Ministerie van Buitenlandse Zaken
---
Aan de Voorzitter van de TweedeKamerderStaten-Generaal Binnenhof4 Den Haag
Directie Veiligheidsbeleid Afdeling CV Bezuidenhoutseweg 67 Postbus 20061
2500 EB Den Haag
Datum 22 maart 2002 Behandeld Joost Flamand
Kenmerk DVB/CV-92/02 Telefoon (070) 348 5419
Blad /1 Fax (070) 348 5684
Bijlage(n) 1 E-Mail Ja.flamand@minbuza.nl
Betreft Beantwoording vragen van de leden Koenders en Valk over operaties
in Afghanistan en de inzet van Nederlandse troepen.
Zeer geachte Voorzitter,
Graag bied ik u hierbij, mede namens de Minister van Defensie, de antwoorden
aan op de schriftelijke vragen gesteld door de leden Koenders en Valk over
operaties in Afghanistan en de inzet van Nederlandse troepen. Deze vragen
werden ingezonden op 11 maart 2002 met kenmerk 2010207850.
Deze antwoorden dienen tevens als reaktie op de vragen gesteld door het lid Harrewijn tijdens de regeling van werkzaamheden op 19 maart 2002.
De Minister van Buitenlandse Zaken
Antwoorden van de heer Van Aartsen, Minister van Buitenlandse Zaken mede
namens de heer De Grave, Minister van Defensie, op vragen van de leden
Koenders en Valk (beiden PvdA) over operaties in Afghanistan (ingezonden 11
maart 2002)
Vraag 1:
Welke troepen van welke nationaliteiten zijn actief in de bergen van
Oost-Afghanistan? Is hierbij ook een beroep gedaan op Nederlandse troepen?
Antwoord:
Voor zover bekend hebben naast Amerikaanse en Afghaanse eenheden onder
andere ook Australische, Canadese, Noorse, Deense en Duitse eenheden
deelgenomen aan operatie Anaconda in Oost-Afghanistan. Voor operatie
Anaconda is geen beroep gedaan op Nederlandse eenheden.
Vraag 2:
Zijn er besprekingen gaande over de noodzakelijke uitbreiding van
ISAF-troepen naar andere steden in Afghanistan, zoals gevraagd door premier
Karzai?
Antwoord:
Geografische uitbreiding van het huidige mandaat van ISAF is onderwerp van
besprekingen, zowel in bilateraal als in multilateraal (VN-)verband en in
de bijeenkomsten van de troepenleverende landen. Een besluit hierover is nog
niet genomen. Legering van troepen buiten Kabul (gelijkstaand aan
"expansion") ligt echter niet in de rede. Bepalende factoren in de
internationale besluitvorming over deze kwestie zijn onder meer de
ontwikkeling van de veiligheidssituatie in Afghanistan,de positie van het
Afghaanse bewind "post-Loya Jirga" en de wijze waarop de nieuwe Afghaanse
veiligheidsstructuren zullen worden opgezet. Het woord is eerst en vooral
aan de VN Veiligheidsraad.
Uitbreiding van het mandaat staat niet gelijk aan stationering van
ISAF-eenheden in andere steden dan Kabul. Tot de opties die momenteel
besproken worden hoort de mogelijkheid om, in het kader van een nieuw vast
te stellen mandaat, in Kabul gelegerde ISAF-eenheden op ad hoc basis elders
in Afghanistan in te zetten. Daarbij dient bedacht te worden dat de situatie
in de diverse regio's verschilt, zodat een uniforme oplossing ook niet voor
de hand ligt.
Vraag 3:
In hoeverre wordt daarbij ook door de Nederlandse regering aangedrongen op
verdergaande Amerikaanse participatie? Welke insteek kiest Nederland voor de
noodzakelijke voortzetting van de missie na juni? Welk overleg is daarbij
geëntameerd?
Antwoord:
Zoals bekend acht de Regering een nauwe Amerikaanse betrokkenheid bij ISAF
en een eventuele vervolgmissie van groot belang. De Amerikaanse regering
heeft zich, evenals andere leden van de internationale gemeenschap,
duidelijk gecommitteerd aan het tot stand brengen van stabiliteit voor de
langere termijn in Afghanistan.
De Regering is in beginsel voorstander van een verlenging van het huidige
mandaat van ISAF. De mogelijkheid van verlenging van de Nederlandse
deelneming wordt momenteel onderzocht. De Duitse voornemens ten aanzien van
een verlenging van de eigen aanwezigheid zijn daarbij een belangrijke
factor. De Regering zal de Kamer conform artikel 100 van de Grondwet en de
bepalingen van het Toetsingskader betrekken bij de besluitvorming over dit
onderwerp.
Vraag 4:
Wat is de precieze stand van zaken met betrekking tot de zogenaamde "lead
nation" na het vertrek van het VK? Welke inzet kiest de Nederlandse regering
bij de onderhandelingen daarover?
Antwoord:
Op dit moment is nog niet met zekerheid te zeggen welk land de leiding van
ISAF van het VK zal overnemen. Turkije heeft te kennen gegeven deze rol
onder bepaalde voorwaarden te willen vervullen. De gesprekken hierover zijn
nog gaande. Nederland is daarbij betrokken.
Zoals bekend is de inzet van de Regering dat de voorwaarden waaronder de
Nederlandse eenheden deelnemen aan ISAF niet mogen verslechteren. Het land
dat de leiding van ISAF overneemt dient derhalve dezelfde militaire en
bestuurlijke inbreng als het VK te kunnen leveren. Daarbij is van
zwaarwegend belang dat de huidige arrangementen met de VS worden voortgezet.
Deze arrangementen hebben betrekking op ondersteuning bij noodsituaties en
op de bevoegdheid van het Amerikaanse hoofdkwartier dat belast is met de
coördinatie van de Operatie Enduring Freedom (Central Command) te voorkomen
dat de activiteiten in het kader van ISAF en Enduring Freedom met elkaar in
strijd komen. De Regering zal op deze kwestie terugkomen bij het opmaken van
de stand van zaken na de eerste drie maanden Nederlandse aanwezigheid in
ISAF.
Vraag 5:
Wat is de voortgang met druk op de VS ten aanzien van de berechting van
(krijgs)gevangenen volgens de principes van de Geneefse Conventie? Welke
initiatieven neemt de regering terzake?
Antwoord:
Voor zover bekend is nog niet begonnen met de berechting van betrokkenen.
Deze berechting zal naar de mening van de Regering moeten voldoen aan de
principes van de Geneefse Conventies. Dit standpunt is in diverse bilaterale
contacten met de autoriteiten van de VS overgebracht, meest recentelijk
tijdens mijn bezoek aan de VS.
Kenmerk
Blad /5
===