Ministerie van Buitenlandse Zaken


---

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag Dir. Noord-Afrika en Midden-Oosten Afdeling Midden-Oosten Bezuidenhoutseweg 67 2594 AC Den Haag

Datum 25 maart 2002 Auteur: A M.J. van Deelen
Kenmerk DAM-49/2002 Telefoon 070-3485185

Blad /1 Fax 070-3486639

Bijlage(n) 1 E-mail dam@minbuza.nl

Betreft Vragen van het lid Verhagen over Palestijnse schoolboeken
Zeer geachte Voorzitter,

Graag bied ik u hierbij, mede namens de Minister voor Ontwikkelingssamenwerking, de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door het lid Verhagen over Palestijnse schoolboeken. Deze vragen werden ingezonden op 28 januari 2002 met kenmerk 201020496.

De Minister van Buitenlandse Zaken,

Antwoord van de heer Van Aartsen, Minister van Buitenlandse Zaken, mede namens mevrouw Herfkens, Minister voor Ontwikkelingssamenwerking, op vragen van het lid Verhagen over Palestijnse schoolboeken.

Vraag 1

Herinnert u zich dat u tijdens het Algemeen Overleg van 5 september 2001 een toezegging heeft gedaan om de Kamer nog exact over het door mij gevraagde onderzoek inzake Palestijnse schoolboeken door het 'Center for monitoring the impact of peace' te informeren ?

Vraag 2

Herinnert u zich dat u tijdens het Algemeen Overleg van 8 november 2001 een toezegging heeft gedaan om nadere informatie te verschaffen over de kwestie rond financiering van Palestijnse schoolboeken met een discriminerende inhoud ?

Antwoord:

Ja.

Vraag 3

Waarom heeft de Kamer tot op heden nog geen informatie van u ontvangen aangaande de Nederlandse financiering van Palestijnse schoolboeken en een beoordeling van de inhoud ?

Antwoord:

Zoals ik u eerder tijdens Algemeen Overleg meedeelde was ik in afwachting van de resultaten van een aantal studies naar de inhoud van de Palestijnse schoolboeken. De meeste daarvan zijn eerst recent verschenen. Een brief over dit onderwerp gaat u separaat toe.

Vraag 4

Bent u van mening dat de financiering van het huidige lesmateriaal een bijdrage levert aan conflictpreventie en aan een vreedzame oplossing van het Midden-Oosten conflict ?

Antwoord:

De financiering van het lesmateriaal beoogde in de eerste plaats het Palestijnse Ministerie van Onderwijs in staat te stellen basisonderwijs te bieden aan Palestijnse kinderen.

Vraag 5

Kunt u duidelijkheid verschaffen over de mogelijke gerechtelijke procedure van Europarlementariërs tegen minister Herfkens, in verband met de financiering van Palestijnse schoolboeken met discriminerende inhoud?

Antwoord:

De Franse socialistische Europarlementariër F. Zimeray heeft afgezien van zijn eerder aangekondigde voornemen juridische stappen te ondernemen tegen onder andere Minister Herfkens aangaande de financiering van Palestijnse schoolboeken. Andere initiatieven van Europarlementariërs zijn mij niet bekend.

Vraag 6

Heeft u kennisgenomen van het goedgekeurde begrotingsamendement van het Europees Parlement dat moet voorkomen dat haatzaaiende Palestijnse schoolboeken met Europees geld worden gefinancierd en zeker moet stellen dat dit geld uitsluitend aangewend wordt voor projecten die vrede, begrip en verzoening steunen en bijdragen tot een vermindering van haat ?

Antwoord:

Ja, de toelichting op de begroting van de Europese Commissie betreffende begrotingslijn B7-42 is door het Europees Parlement als volgt geamendeerd: "Met deze middelen mogen geen acties, projecten of programma's worden gefinancierd die beginselen of opvattingen steunen die onverenigbaar zijn met de fundamentele waarden van de Europese Unie, doch slechts projecten die vrede, begrip en verzoening, alsmede de vermindering van de haat bevorderen".

Vraag 7

Is de financiering van haatzaaiende Palestijnse schoolboeken door Nederland inmiddels gewijzigd? Zo neen, welke maatregelen zal Nederland treffen opdat voorkomen wordt dat haatzaaiende Palestijnse schoolboeken met Nederland geld worden gefinancierd ?

Antwoord:

Op grond van een heroriëntatie van het OS-programma met de Palestijnse Gebieden (zie de brief van de Minister voor Ontwikkelingssamenwerking van 13 juni 2001, 23 432, nr.39) is besloten de Nederlandse bijdrage aan de bouw van scholen en de productie van lesmaterialen stop te zetten. Het besluit tot deze beleidswijziging staat echter los van de discussie over de inhoud van het lesmateriaal. Overigens vormde de hoofdconclusie van de studies naar de inhoud van het Palestijnse lesmateriaal dat van directe opruiing geen sprake is, al is op onderdelen wel sprake van ongelukkige formuleringen en omissies.

Verslag Algemeen Overleg d.d. 5 september 2001, (Kamerstuk 23 432 nr. 41)

Verslag Algemeen Overleg d.d. 8 november 2001, (Kamerstuk 21501-02 nr. 411)

===