CBS

Consumentenvertrouwen lager

Het consumentenvertrouwen is in maart vijf punten lager dan in februari. Deze daling komt vooral doordat consumenten in maart minder positief oordelen over de afgelopen twaalf maanden. Zowel over de economische situatie als over hun financiële positie in deze periode is hun mening negatiever geworden. De verwachtingen voor de komende twaalf maanden zijn vrijwel gelijk gebleven. Eind 2001 leek nog sprake van een herstel van het vertrouwen, dat met name in de eerste helft van 2001 sterk was teruggelopen. Het consumentenvertrouwen is nu even hoog als in juli/augustus vorig jaar. Dit blijkt uit het Consumenten Conjunctuur Onderzoek van het CBS.

Koopbereidheid verder teruggelopen
De koopbereidheid van consumenten is in maart verder teruggelopen. Ook in januari en februari was al sprake van een daling ten opzichte van de voorgaande maand. De koopbereidheid is nu uitgekomen op het laagste niveau sinds december 1996. De koopbereidheid is één van de twee onderdelen waaruit de index van het consumentenvertrouwen is samengesteld. De koopbereidheid is gebaseerd op het oordeel over de financiële situatie van het eigen huishouden en over het doen van grote aankopen. Terwijl de toekomstverwachtingen over hun financiële situatie vrijwel niet veranderen, zijn consumenten negatiever over hun financiële positie in de afgelopen twaalf maanden. Bovendien vinden ze de tijd minder gunstig voor het doen van grote aankopen.

Oordeel economisch klimaat negatiever geworden
Het oordeel van de consument over de economische toestand is in maart iets negatiever dan in de voorgaande maand. Daarmee zet het herstel van dit onderdeel van de vertrouwensindex niet verder door. Na de terreuraanslagen in de Verenigde Staten in september vorig jaar werd een dieptepunt bereikt. De verwachtingen voor de komende tijd zijn vrijwel stabiel, maar het oordeel over de economie in de afgelopen twaalf maanden valt negatiever uit.

Technische toelichting
De index van het consumentenvertrouwen geeft aan in hoeverre huishoudens vinden dat het economisch gezien beter of slechter gaat. Het consumentenvertrouwen wordt bepaald op basis van de mening van huishoudens over het algemene economische klimaat en over de eigen koopbereidheid. Maandelijks worden hierover in het Consumenten Conjunctuuronderzoek (CCO) vijf vragen gesteld aan ongeveer duizend personen. Daarnaast bevat het CCO onder andere vragen over de verwachtingen voor de werkloosheid en de inflatie en over het spaargedrag en aankoopplannen van huishoudens. De ondervraagden kunnen vinden dat het beter gaat (de 'optimisten'), dat het slechter gaat (de 'pessimisten') of dat de situatie gelijk blijft. Als er evenveel optimistische als pessimistische consumenten zijn, heeft de index de waarde nul. Een waarde van tien betekent dat de optimisten een meerderheid van tien procent hebben ten opzichte van de pessimisten. Twee van de vragen gaan over de economische situatie in het algemeen. Het CBS berekent uit de antwoorden hierop de indicator van het economisch klimaat. De overige drie vragen gaan over de financiële situatie van het eigen huishouden. Daaronder is ook de vraag of de tijd gunstig is voor aankopen van duurzame goederen. De antwoorden op deze drie vragen worden samengevat in de indicator van de koopbereidheid. Het Consumenten Conjunctuur Onderzoek wordt vanaf mei 2000 medegefinancierd door de Europese Gemeenschap.

Voor achtergrondinformatie en meer details over dit onderwerp kunt u contact opnemen met dhr. drs Gert Buiten, tel. (070) 337 47 78.

Overige informatie kunt u verkrijgen bij de persdienst van het CBS. Tel. (070) 337 58 16 Fax (070) 337 59 71 E-mail: persdienst@cbs.nl

PB02-061
25 maart 2002
9.30 uur

Centraal Bureau voor de Statistiek
Het CBS
is een dienst van
het Ministerie van
Economische Zaken
Persbericht