Arrondissementsparket Den Haag
Den Haag, 15 maart 2002
Zaak tegen Haagse verpleegster 25 maart a.s. pro forma op zitting
Op 25 maart dient om 10.15 uur voor de Haagse rechtbank de zaak tegen
de 40-jarige verpleegster uit Den Haag in een zogenoemde 'pro
forma-zitting'. Dit houdt in dat de zaak op 25 maart niet inhoudelijk
behandeld zal worden.
De vrouw wordt verdacht van moord en poging daartoe op een aantal
kinderen en oudere mensen, in het Haagse Leijenburgziekenhuis, het
Juliana Kinderziekenhuis en het Rode Kruis Ziekenhuis. Zij ontkent
iedere betrokkenheid bij de verdachte overlijdensgevallen.
De zaak kan nog niet inhoudelijk worden behandeld omdat de politie nog
steeds onderzoek verricht in deze zaak. Dit is ook de reden dat er nog
geen definitieve tenlastelegging is. Voor de zitting van 25 maart is
een zogenoemde voorlopige tenlastelegging uitgebracht. De omschrijving
van de feiten op de voorlopige tenlastelegging is woordelijk gelijk
aan de tekst van de feiten op het bevel voorlopige hechtenis. Dit is
ook wettelijk voorgeschreven (artikel 261 lid 3, Wetboek van
Strafvordering).
Op dit bevel staan vier concrete feiten beschreven. Het betreft moord
op een baby in september 2001, een poging tot moord en moord op een
kind in januari en februari 2001 en moord op een oudere vrouw in 1997.
De vrouw die 25 maart voor de rechter komt wordt ervan verdacht deze
personen om het te leven te hebben gebracht door het toedienen van
medicijnen of andere stoffen.
Daarnaast staat op de dagvaarding een algemeen omschreven verdenking
van betrokkenheid bij andere verdachte overlijdensgevallen, in de
afgelopen jaren in genoemde ziekenhuizen.
Het onderzoek zal uiteindelijk moeten uitwijzen om hoeveel gevallen
het gaat en het bewijs in deze zaken moeten opleveren.
Tijdens het onderzoek zijn diverse getuigen gehoord, zoals voormalige
collega's van de verdachte en artsen waarmee zij heeft gewerkt. Bij
het onderzoek wordt gebruik gemaakt van deskundigen van verschillende
disciplines, onder meer een psycholoog en een statisticus.
Tijdens het onderzoek is een getuige aangehouden op verdenking van het
plegen van meineed, toen hij onder ede een valse verklaring aflegde
bij de rechter-commisaris. Het betreft een man uit Den Haag uit de
kring rond verdachte. De rechter-commissaris heeft deze man donderdag
14 maart in vrijheid gesteld omdat er onvoldoende gronden waren hem
langer vast te houden. De man heeft bekend een valse verklaring te
hebben afgelegd.
Er wordt naar gestreefd om de inhoudelijke behandeling van de zaak
tegen de Haagse verpleegster door de rechtbank plaats te laten vinden
in de tweede helft van juni. Dat de zaak toch op 25 maart wordt
aangebracht heeft te maken met de wettelijke termijnen waarbinnen
iemand die in voorlopige hechtenis zit, voor de rechter moet komen.
De vrouw is 13 december 2001 aangehouden in verband met het
onverwachte overlijden van enkele kinderen in het Juliana
Kinderziekenhuis tussen medio 2000 en september 2001. Het ziekenhuis
had de overlijdensgevallen gemeld aan politie en justitie. Directe
aanleiding daarvoor was het verdachte overlijden van een baby in
september 2001.