Partij van de Arbeid
Den Haag, 26 maart 2002
VRAGEN VAN DE LEDEN BUSSEMAKER (PVDA), SCHIMMEL (D66), WEEKERS (VVD), VAN
GENT (GROENLINKS) EN VAN DER HOEVEN (CDA) AAN DE STAATSSECRETARIS VAN
SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID EN AAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN
EN KONINKRIJKSRELATIES
1. Heeft u kennis genomen van de steekproef van de Vereniging
Vrouwenbelangen naar het aantal vrouwen dat is gekozen bij de laatste
gemeenteraadsverkiezingen?
2. Kunt u bevestigen dat het aantal gekozen vrouwen in gemeenteraden ten
opzichte van 1998 geen enkele vooruitgang heeft geboekt en is blijven steken
op 24%?
3. Welke conclusies trekt u uit het feit dat de feitelijke resultaten ver
verwijderd zijn van het streefcijfer van 35%, zoals vermeld in de
Meerjarennota Emancipatiebeleid?
4. Wat heeft tot nog toe het in 2001 gestarte onderzoek naar uitstroom van
vrouwen uit de lokale politiek concreet opgeleverd? Welke
beleidsmaatregelen, die gebaseerd zullen zijn op maatregelen die het
bedrijfsleven neemt om uitstroom tegen te gaan, zijn ondertussen in praktijk
gebracht?
5. Welk budget is de afgelopen jaren besteed aan het verbeteren van de
positie in de (lokale) politiek?
6. Wat denkt u te gaan doen om bij de volgende gemeenteraadsverkiezingen in
2006 toch op z'n minst in de buurt van het streefcijfer van 40% te komen
(gebaseerd op het voornemen bij elke verkiezing 5% meer vrouwen in de
gemeenteraad te krijgen)? Op welke wijze gaat u daarbij politieke partijen
betrekken?
7. Bent u daarbij bereid de optie van oriëntatiecursussen voor vrouwen, die
interesse hebben voor de lokale politiek, verder uit te werken en gemeentes
via een stimuleringssubsidie aan te moedigen dergelijke oriëntatiecursussen
te organiseren?
8. Wilt u in dat verband overwegen om met betrokken organisaties, zoals de
Vereniging voor Vrouwenbelangen, het Instituut voor Publiek en Politiek, de
landelijke werkgroep Politieke scholingscursussen voor vrouwen, en het
vierjarig opleidingstraject voor allochtone vrouwen met een politieke
ambitie, een oriëntatie cursus 'Vrouwen in de gemeentepolitiek' te
ontwikkelen waarin vrouwen vertrouwd raken met zaken als de structuur van de
gemeente, gemeentetaken, beleidsterreinen, de samenstelling van de
gemeenteraad, het nemen van besluiten, het lezen van raadstukken?