Ministerie van Economische Zaken
Berichtnaam: INVOERHEFFING VERENIGDE STATEN VOOR STAAL

Nummer: 46

Datum: 26-03-2002

De leden Hindriks en Koenders (beiden PvdA) hebben aan de minister en staatssecretaris van Economische Zaken op 08-03-2002 de volgende schriftelijke vragen gesteld.


1 Kent U de berichten over de invoerheffing die de Verenigde Staten wil opleggen voor staal?1


2 Hoe oordeelt U over de voorgenomen heffing?



3 Deelt U de argumentatie dat een invoerheffing op staal nodig is omdat de staalindustrie buiten de Verenigde Staten met overheidsgeld wordt ondersteund? Zo ja, bestaat die steun voor de staalindustrie in de Europese Unie in het algemeen en Nederland in het bijzonder? Zo nee, waarom niet?

4 Hoe zou U over invoerheffingen oordelen, die zich louter richten op landen die hun nationale staalindustrie beschermen?

5 In hoeverre wordt de uitvoer van staal uit de Europese Unie in het algemeen en Nederland in het bijzonder geschaad door de Amerikaanse maatregel? In hoeverre komt de positie van Corus onder druk te staan?

6 Verwacht U gevolgen voor de werkgelegenheid in de Nederlandse staalindustrie? Zo ja, welke gevolgen verwacht U en op welke wijze neemt U maatregelen om die gevolgen te minimaliseren?

7 Overwegen de Europese Unie en/of Nederland eventuele schade ten gevolge van de Amerikaanse maatregelen te compenseren? Zo ja, op welke wijze? Zo nee, waarom niet?

8 Bent U bereid de oproep van Corus aan de Europese Commissie te ondersteunen om maatregelen te treffen tegen de verhogingen van de Amerikaanse invoerrechten?

9 Welke maatregelen hebben naar Uw oordeel het grootste effect? Onderschrijft U de analyse van de industrie dat het invoeren van een tarief het meest effectief is? Bent U bereid de meest effectieve maatregel zo spoedig mogelijk in te voeren? Overweegt de Nederlandse regering een voorstel te doen tot een importheffing van 30% op alle of een deel van de Amerikaanse staalproducten? Wat zouden de gevolgen van zo'n importheffing zijn?

10 Hebben de voor de Nederlandse industrie schadelijke protectionistische maatregelen van de Amerikaanse regering gevolgen voor de overige industriële betrekkingen tussen Nederland en de Verenigde Staten? Zo nee, waarom niet? Zo ja, welke gevolgen voorziet U?

11 Hoe beoordeelt U in het licht van deze schadelijke Amerikaanse maatregelen de toezeggingen die zijn gedaan in het kader van het kabinetsvoorstel tot industriële Nederlandse participatie in het JSF-project?

12 Deelt U de mening dat de Amerikaanse maatregel strijdig is met WTO-afspraken? Zo ja, overweegt U namens Nederland binnen de Europese Unie aan te dringen op tegenmaatregelen? Zo nee, waarom niet?

13 Welke mogelijkheden bestaan er in WTO-verband de eventueel schadelijke werking van de Amerikaanse maatregelen effectief tegen te gaan?

14 Bent u bereid, op grond van de specifieke Nederlandse industriële belangen, specifieke maatregelen te nemen? Op welke wijze kan naar Uw oordeel bevorderd worden dat de reactie op de Amerikaanse maatregelen tussen de lidstaten van de Europese Unie goed en snel wordt afgestemd?

15 Bent U voornemens activiteiten te ontplooien om de reactie op de Amerikaanse maatregelen zoveel mogelijk gelijk te schakelen? Zo ja, welke activiteiten? Zo nee, waarom niet?
---

1 O.a. Het Financiële Dagblad, 6 maart jl.


De Minister van Economische Zaken, A. Jorritsma-Lebbink, heeft deze vragen mede namens de Staatssecretaris van Economische Zaken, drs. G. Ybema, als volgt beantwoordt.


1 Ja



2 Ik ben teleurgesteld dat de huidige Amerikaanse administratie niet dezelfde moed heeft opgebracht als de vorige. Die wees verzoeken om bescherming via vrijwaring immers af. Ik betreur het ook zeer dat de VS de lopende OESO-onderhandelingen om een oplossing te vinden voor de mondiale staalcrisis op deze wijze frustreert Nederland is van het begin af aan een groot voorstander ervan geweest om de staalcrisis in multilateraal verband op te lossen.


3 Nee. Amerikaanse maatregelen zijn niet gebaseerd op een reactie op buitenlandse steunverlening. De Amerikaanse rechtvaardiging is gebaseerd op de precaire toestand van de eigen industrie. Overigens is het onder de staalsteuncode van de EU niet toegestaan steun aan de Europese staalindustrie te verlenen.

4 In het geval van vrijwaring is het volgens de WTO-regels niet mogelijk om onderscheid te maken naar land van herkomst.

5 De waarde van de EU-uitvoer van staal naar de VS bedraagt EUR 2 mld., waarvan zo'n EUR 200 mln. vanuit Nederland. Het ligt niet op de weg van de regering conclusies te formuleren die liggen op het vlak van de bedrijfsvoering van individuele ondernemingen.

6 Gevolgen voor de werkgelegenheid zijn voorshands niet in te schatten. In de tweede helft van dit jaar wordt een conjuncturele opleving verwacht, die de staalprijzen gunstig zou moeten beïnvloeden. Verstoring van de wereldmarkt door Amerikaanse handelsmaatregelen zal de doorwerking van dit conjuncturele herstel kunnen doorkruisen.

7 Nee. Wel zal de EU waarschijnlijk, met Nederlandse steun, maatregelen nemen om te voorkomen dat staal dat niet meer op de Amerikaanse markt kan worden afgezet een weg zoekt naar Europa. Nederland heeft daarbij aangedrongen op volledige erkenning van de belangen van staalexporterende ontwikkelingslanden.

8 Het is mijn beleid om de VS te confronteren met de gevolgen van hun maatregelen.

9 In Europees verband wordt gekeken naar mogelijke tegenmaatregelen. De EU heeft reeds een geschillenbeslechtingprocedure voor de WTO ingezet. De WTO-procedure zal echter pas rond de zomer van 2003 resultaat opleveren. Intussen lijdt onze export onder niet te rechtvaardigen Amerikaanse maatregelen. Daarom heeft de EU besloten de Europese staalmarkt te beschermen tegen overspoeling van staal uit derde landen als direct gevolg van de Amerikaanse handelsbelemmerende maatregel. Het gaat in dit verband niet om technische kwesties als een gelijkwaardig tarief van 30% op invoer uit de VS, maar om de politieke vraag: wie brengt de VS ertoe dezelfde regels na te leven die alle andere WTO-leden hebben na te leven?


10 Zoals bij vraag 5 is gezegd bedraagt de schade voor de EU-uitvoer EUR 2 mld. Het kan onvermijdelijk blijken dat een klein deel van de transatlantische handel belast zal worden als gevolg van eventuele tegenmaatregelen. De totale jaarlijkse handel in goederen tussen EU en VS beloopt (2000) EUR 430 mld., de dienstenhandel beliep EUR 234 mld. en de investeringen over en weer beliepen EUR 1357 mld. Het is niet de bedoeling dat het geheel van de economische betrekkingen dat schuil gaat achter deze indrukwekkende bedragen in de waagschaal wordt gesteld. De geschillen die wij hebben met de VS moeten worden geplaatst in het kader van de goede zakelijke betrekkingen die ondernemingen transatlantisch onderhouden.


11 Er is geen verband tussen Amerikaanse maatregelen op het gebied van invoer van staal en de afweging die heeft geleid tot Nederlandse deelneming in het JSF-project, dat op zijn eigen merites wordt beoordeeld.

12 Ja. Zie het antwoord op vraag 9 voor het overige.

13 In WTO-verband bestaat de mogelijkheid geschillenbeslechting in te roepen. Dit heeft de EU gedaan. Verder zou het mogelijk kunnen zijn direct tegenmaatregelen te nemen, indien aantoonbaar is dat de Amerikaanse maatregelen niet WTO-conform zijn.

14 Nee. Er vindt doorlopend overleg plaats in EU-verband. In bovenstaande beantwoording van vragen ben ik daarover openhartig geweest. Daarnaast span ik mij in om via de weg van de economische diplomatie constante druk uit te oefenen op de VS-administratie.

15 Ja, in dit verband treden wij als Europese Unie op. Op dit moment vindt continu overleg plaats met onze EU-partners. Zie antwoord 9 en 14 voor het overige.