Sociaal-Economische Raad
VERSLAG RAADSVERGADERING 22 MAART 2002
22 maart 2002
Vandaag heeft de Sociaal-Economische Raad twee adviezen vastgesteld:
over Nationale CO2-emissiehandel in Europees perspectief en over de
WAO (Werk maken van arbeidsgeschiktheid). Het advies over de
emissiehandel werd zonder beschouwingen of discussie vastgesteld.
Werk maken van arbeidsgeschiktheid
Binnen de SER is brede overeenstemming over het beperken van de
instroom in de WAO en het vergroten van de activerende werking van het
stelsel van arbeidsongeschiktheidsregelingen. Drie kroonleden,
Linschoten, Van Ewijk (CPB) en Bakker (DNB), stellen zich wel achter
de hoofdlijnen van het advies, maar stellen voor enkele onderdelen
gefaseerd in te voeren. Het gaat hierbij om de afschaffing van de
Pemba-systematiek bij de financiering van de nieuwe WAO en de
verhoging van de WAO-uitkering.
VNO-NCW-voorzitter Schraven gaf aan dat er zijns inziens geen
oplossing voor het WAO-probleem kan worden gevonden zonder steun van
de sociale partners. Volgens hem is er geen alternatief voor het
SER-advies. Er worden wel gedachten geuit, maar er is geen sprake van
een samenhangende visie en zeker niet van een die niet binnen de
kortste keren ten onder gaat in gekrakeel en verzet. Hij deelde niet
de kritiek van het CPB, omdat de door het CPB gehanteerde modellen
geen betrouwbaar kompas vormen voor de inschatting van
gedragseffecten. Bovendien gaat het om een fundamentele institutionele
stelselwijziging; mensen die niet meer in de WAO terecht komen, kunnen
niet moeiteloos doorstromen naar de WW, zoals het CPB veronderstelt.
Schraven noemde rekenen een relatieve zaak: Als het CPB in 1944 de
landing in Normandië had moeten doorrekenen, hadden die boten nu nog
voor de kust gelegen. Hij waarschuwde de politiek voor het selectief
shoppen in het SER-advies. Daarmee valt het draagvlak weg voor het
advies, zonder uitzicht op een breed gedragen alternatief.
MKB-Nederland-voorzitter De Boer is een groot voorstander van
afschaffing van de Pemba: Het is een straf voor een onbeheersbaar
risico, een soort Russische roulette. En het verpest de verhouding
tussen werknemer en werkgever. Terecht volgens hem is het advies
doordrenkt van het cruciale belang van strengere keuringen. De poort
van de WAO gaat voor mensen met psychische probleem echt maar op een
kiertje open. Alleen voor de mensen die volledig en duurzaam niet
kunnen werken. De Boer vond de eindteksten van het SER-advies en het
Stichtingsakkoord (dat eveneens vandaag werd bereikt) goed. Die
tekenen we! Maar dan moeilijk gaan doen met interpretaties, vond hij.
De politiek heeft het primaat. Maar als je de partijen in de SER
driekwart jaar alles uit de kast laat halen en dan zegt dat het
slechts een advies is, dat kan niet, vond hij.
LTO-woordvoerder Duijzer stemde eveneens in met het advies. Hij wees
op het belang van preventie en reïntegratie. De agrarische sector is
al midden jaren tachtig begonnen met het voeren van zon beleid. Zijn
sector was zelfs één van de eerste sectoren die begin jaren negentig
een vorm van Arbodienst had, de Stigas.
Het kroonlid prof. Goudswaard sprak namens de meerderheid van de
kroonleden. Hij was blij met het brede draagvlak voor het advies: het
wordt door 30 van de 33 raadsleden gesteund. Iedereen is ervan
doordrongen dat een forse beperking van de instroom van
arbeidsongeschikten hard nodig is. Het duurzaamheidscriterium is heel
belangrijk: de volledige arbeidsongeschiktheid moet minimaal vijf jaar
voortduren, terwijl de mogelijkheid van herkeuring in stand wordt
gehouden. Het gaat erom mensen aan de slag te houden; alle prikkels
moeten dan ook daarop gericht zijn. Goudswaard vond dat het advies een
goed evenwicht biedt tussen prikkels en sociale aspecten: de overheid
is verantwoordelijk voor de meest kwetsbare groep en voor de overigen
past een zwaardere individuele verantwoordelijkheid.
Het kroonlid prof. Bakker (De Nederlandsche Bank) legde uit waarom hij
niet volledig met het SER-advies instemt. Zijn kernbezwaar is dat het
advies nu al enkele financiële prikkels, die onterecht gebruik moeten
ontmoedigen, worden afgezwakt, terwijl nog onzeker is wat de precieze
uitwerking zal zijn van de voorgestelde maatregelen op de instroom.
Hij hechtte meer waarde aan de CPB-berekeningen dan aan die van het
SER-secretariaat en Nyfer. Opmerkelijk in de CPB-berekening is dat
zelfs bij een instroomreductie van liefst 60 procent het SER-advies
nog altijd tot extra financiële uitgaven leidt. Bovendien vond hij dat
verhoging van de WAO-uitkeringen een extra financieel risico schept.
Bakker bepleitte daarom een prudente aanpak, waarbij de afschaffing
van de Pemba en de verhoging van de WAO-uitkeringen gefaseerd worden
ingevoerd.
Ook CPB-onderdirecteur en kroonlid prof.dr. Van Ewijk wilde een
fasering zoals Bakker bepleitte. Hij vond de berekeningen van Nyfer
nuttig, maar constateerde evenwel dat Nyfer de prestaties van de beste
bedrijven gebruikt als benchmark voor alle bedrijven. Het is echter de
vraag of alle bedrijven die prestaties kunnen bereiken. Nyfer geeft
dus slechts een indicatie van wat maximaal mogelijk is. Van Ewijk was
verder van mening dat het duurzaamheidscriterium niet eenduidig is en
dat de loonaanvullingsregeling een zwak punt is van het advies.
Het kroonlid Linschoten voegde zich bij het standpunt van Bakker en
Van Ewijk. Ook hij vond dat het in grote mate onzeker is hoe de
voorgestelde maatregelen zullen uitwerken op de uitvoeringspraktijk.
Maar, aldus Linschoten, als na verloop van tijd blijkt dat de instroom
van WAOers inderdaad is afgenomen met 25 procent, dan mogen wat hem
betreft de uitkeringen omhoog en hebben we geen Pemba meer nodig. Tot
die tijd moeten we echter pas op de plaats maken en afwachten wat het
effect is.
Unie mhp-voorzitter Verhoeven noemde het SER-akkoord een prestatie van
formaat. Volgens hem presenteert de SER een oplossing die kan rekenen
op een breed draagvlak bij degenen die aan de uitvoering ervan moeten
meewerken. Er is sprake van een samenhangend geheel. Selectief
winkelen in de voorstellen is taboe. Het leidt ertoe dat het voorstel
in feite niet meer bestaat.
Mevrouw Westerbeek-Huitink voerde het woord namens het CNV. Ze zei dat
het advies breed wordt gedragen door de sociale partners in de raad.
Het advies vormt een afgewogen geheel van werknemersbelangen en
werkgeversbelangen. Daardoor blijft de WAO in de toekomst een prima
regeling voor de mensen die daar echt op aangewezen zijn. Een advies
waarin het om mensen gaat. En zo hoort het ook!
Westerbeek vertelde dat het CNV niet zonder slag of stoot akkoord was
gegaan met het SER-advies. Binnen onze geledingen is zorgvuldig en
indringend gestudeerd op het voorstel. We hebben gekeken naar de
positieve en negatieve kanten van het akkoord. De CNV stemde volgens
Westerbeek in omdat de vakbond er vertrouwen in heeft dat serieus werk
wordt gemaakt van preventie en reïntegratie. Het zal voortaan gaan om
arbeidsgeschiktheid. We hebben het advies geaccepteerd omdat we als
vakbond maatschappelijke verantwoordelijkheid dragen.
Mevrouw Jongerius van de FNV stelde dat de WAO het hart van de
Nederlandse verzorgingsstaat raakt. Het gaat immers om de bescherming
van zieke werknemers die niet in staat zijn om gewoon te kunnen
werken. De WAO is volgens de FNV vooral een sociaal probleem. Het gaat
om preventie en reïntegratie van arbeidsongeschikten. Centraal in onze
inzet staat dat mensen die echt niet meer kunnen werken als gevolg van
ziekte een hogere uitkering krijgen. Wij geloven dat aan het werk
blijven of weer aan het werk kunnen gaan voor veel werknemers en ook
voor bedrijven de beste oplossing is.
Jongerius zei dat er in het bereikte compromis pijnpunten zitten voor
het FNV. Het afschaffen van de aanvulling in het tweede ziektejaar is
voor de vakcentrale moeilijk te verteren. Daarom hebben niet alle bij
de FNV aangesloten bonden voorgestemd. Toch zitten er in het bereikte
akkoord voldoende plussen die het bereikte akkoord voor het FNV
acceptabel maken. Jongerius noemde ondermeer het voorstel om de
uitkering van volledig arbeidsongeschikten te verhogen tot 75 procent
van het laatstverdiende loon. Ook de verantwoordelijkheden tussen
overheid en sociale partners worden in het advies op een betere manier
geregeld, aldus Jongerius.
SER-voorzitter Wijffels besloot de vergadering met een woord van dank
voor de raadsleden die hebben meegewerkt aan het WAO-advies. Ik wil
niet alleen de mensen bedanken die het voorstel hebben gesteund, maar
ook de commissieleden die met kritiek kwamen. Hij wees erop dat
sociale partners nadrukkelijk in de oplossing van het WAO-advies
hebben geïnvesteerd.