Gemeente Amsterdam
---
|
Ruimtelijke ontwikkeling van Amsterdam tot 2030
Het ontwerpstructuurplan Kiezen voor Stedelijkheid
Ruimtelijke ontwikkeling van Amsterdam tot 2030
Waar komen de komende dertig jaar de nieuwe woongebieden van Amsterdam
en waar de werkgebieden? Wat zijn de plannen voor de aanleg van wegen
en sporen? Hoeveel woningen worden er in Amsterdam en de regio
gebouwd? Voorstellen hiervoor staan in het ontwerpstructuurplan Kiezen
voor Stedelijkheid, waarmee het college van B&W heeft ingestemd. Het
ontwerpstructuurplan geeft een visie op de ruimtelijke ontwikkeling
van Amsterdam voor de periode tot 2010. Nieuw is dat die visie in
regionaal perspectief wordt geplaatst in het besef dat de stad steeds
meer onderdeel wordt van de samenhangende netwerkstad die zich op de
regioschaal ontwikkelt. Nieuw is ook dat de lange termijn (2030) in de
visievorming wordt betrokken. Naast een plankaart waaraan de
bestemmingplannen van stadsdelen zullen worden getoetst, is er een
tweede kaart toegevoegd waarop de acties en ambities staan aangegeven
voor de periode tot 2010. Daarbij gaat het om concrete uitvoering van
plannen, maar ook om voorbereidende acties met het oog op de gewenste
ontwikkeling na 2010.
Tot 2010 staan de ontwikkelingen in het teken van de stedelijke
vernieuwing van het naoorlogse woongebied in West, Noord en Zuidoost.
Ook komen nieuwe stedelijke centra tot ontwikkeling (Zuidas, ArenA,
Teleport, Shellterrein, WTCW, A10-West), nieuwe woongebieden (IJburg,
Zeeburgereiland, Houthavens) en nieuwe werkgebieden (Lutkemeerpolder,
Riekerpolder, Amstel III). Tussen 2010 en 2030 ligt het accent op
nieuwe stedelijke transformaties. Intensieve en gemengde
woon/werkmilieus worden in de lange termijnvisie van het
ontwerpstructuurplan gerealiseerd in bestaande zones van openbaar
vervoer of zones die met nieuw openbaar vervoer goed bereikbaar kunnen
worden gemaakt, zoals de Overamstelzone, de noordelijke IJoever en de
Nieuwe Meerzone. Nieuwe werkgebieden worden aan de westkant van de
stad gerealiseerd. Nieuwe infrastructuur in de periode tot 2030
betreft onder andere het sluiten van de kleine metroring, de aanleg en
doortrekking van de Noord/Zuidlijn naar Schiphol en Zaanstad, de
aanleg van de Westrandweg en buiten Amsterdam de aanleg van de A6-A9
wegverbinding en de IJmeerlijn. Bij elkaar moeten er in de periode
2010-2030 zo'n 50.000 woningen in Amsterdam worden gebouwd en nog eens
100.000 elders in de regio. Door in bestaand stedelijk gebied te
bouwen in hoge dichtheden, gemengd en met goed openbaar vervoer, wordt
voorkomen dat het landelijk gebied buiten de steden op grote schaal
voor woningbouw in lage dichtheden moet worden benut en dat de
problemen van automobiliteit blijven toenemen. In de stad wordt meer
geïnvesteerd in water en groen. De hoofdgroenstructuur uit 1996 wordt
gehandhaafd en versterkt en er wordt meer water in de stad
gerealiseerd. In de stadsranden komt het groen op sommige plekken
onder druk te staan door stedelijke transformaties.
Vanaf januari 2000 wordt er gewerkt aan het nieuwe structuurplan.
Sindsdien is er een reeks tussenproducten verschenen waarover breed
overleg en inspraak is georganiseerd. In het najaar van 2001 is het
conceptontwerpstructuurplan verschenen. Hierover heeft inspraak
plaatsgevonden en artikel 10 BRO-overleg. Nu het college heeft
ingestemd met het ontwerpstructuurplan, zal het ter visie worden
gelegd. Dit zal plaatsvinden in mei 2002. De resultaten van deze
tervisielegging worden verwerkt en rond oktober 2002 kan een nieuw
college het structuurplan Amsterdam definitief vaststellen. Daarna zal
het structuurplan nog als onderdeel van het provinciale streekplan
worden vastgesteld.
Paul van Yperen
^
-
© gemeente Amsterdam - 27-03-2002