Rijksuniversiteit Groningen

26 mrt 2002

Nummer 43 26 maart 2002

Succesvolle bijzondere leerstoel Oosterhaven omgezet in regulier hoogleraarschap

Prof.dr. Jan Oosterhaven was sinds 1990 bijzonder hoogleraar Regionale economie vanwege de drie noordelijke provincies. De RUG heeft die benoeming nu omgezet in een gewoon hoogleraarschap. De leeropdracht luidt: Algemene economie, in het bijzonder de ruimtelijke economie. Met deze benoeming is hij niet alleen meer verantwoordelijk voor het vakgebied van de regionale economie, maar ook voor de stedelijke economie en de vervoerseconomie. De omzetting naar een regulier hoogleraarschap is een erkenning van de wetenschappelijke en maatschappelijke verdiensten van Oosterhaven's werk.
Noot voor de pers

Met zijn medewerkers organiseerde Oosterhaven een groot aantal symposia waarop baanbrekend onderzoek van de sectie Ruimtelijke Economie werd gepresenteerd. Zo werd in 1996 het zogenaamde 1/4 miljoen scenario ontwikkeld, dat de directe aanleiding was tot het instellen van de commissie Langman en de 6 miljard gulden voor het Kompas voor het Noorden. Dat scenario laat zien dat een verplaatsing van economische activiteiten van de Randstad naar het Noorden, niet alleen goed is voor de noordelijke economie, maar ook voor die van de Randstad.

In 1998 toonde de sectie Ruimtelijke Economie in opdracht van het Minister van Economische Zaken aan dat de Rotterdamse haven en Schiphol misschien wel belangrijke economische motoren zijn, maar dat hun versnellingsbak naar de rest van de nationale economie zwak is. Een zelfde beleidsimpuls in Noord-Nederland levert meer nationale, indirecte effecten op.

Nieuwe modellen voor de berekening van economische effecten werden in 2000 in opdracht van de minister van Verkeer en Waterstaat ontwikkeld en toegepast op de verschillende varianten voor een Zuiderzeelijn van Schiphol naar Groningen. Dat onderzoek laat andere en grotere indirecte effecten zien dan o.a. door het CPB waren verwacht. Daarnaast toont het aan dat de metro-variant van de magneetzweefbaan bedrijfseconomisch weliswaar niet, maar nationaal-economisch wel rendabel is. Om die reden is Oosterhaven van mening dat de lagere overheden naast de opbrengsten uit projectontwikkeling alleen zouden moeten betalen voor kostenverhogende extra tunnels en aquaducten.

Over deze en andere onderzoeken publiceerde Oosterhaven met de sectie Ruimtelijke Economie tientallen artikelen in internationale wetenschappelijke tijdschriften. Buiten de universiteit is hij vice-president van de International Intput-Output Association, bestuurslid van de European Regional Science Association en lid van de Sociaal-Economische Adviesraad Noord-Nederland (SEAN).

Noot voor de pers

Nadere informatie: prof.dr. J. Oosterhaven, telefoon (050)363 37 28, secretariaat Ruimtelijke Economie telefoon (050) 363 37 40, fax (050)363 73 37, e-mail oosterhaven@eco.rug.nl