financiële problemen vanwege het beheer
van de gebouwen?
3. Hoe beoordeelt u de claim van de Vereniging van Samenwerkende Nederlandse
Universiteiten (VSNU) van 545 miljoen euro of een jaarlijks bedrag van 36
miljoen om de gebouwen te beheren? Hoe kijkt de minister aan tegen de
resultaten van het onderzoek van de Commissie Koopmans uit 1999, waaruit
bleek dat de universiteiten over onvoldoende financiële middelen beschikken
om de gebouwen te kunnen beheren? Is het bedrag dat vanuit de lumpsum
beschikbaar is voor het beheer van de universiteitsgebouwen onvoldoende?
4. Deelt de minister de mening dat de bedragen. die de universiteiten voor
het beheer en de nieuwbouw van gebouwen uitgeven, niet ten koste mogen gaan
van de kwaliteit van onderwijs en onderzoek? Zo ja, wat denkt de minister
dan te doen aan de bezuinigingen op onderwijs en onderzoek die nu door de
technische universiteiten worden ingezet om de financiële problemen te
verhelpen? Wat vindt de minister bijvoorbeeld van het feit dat de Technische
Universiteit Eindhoven een tweetal leerstoelen heeft opgedoekt om uit de
financiële problemen te raken?
5. Hoe denkt de minister de huidige financiële problemen op de
universiteiten te lijf te gaan? Kan de minister ons garanderen dat deze
financiële problemen niet ten koste gaan van onderwijs en onderzoek?
(1) De Volkskrant, 26 maart 2002
(2) Metro, 26 maart 2002