Agalev (Vlaanderen)

P E R S M E D E D E L I N G
A G A L E V F R A C T I E
V L A A M S P A R L E M E N T

Brussel, 27 maart 2002

Agalev wil dat afspraken Stedenfonds worden uitgevoerd


Begin maart besliste de Vlaamse Regering over de krachtlijnen van het Stedenfonds. Dit Stedenfonds is bestemd voor de grootsteden Antwerpen en Gent en de elf centrumsteden Aalst, Brugge, Hasselt, Genk, Kortrijk, Leuven, Mechelen, Oostende, Roeselare en Sint-Niklaas.

Het Stedenfonds is de opvolger van het Sociaal Impulsfonds (SIF), in die zin dat het de zogenaamde SIF-plus middelen een nieuwe bestemming geeft. Het gaat om ca. 100 miljoen euro voor 2003.

De regering legde terecht als krachtlijn vast dat de grootsteden Antwerpen en Gent recht hebben op 75 procent van het Stedenfonds. Dit percentage komt overeen met de verhoudingen binnen het huidig Sociaal Impulsfonds. Het is de weerspiegeling van de grote bundeling aan sociale problemen die helaas in de Vlaamse grootsteden aanwezig is. In die zin ligt het bedrag dat deze steden ontvangen zelfs nog een stuk lager dan wat nodig om de structurele noden in deze steden aan te pakken. Ter illustratie: zowel Antwerpen als Gent herbergen drie keer meer bestaansminimumtrekkers dan het gemiddelde in Vlaanderen.

Als algemeen principe werd beslist dat, na de voorafname door Antwerpen en Gent, de gelden over de zgn. centrumsteden worden verdeeld op basis van het inwonersaantal. In tweede orde wordt deze toewijzing gecorrigeerd, om ervoor te zorgen dat geen enkele stad minder geld uit het Stedenfonds zou ontvangen dan ze nu ontvangt uit de SIF-plus middelen. Uit berekeningen blijkt nl. dat bij de (nieuwe) verdeling op basis van inwonersaantallen kleinere centrumsteden waar de sociale problematiek soms toch aanzienlijk is, minder zouden ontvangen dan nu het geval is. Deze herverdeling in tweede instantie is dus gerechtvaardigd. Vanuit het oogpunt van sociale gelijkheid is het logisch dat centrumsteden die voorheen geen SIF-plus middelen ontvingen, hun solidariteit betuigen met centrumsteden die nu in de eerste verdelingsronde te weinig zouden ontvangen

Wat voor Agalev niet kan, is dat bij deze noodzakelijke herverdeling ook de voorafname voor Antwerpen en Gent in het gedrang komt, de 75%. De herverdeling moet plaatsvinden binnen de gereserveerde 25% voor de centrumsteden. Het zou niet rechtvaardig zijn dat juist de grootsteden middelen zouden moeten afstaan uit solidariteit met de armere centrumsteden, terwijl rijkere of grotere centrumsteden bij de hele operatie winnen. Antwerpen zou bij dergelijke optie zo'n drie miljoen euro verliezen, Gent ongeveer een miljoen. Wil deze regering een echt stedenbeleid voeren, moet ze ook de grootsteden beschermen en ruimte gunnen.

Agalev hoopt dat alle partijen van de meerderheid deze visie zullen verdedigen bij de nakende regeringsbeslissing over het Stedenfonds, en aldus de beslissing van maart bekrachtigen. Het is niet te verdedigen dat steden als Antwerpen of Gent, beide met een grote sociale problematiek en een precaire financiële situatie, financieel broodnodige middelen zouden ontlopen om uiteindelijk steden te financieren die in het huidig Sociaal Impulsfonds géén middelen ontvangen. Een echt stedenbeleid moet de juiste keuzes durven maken.

Dirk Holemans,Vlaams volksvertegenwoordiger
Jo Vermeulen, Vlaams volksvertegenwoordiger

---
Meer informatie:
Agalev fractie, Vlaams Parlement, 1011 Brussel
Tel. 02-552 13 84 Fax 02-552 16 33
e-mail: vl.parlm@agalev.be
http://www.agalev.be/vlaamsparlement/