Ministerie van Algemene Zaken


1red10740
22-03-2002, NOS, Met het oog op morgen, Radio 1, 23.07

MINISTER-PRESIDENT KOK, NA AFLOOP VAN DE WEKELIJKSE MINSTERRAAD, OVER DE VOORJAARSNOTA EN DE WAO


-VOORJAARSNOTA- VAN SLOOTEN:
Op tafel heb ik voor me alle persberichten liggen die er uit zijn gekomen. Het zijn er veertien. Het lijkt wel of het kabinet aan een eindsprint is begonnen.

KOK:
Ja, maar dat hangt niet altijd af van het aantal persberichten. We hebben vandaag heel lang gepraat over de Voorjaarsnota. Daar is geen persbericht van. De begrotingsuitvoering van het lopende jaar waar een aantal problemen zijn die moeten worden opgelost en ingepast.

VAN SLOOTEN:
Ik kreeg de afgelopen weken het idee, het kabinet is bijna uitgeregeerd. Het kabinet zit vlak voor de verkiezingen. Dat is natuurlijk altijd lastig, maar de conclusie dat het kabinet bijna uitgeregeerd is, is dat een terechte?

KOK:
Ik heb een zekere ervaring. Als minister van Financiën in het kabinet Lubbers-III en daarna als minister-president heb ik een paar keer eerder de situatie van naderende verkiezingen gehad. Dan is geleidelijk aan de agenda beperkter van omvang.

VAN SLOOTEN:
Want je kunt niet overal meer besluiten over nemen?

KOK:
Ja, dat heeft weinig te maken met uitgeregeerd zijn.

VAN SLOOTEN:
Dat is het woord wat je er vervolgens opplakt.

KOK:
Maar dat zou ik niet zeggen. Bijvoorbeeld een hele nieuwe wetgeving of dat soort dingen. In de meeste gevallen is het proces van wetgeving op tal van terreinen waar je als kabinet voornemens had in de loop van de periode afgescheiden naar de Raad van State en naar de Kamer. Het bordje wordt leger, maar tegelijkertijd zijn er nieuwe opkomende thema's.

VAN SLOOTEN:
Laten we het dan even hebben over het bordje dat leger wordt en over wat er dan nog wel op ligt. U noemde de Voorjaarsnota. Dat zijn de financiën voor het komend jaar.

KOK:
Nee, voor dit jaar.

VAN SLOOTEN:
Voor dit jaar. Normaliter is het zo dat het ook voor het komende jaar wordt geregeld, maar



een kabinet dat aan het einde van de rit is, regelt het nog voor dit jaar. Is dat nog een lastig probleem?

KOK:
Niet meer. Daar komen we volgende week donderdag goed uit.

VAN SLOOTEN:
Er liggen nog een aantal claims. Mevrouw Borst wil bijvoorbeeld extra geld, vierhonderd miljoen euro voor de zorg.

KOK:
Dat klinkt allemaal zo technisch.

VAN SLOOTEN:
Het klinkt vooral veel.

KOK:
Het gaat gewoon om de vraag hoe je in laatste instantie nog weer een intensivering kunt aanbrengen in je strijd tegen de wachtlijsten.

VAN SLOOTEN:
Dat gaat wel gebeuren?

KOK:
Ja zeker.

VAN SLOOTEN:
Dat geld komt er.

KOK:
Ik zeg niet precies hoeveel, maar in die orde van grootte moet dat worden ingepast. We praten bijvoorbeeld over de verbetering van schoolgebouwen.

VAN SLOOTEN:
Daar komt ook extra geld voor?

KOK:
Ja. Daar is ruimte voor ontstaan door te kijken of je wat soberder kan begroten op andere onderdelen. Je maakt niet zomaar ruimte waar geen ruimte is. De economie groeit niet geweldig zoals u weet. Wij hebben de Zalmnorm ook voor dit jaar tot uitgangspunt gekozen krachtens het regeerakkoord. Binnen de mogelijkheden die aanwezig zijn, is er ruimte om een aantal knelpunten, we hebben veiligheid en terrorismebestrijding, de hele drugsproblematiek en drugskoeriers, allemaal ingeperst en ingepast in de Voorjaarsnotabesluitvorming die volgende week wordt gefinaliseerd.


-WAO- VAN SLOOTEN:
De Voorjaarsnota ligt in ieder geval op het bordje. Er ligt nog iets op het bordje en dat is vandaag actueel geworden omdat de Sociaal-Economische Raad daarover met een advies is



gekomen en dat is de WAO. U heeft in de Kamer een aantal weken geleden gezegd, daar komen we in ieder geval nog mee als kabinet zijnde. Waar komt u mee?

KOK:
In ieder geval met een positiebepaling van het kabinet naar aanleiding van het SER-advies.

VAN SLOOTEN:
Dat vind ik nu weer technisch klinken.

KOK:
Dat is helemaal niet technisch. Het is een notitie waarin we aangeven hoe wij denken, hoewel de periode van ons regeren bijna afgelopen is, gelet op het advies van de SER, de toekomstige wetgeving en regelgeving inzake de WAO vorm moet krijgen.

VAN SLOOTEN:
Waar moet ik dan aan denken? Een onderdeel van het SER-advies is bijvoorbeeld de hoogte van de uitkeringen. Zal het kabinet daar iets over zeggen?

KOK:
U moet er van uit gaan dat we de verschillende onderdelen van het SER-advies van een beleidsrichting, van commentaar voorzien.

VAN SLOOTEN:
Dat betekent dat u iets zegt over de boetes en over de mate van arbeidsongeschiktheid, want daar gaat het SER advies over. Hoe lang je arbeidsongeschikt mag zijn. Over al die zaken gaat u iets zeggen, een mening heeft.

KOK:
Ja. En als u gaat vragen, wat zal die mening zijn, daar lopen we niet op vooruit. Het ambitieniveau is dat het kabinet een alomvattend oordeel, een alomvattende beoordeling geeft van het SER-advies, inclusief het advies van de commissie-Donner wat indertijd is verschenen zodat er een mogelijkheid wordt gecreëerd via de positiebepaling aan de Kamer om daarover te debatteren als men dat wil. De Kamer kan daar niet tot afrondende besluitvorming komen, want we praten aan het einde van een periode. Het levert een aantal bouwstenen op voor de komende periode. Het kabinet doet wat het heeft te doen om het parlement in de gelegenheid te stellen zijn oordeel daarover te geven.

VAN SLOOTEN:
Dat vind ik knap dat u op zo'n onderdeel in het kabinet toch tot besluitvorming gaat komen. De meningen lopen nogal uiteen tussen de Partij van de Arbeid en de VVD. Is het een wens van u of bent u er zeker van dat u binnen het kabinet tot overeenstemming komt?

KOK:
Op dit moment om helemaal eerlijk te zijn, ligt het een beetje tussen de wens en de zekerheid in. Ik kan niet ontkennen dat we de komende weken nog een aantal vergaderingen nodig hebben om precies uit te testen hoeveel rek er in zit. Dat heeft ook te maken met de politieke opvattingen van de coalitiepartners. De inzet is in ieder geval om een standpuntbepaling te hebben die werkelijk voldoende body heeft om ook een goed parlementair debat te kunnen voeren.



VAN SLOOTEN:
Het zou een teleurstelling zijn als u daar niet in slaagt?

KOK:
Ja, ik zou dat wel jammer vinden. Voorlopig is de inzet er volledig opgericht om dat wat hogere ambitieniveau te realiseren.

VAN SLOOTEN:
Hoeveel weken heeft u er nog voor?

KOK:
Een paar weken. Tot 11 en 12 april, dus twee-en-een halve week na nu. (letterlijke tekst, ongecorrigeerd, JBr)